Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
[naam vereniging],
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
primair: artikel 7:671b jo. artikel 7:669 lid 1 en 3 onder e BW, dan wel
subsidiair: artikel 7:671b jo. artikel 7:669 lid 1 en 3 onder g BW, dan wel
meer subsidiair: artikel 7:671b jo. artikel 7:669 lid 1 en 3 onder i BW, alsmede (II.) te bepalen dat werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld en dientengevolge geen aanspraak maakt op een transitievergoeding ten laste van [verzoeker] , dan wel, indien de kantonrechter meent dat van ernstig verwijtbaar handelen door werknemer geen sprake is, aan hem ten hoogste een transitievergoeding van € 41.544,- bruto toe te kennen; en (III.) bij het bepalen van de einddatum van de arbeidsovereenkomst:
primair: geen rekening te houden met de opzegtermijn van werknemer en de arbeidsovereenkomst dadelijk te ontbinden, nu de ontbinding het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen door werknemer; dan wel
subsidiair: rekening te houden met de duur gelegen tussen de ontvangst van het verzoekschrift en de dagtekening van de ontbindingsbeschikking, alsmede werknemer te veroordelen in de kosten van de procedure, het salaris van de gemachtigde van [verzoeker] daaronder begrepen.
4.Het verweer
5.De beoordeling
verband houdt met omstandigheden waarop het opzegverbod betrekking heeft. De kantonrechter zal dat thans beoordelen.
6.De beslissing
€ 1.442,00 vanwege salaris gemachtigde;