ECLI:NL:RBDHA:2020:13311

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 november 2020
Publicatiedatum
23 december 2020
Zaaknummer
AWB 19/7935
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring van beroep wegens niet tijdig indienen van gronden en bestreden besluit

In deze zaak heeft eiser op 16 oktober 2019 beroep ingesteld tegen een beslissing op bezwaar van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, welke beslissing dateert van 23 september 2019. De rechtbank heeft eiser verzocht om binnen vier weken de gronden van het beroep en een kopie van het bestreden besluit in te dienen. Eiser heeft echter niet gereageerd op dit verzoek. Op 18 november 2019 heeft de rechtbank opnieuw contact opgenomen met eiser om te vragen of de termijnoverschrijding verschoonbaar was. Eiser heeft uiteindelijk op 2 december 2019 de gronden van het beroep ingediend, maar niet binnen de gestelde termijn.

De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat het beroepschrift volgens artikel 6:5, eerste lid, van de Awb de gronden van het beroep moet bevatten en dat er een kopie van het bestreden besluit bijgevoegd moet zijn. Aangezien eiser deze documenten niet tijdig heeft ingediend, verklaart de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk. Dit houdt in dat het beroep niet inhoudelijk wordt behandeld.

Eiser heeft geprobeerd het verzuim te verklaren door te stellen dat er een systeemfout was bij het kantoor dat de faxberichten verstuurt. De rechtbank oordeelt echter dat het verzuim voor rekening en risico van eiser komt. De rechtbank heeft daarom besloten het beroep niet-ontvankelijk te verklaren. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager en is openbaar uitgesproken op 4 november 2020. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden aangetekend.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
Zaaknummers: AWB 19/7935
V-nummer: [#]

uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken in de zaak tussen

[naam], eiser
(gemachtigde: mr. S.N. Arikan),
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft op 16 oktober 2019 beroep ingesteld tegen een beslissing op bezwaar van verweerder van 23 september 2019.
Bij faxbericht van 18 oktober 2019 is eiser verzocht om binnen vier weken de gronden van het beroep mee te delen en een kopie toe te sturen van het besluit waartegen het beroep is gericht.
Eiser heeft niet gereageerd.
Bij faxbericht van 18 november 2019 is eiser verzocht om de rechtbank te berichten of en, zo ja, waarom de termijnoverschrijding verschoonbaar is.
Eiser heeft bij brief en per faxbericht gedateerd 2 december 2019 gereageerd alsmede de gronden van het beroep ingediend.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb bevat het beroepschrift de gronden van het beroep. Op grond van artikel 6:5, tweede lid, van de Awb moet met het beroepschrift een kopie van het bestreden besluit worden meegestuurd. Als aan vorengenoemde niet wordt voldaan, kan de rechtbank het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren. Dat is alleen anders als het betrokkene niet kan worden toegerekend dat hij geen gronden van het beroep en geen kopie van het bestreden besluit heeft toegestuurd.
2. Eiser heeft bij het indienen van het beroep geen gronden van het beroep en geen kopie van het bestreden besluit meegestuurd. De rechtbank heeft eiser gevraagd dit alsnog te doen. Hij heeft dit niet tijdig gedaan.
Vervolgens heeft de rechtbank eiser gevraagd om de rechtbank de reden van dit verzuim mee te delen. Bij brief alsmede faxbericht gedateerd 2 december 2020 heeft de gemachtigde van eiser de gronden ingediend en meegedeeld dat de gronden niet binnen de gestelde termijn waren ingediend, omdat het kantoor waarbij zij is aangesloten recentelijk was overgestapt naar een nieuw digitaal systeem voor faxberichten. Door een mogelijke systeemfout is het e-mailbericht niet ontvangen. Daarnaast heeft zij medegedeeld dat zij er van uit is gegaan dat herstelverzuimbrieven (tevens) per post worden verzonden, aangezien haar kantoor deze brieven doorgaans (tevens) per post ontvangt. Eiser verzoekt de rechtbank dan ook het beroep ontvankelijk te verklaren. Uit het leveringsverslag van 18 oktober 2019 blijkt dat het bericht met onderwerp FW:197935 is verzonden aan de gemachtigde van eiser en is voltooid zonder fouten. De rechtbank is van oordeel dat het onderhavige verzuim voor rekening en risico van eiser komt.
3. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk. Dit betekent dat het beroep niet inhoudelijk wordt behandeld.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. N.M.L. van der Kammen, griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op: 4 november 2020.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij deze rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.