ECLI:NL:RBDHA:2020:1351
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 februari 2020 een beschikking gegeven inzake de verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot het verlenen van deze zorgmachtiging werd ingediend door de officier van justitie op 30 januari 2020. De betrokkene, een vrouw geboren in 1981, verblijft op dat moment in een gesloten accommodatie en heeft een bipolaire stoornis. De rechtbank heeft de psychiater gehoord, die aangaf dat de betrokkene eerder is opgenomen en nu weer psychotisch is gedecompenseerd. Ondanks een eerdere opname op vrijwillige basis, is er nu sprake van een manische psychose en verzet de betrokkene zich tegen medicatie.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is. De voorgestelde zorg omvat onder andere het toedienen van medicatie, medische controles, beperking van de bewegingsvrijheid, en opname in een accommodatie. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, met inachtneming van de visie van de psychiater. De beschikking is gegeven door rechter M.L. Sandberg-Crommelin en is vastgesteld op 19 februari 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.