ECLI:NL:RBDHA:2020:1347

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 februari 2020
Publicatiedatum
19 februari 2020
Zaaknummer
C/09/587238 / FA RK 20-202
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf in het kader van de Wet zorg en dwang

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 februari 2020 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot het verlenen van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt, geboren in 1986, die lijdt aan een verstandelijke handicap. Het verzoek is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op 21 januari 2020, met als doel de cliënt voor een periode van zes maanden op te nemen in een zorginstelling, in overeenstemming met artikel 24 van de Wet zorg en dwang (Wzd). De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde datum als de beschikking gehouden, waarbij de cliënt, zijn advocaat, een gedragsdeskundige en een arts aanwezig waren.

Tijdens de zitting heeft de cliënt aangegeven dat hij het eens is met het verzoek en dat hij de rechterlijke machtiging voor een langere periode zou willen, omdat hij zich in een spanningsvolle situatie bevindt. De gedragsdeskundige en de arts hebben bevestigd dat de cliënt baat heeft bij de machtiging, omdat deze hem een gevoel van veiligheid biedt. Er zijn echter zorgen geuit door de advocaat en de ouders van de cliënt over de vermelding van pedofiele neigingen in de overgelegde stukken, maar de arts heeft verklaard dat er op dit moment geen gevaar is voor uitvoerende handelingen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt lijdt aan een verstandelijke handicap die leidt tot ernstig nadeel. De opname en het verblijf zijn noodzakelijk om dit ernstig nadeel te voorkomen. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Daarom heeft de rechtbank besloten om de rechterlijke machtiging voor de duur van zes maanden te verlenen, met een einddatum van 11 augustus 2020. De beschikking is vastgesteld op 19 februari 2020 en tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/587238 / FA RK 20-202
Datum beschikking: 11 februari 2020

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf

Beschikkingnaar aanleiding van het op 21 januari 2020 door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een machtiging voor de duur van zes maanden als bedoeld in artikel 24 van de Wet zorg en dwang (Wzd), ten aanzien van:

[de man] ,

hierna te noemen: cliënt,
geboren op [geboortedag] 1986 te [geboorteplaats] ,
wonende en verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats] ,
advocaat: mr. Y. Polko te 's-Gravenhage.

Procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 21 januari 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een indicatiebesluit op grond van artikel 3.2.3 van de Wet langdurige zorg van
26 februari 2018;
- een aanvraag voor een rechterlijke machtiging aan het CIZ van 21 januari 2020;
- een op 15 januari 2020 ondertekende medische verklaring van een ter zake kundige [arts 2] , arts verstandelijk gehandicapten, die cliënt met het oog op de machtiging kort te voren heeft onderzocht, maar niet bij diens behandeling betrokken was;
- een verklaring van de zorgaanbieder Ipse de Bruggen van de accommodatie waarin
cliënt is opgenomen van 15 januari 2020;
- een zorgplan.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 11 februari 2020.
Ter zitting zijn de volgende personen door de rechtbank gehoord:
- de cliënt, bijgestaan door zijn advocaat;
- de [gedragsdeskndige] ;
- de arts [arts 1]
- de ouders van de cliënt.

Standpunten ter zitting

De cliënt heeft aangegeven het eens te zijn met het verzoek en het liefste te willen dat de rechterlijke machtiging voor de duur van twee tot vijf jaar wordt verleend. Hij maakt namelijk een extra spanningsvolle periode door als de rechterlijke machtiging gaat aflopen. De advocaat refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
De gedragsdeskundige heeft aangegeven dat een nieuwe beoordeling door de rechtbank inderdaad veel onrust bij de cliënt teweeg brengt. Zo heeft de cliënt, nadat hij heeft vernomen dat de rechterlijke machtiging ten einde loopt, verzet getoond tegen de opname en gedreigd met suïcide en geweld naar het personeel. De arts voegt daaraan toe dat de cliënt door de rechterlijke machtiging een veiligheid ervaart die hij voor langere tijd wil behouden. Daarom staat hij ook achter het verzoek, aldus de arts.
De advocaat en de ouders van cliënt maken bezwaar dat in de overgelegde stukken staat vermeld dat de cliënt pedofiele neigingen heeft. De arts bevestigt dat de behandelaars hier ook weten dat de cliënt zich angstig voelt door gedachten daarover in zijn hoofd. Zij zijn er evenwel van overtuigd dat nu geen gevaar bestaat dat op dat punt. Het gaat om angst daarvoor bij de cliënt, geen uitvoerende handelingen.

Beoordeling

De rechtbank overweegt allereerst dat uit hetgeen ter zitting naar voren is gekomen, het niet aannemelijk is dat de cliënt pedoseksuele handelingen zal verrichten omdat het zoals de arts heeft toegelicht gaat om gedachten en naar overtuiging van de behandelaars niet meer dan dat.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat cliënt lijdt aan een verstandelijke handicap.
Deze verstandelijke handicap leidt tot ernstig nadeel. Dit ernstig nadeel bestaat uit:
- levensgevaar;
- ernstige psychische schade;
- ernstige materiële schade;
- ernstige immateriële schade;
- ernstige financiële schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- de situatie dat cliënt met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept;
- de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
De opname en het verblijf zijn noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor verlening van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in de Wzd. De machtiging zal worden verleend voor de duur van zes maanden. Dat is in de sinds 1 januari 2020 geldende Wet zorg en dwang de maximale termijn.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf ten aanzien van:

[de man] ,

geboren op [geboortedag] 1986 te [geboorteplaats] ,
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 11 augustus 2020.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.L. Sandberg-Crommelin, rechter, bijgestaan door A.U. Hatuina als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 11 februari 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 19 februari 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.