Op 13 februari 2020 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1985. De officier van justitie had op 10 februari 2020 een verzoek ingediend tot verlenging van de crisismaatregel, die eerder op 9 februari 2020 was opgelegd. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op 13 februari 2020 gehouden, waarbij de betrokkene, zijn advocaat en verschillende zorgverleners aanwezig waren. De betrokkene heeft aangegeven dat hij naar huis wil, maar de rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel. De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk is om het nadeel af te wenden, ondanks het verzet van de betrokkene tegen de behandeling. De rechtbank verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een periode van drie weken, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is gegeven door mr. I. Zetstra, rechter, en is vastgesteld op 20 februari 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.