ECLI:NL:RBDHA:2020:13456
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep tegen terugkeerbesluit wegens termijnoverschrijding en gebrek aan rechtsbijstand
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 september 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een terugkeerbesluit dat aan de eiser was opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had op 18 november 2019 een terugkeerbesluit ontvangen, maar heeft pas op 25 december 2019 beroep ingesteld, wat buiten de wettelijke termijn van vier weken viel. Eiser stelde dat de termijnoverschrijding niet aan hem te wijten was, omdat hij direct na de oplegging van het terugkeerbesluit in bewaring was gesteld en gedurende vier weken geen toegang had tot rechtsbijstand. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. Eiser had een afschrift van het terugkeerbesluit ontvangen, waarin duidelijk werd vermeld dat hij binnen vier weken beroep kon instellen. De rechtbank concludeerde dat eiser de beroepstermijn had moeten begrijpen en dat hij in staat was om beroep in te stellen, ook al was hij in bewaring. De rechtbank heeft de overige beroepsgronden niet beoordeeld, omdat het beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. M.P. Glerum, in aanwezigheid van griffier mr. L. Ruizendaal-van der Veen. Deze uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.