ECLI:NL:RBDHA:2020:1356

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 februari 2020
Publicatiedatum
19 februari 2020
Zaaknummer
C/09/588236 / FA RK 20-707
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 februari 2020 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie tot verlenging van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1973 in Afghanistan. De crisismaatregel was eerder opgelegd op 8 februari 2020 en had als doel om de betrokkene, die verblijft in de accommodatie GGZ Rivierduinen te Leiden, te beschermen tegen ernstig lichamelijk letsel en verwaarlozing. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, te weten schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.

Tijdens de mondelinge behandeling op 13 februari 2020 heeft de betrokkene verklaard dat hij zich goed voelt op de afdeling, maar niet duidelijk kon aangeven of hij langer wil blijven. Zijn advocaat heeft aangevoerd dat de betrokkene sinds zijn opname een ander mens is geworden, maar dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn voor de noodzakelijke verplichte zorg. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de voorgestelde verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, noodzakelijk is om het dreigende nadeel af te wenden.

De rechtbank heeft de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend voor een periode van drie weken, tot en met 5 maart 2020. De beschikking is gegeven door mr. I. Zetstra, met mr. B.T.E. Groenendijk-Muller als griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/588236 / FA RK 20-707
Datum beschikking: 13 februari 2020

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel

Beschikkingnaar aanleiding van het op 10 februari 2020 door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de man]

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1973 te [geboorteplaats] Afghanistan,
wonende te [woonplaats 1]
verblijvende in de accommodatie GGZ Rivierduinen te Leiden,
advocaat: mr. H.P.J. van der Eerden te Den Haag.

Procesverloop

Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 10 februari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 8 februari 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Leiden tot het nemen van de crisismaatregel van 8 februari 2020;
  • een op 8 februari 2020 ondertekende medische verklaring van [psychiater] , die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij zijn behandeling betrokken was;
  • een uittreksel uit de justitiële documentatie;
  • een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 13 februari 2020.
Ter zitting zijn de volgende personen door de rechtbank gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • de waarnemend [arts] ;
  • de [begeleider]
  • de [verpleegkundige]
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet ter zitting verschenen.

Standpunten ter zitting

De betrokkene heeft verklaard dat het klopt dat er sprake was van onrust, schreeuwen en ruzie met de buurman. Het was zijn verjaardag en hij had niet geslapen. Volgens betrokkene gaat het op de afdeling goed, maar desgevraagd door de rechtbank kan hij niet zeggen of hij langer wil blijven.
De advocaat heeft aangevoerd dat de betrokkene een ander mens is geworden sinds de opname in de accommodatie. Of betrokkene langer wil blijven is niet duidelijk. Betrokkene is wisselend hierin en heeft aangegeven te zullen blijven als de rechter dat nodig oordeelt.

Beoordeling

Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in:
-ernstig lichamelijk letsel;
-ernstige verwaarlozing;
-de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept;
-de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, te weten schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
De rechtbank is van oordeel dat, anders dan de in de crisismaatregel genoemde zorg, de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
- opnemen in een accommodatie.
Betrokkene is wisselend in zijn standpunt en verzet zich op momenten tegen deze zorg.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van:

[de man]

geboren op [geboortedag] 1973 te [geboorteplaats] Afghanistan,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie voor de duur van drie weken;
- verrichten medische controles voor de duur van drie weken;
- beperken van de bewegingsvrijheid voor de duur van drie weken;
- insluiten voor de duur van drie weken;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene voor de duur van drie weken;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen voor de duur van drie weken;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen voor de duur van drie weken;
- beperken van het recht op het ontvangen van bezoek voor de duur van drie weken;
- opnemen in een accommodatie voor de duur van drie weken;

bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 5 maart 2020;

wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. I. Zetstra, rechter, bijgestaan door mr. B.T.E. Groenendijk-Muller als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 13 februari 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 20 februari 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.