ECLI:NL:RBDHA:2020:13289
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens gebrek aan contact tussen eiser en gemachtigde
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 december 2020 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het bestreden besluit, genomen op 29 oktober 2020, hield in dat de asielaanvraag van eiser niet in behandeling werd genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De gemachtigde van eiser, mr. A. Jhingoer, heeft aangegeven geen contact meer te hebben met eiser, die met onbekende bestemming is vertrokken.
Tijdens de zitting, die samen met een andere zaak plaatsvond, heeft de rechtbank vastgesteld dat zowel eiser als zijn gemachtigde niet aanwezig waren. De rechtbank concludeert uit deze omstandigheden dat eiser geen prijs meer stelt op internationale bescherming in Nederland. Hierdoor heeft eiser geen belang meer bij de beoordeling van het beroep. De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor proceskosten, en de uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier mr. N.M.L. van der Kammen.