Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.OLIEHANDEL NEDERLAND B.V., te Harderwijk,
ENVIEM RETAIL REAL ESTATE B.V., te Harderwijk,
1.De procedure
- de dagvaarding van 15 februari 2019, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het vonnis van 27 november 2019, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- het vonnis van 5 augustus 2020, waarbij is bepaald dat de zitting plaatsvindt in de vorm van een fysieke zitting;
- het proces-verbaal van comparitie van 6 november 2020.
2.De feiten
- De Beerze: € 129.000;
- ’t Goor: € 127.000;
- Bloksloot: € 85.000.
3.Het geschil
- i) de waardering dient niet door een eigen taxateur van de Staat maar door een (onafhankelijke) NRVT-taxateur plaats te vinden;
- ii) de Staat is uitgegaan van een theoretische levensduur van 15 jaar, waarna de opstallen worden gewaardeerd op 15% van de herbouwwaarde. In plaats daarvan dient te worden uitgegaan van de doorgaans veel langere feitelijke levensduur van de opstallen;
- iii) de Staat heeft, zo stelt hij, in het geval van renovatie de theoretische levensduur verlengd met tien jaar, te rekenen vanaf de renovatie. Aan dat uitgangspunt heeft de Staat zich tenminste niet gehouden bij de shop van locatie De Beerze. Bovendien bestaan er veel betere en verfijndere methoden gerenoveerde opstallen te waarderen.
full market valuevan eigendom is gewaardeerd.
4.De beoordeling
possession(eigendom) in de zin van deze bepaling, en
interference, dat wil zeggen ontneming of regulering van het eigendomsrecht.
lawfulis, dat wil zeggen bij wet voorzien,
general interest, dat wil zeggen of zij een algemeen belang dient, en
fair balance, dat wil zeggen een redelijk evenwicht, bestaat tussen de eisen van het algemeen belang en de bescherming van de fundamentele rechten van het individu.
assetsaan te merken en (iii) legitieme verwachtingen om een effectief genot van eigendomsrechten te verwerven.
assetsof legitieme verwachtingen in de hiervoor bedoelde zin aan te merken. De omstandigheid dat artikel 4 van de Benzinewet aan Enviem een recht op vergoeding van de waarde van de opstallen toekent leidt niet tot een ander oordeel.
€ 8.834, namelijk € 4.030 griffierecht en € 4.804 aan salaris advocaat (2 punten à € 2.402, volgens tarief VI), te vermeerderen met de wettelijke rente zoals door de Staat is gevorderd.