ECLI:NL:RBDHA:2020:13628

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 augustus 2020
Publicatiedatum
31 december 2020
Zaaknummer
NL20.14068
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na ongegrondverklaring beroep

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 21 augustus 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft een verzoeker van Syrische nationaliteit, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 15 juli 2020 niet-ontvankelijk verklaard. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 13 augustus 2020, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. H. Yousef, en een tolk, Z. Rachid. De vertegenwoordiger van de verweerder was ook aanwezig. De voorzieningenrechter overwoog dat een voorlopige voorziening alleen mogelijk is als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Aangezien er op dezelfde dag een uitspraak was gedaan in een andere zaak (NL20.14067), was een voorlopige voorziening niet meer mogelijk.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, in aanwezigheid van griffier mr. A. Wilpstra - Foppen. De uitspraak is bekendgemaakt op 21 augustus 2020, maar niet op een openbare zitting vanwege coronamaatregelen. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL20.14068
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], geboren op [1990] , van Syrische nationaliteit, V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. H. Yousef), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. B.E.A. Bakker).

Procesverloop

Bij besluit van 15 juli 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet- ontvankelijk verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL20.14067, plaatsgevonden op 13 augustus 2020. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen Z. Rachid. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Een voorlopige voorziening is alleen mogelijk als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.14067, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer mogelijk. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A. Wilpstra - Foppen, griffier. Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
21 augustus 2020

Documentcode: [documentcode]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.