ECLI:NL:RBDHA:2020:13626
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 17 augustus 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, van Nigeriaanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure. Echter, bij besluit van 16 juli 2020 heeft de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid deze aanvraag niet-ontvankelijk verklaard. Hiertegen heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 13 augustus 2020, maar de verzoeker is niet verschenen. De Staatssecretaris heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De voorzieningenrechter overweegt dat een voorlopige voorziening alleen mogelijk is als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Aangezien er op dezelfde dag ook uitspraak is gedaan in een andere zaak (NL20.14390) die verband houdt met het beroep van de verzoeker, is een voorlopige voorziening niet meer mogelijk. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, in aanwezigheid van griffier mr. A. Wilpstra - Foppen. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.