ECLI:NL:RBDHA:2020:1351

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 februari 2020
Publicatiedatum
19 februari 2020
Zaaknummer
C/09/587644 / FA RK 20-388
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 februari 2020 een beschikking gegeven inzake de verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot het verlenen van deze zorgmachtiging werd ingediend door de officier van justitie op 30 januari 2020. De betrokkene, een vrouw geboren in 1981, verblijft op dat moment in een gesloten accommodatie en heeft een bipolaire stoornis. De rechtbank heeft de psychiater gehoord, die aangaf dat de betrokkene eerder is opgenomen en nu weer psychotisch is gedecompenseerd. Ondanks een eerdere opname op vrijwillige basis, is er nu sprake van een manische psychose en verzet de betrokkene zich tegen medicatie.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is. De voorgestelde zorg omvat onder andere het toedienen van medicatie, medische controles, beperking van de bewegingsvrijheid, en opname in een accommodatie. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, met inachtneming van de visie van de psychiater. De beschikking is gegeven door rechter M.L. Sandberg-Crommelin en is vastgesteld op 19 februari 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/587644 / FA RK 20-388
Datum beschikking: 11 februari 2020

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het op 30 januari 2020 door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de vrouw]

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1981 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats]
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats] ,
advocaat: mr. J.H.T. van Brunschot te Den Haag.

ProcesverloopHet procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 30 januari 2020.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een op 23 januari 2020 ondertekende medische verklaring van [psychiater 1] , die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij haar behandeling betrokken was;
- een zorgkaart van 23 januari 2020 met bijlagen;
- een zorgplan van 21 januari 2020 met bijlagen;
- een beoordeling van de geneesheer-directeur op het zorgplan;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 11 februari 2020.
Ter zitting zijn de volgende personen door de rechtbank gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- de [psychiater 2]
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet ter zitting verschenen.

Standpunten ter zitting

De psychiater heeft aangegeven dat de betrokkene bekend is met een bipolaire stoornis, waarvoor zij ook eerder opgenomen is geweest. Zij is dit keer met een manische psychose gestart met een verblijf op vrijwillige basis op een open afdeling en daar is zij toch psychotisch gedecompenseerd, waarbij zij ontremd gedrag heeft vertoond gepaard gaand met sombere gedachten. De betrokkene zit nu op de gesloten afdeling en zij verzet zich nog steeds tegen de medicatie. Van haar is bekend dat zij niet snel stabiliseert waardoor een opname van zes maanden eerder is aangewezen dan een korter verblijf, temeer nu betrokkene drie maanden op een open afdeling heeft gezeten en er nog steeds sprake is van een neerwaartse spiraal.
De advocaat heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, maar wil dat de duur van de zorgmachtiging tot drie maanden wordt beperkt.

Beoordeling

Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een bipolaire stoornis.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige materiële schade;
- ernstige immateriële schade;
- ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang;
- bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat zij onder invloed van een
ander raakt;
- de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept;
Om het ernstig nadeel af te wenden, heeft betrokkene zorg nodig.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur en bestaan uit:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- opnemen in een accommodatie.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden, waarbij de rechtbank qua de duur ervan de visie van de psychiater volgt.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:

[de vrouw]

geboren op [geboortedag] 1981 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie voor de duur van zes maanden;
- verrichten medische controles voor de duur van zes maanden;
- beperken van de bewegingsvrijheid voor de duur van zes maanden;
- insluiten voor de duur van zes maanden;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene voor de duur van zes maanden;
- onderzoek aan kleding of lichaam voor de duur van zes maanden;
- opnemen in een accommodatie voor de duur van zes maanden.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 11 augustus 2020.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.L. Sandberg-Crommelin, rechter, bijgestaan door A.U. Hatuina als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 11 februari 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 19 februari 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.