ECLI:NL:RBDHA:2020:13289

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 december 2020
Publicatiedatum
23 december 2020
Zaaknummer
NL20.19047
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens gebrek aan contact tussen eiser en gemachtigde

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 december 2020 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het bestreden besluit, genomen op 29 oktober 2020, hield in dat de asielaanvraag van eiser niet in behandeling werd genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De gemachtigde van eiser, mr. A. Jhingoer, heeft aangegeven geen contact meer te hebben met eiser, die met onbekende bestemming is vertrokken.

Tijdens de zitting, die samen met een andere zaak plaatsvond, heeft de rechtbank vastgesteld dat zowel eiser als zijn gemachtigde niet aanwezig waren. De rechtbank concludeert uit deze omstandigheden dat eiser geen prijs meer stelt op internationale bescherming in Nederland. Hierdoor heeft eiser geen belang meer bij de beoordeling van het beroep. De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor proceskosten, en de uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier mr. N.M.L. van der Kammen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.19047
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser

V-nummer: [#]
(gemachtigde: mr. A. Jhingoer),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: N.H.T. Jansen).

Procesverloop

Bij besluit van 29 oktober 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen op de grond dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft gereageerd bij brief van 9 december 2020.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL20.19048, plaatsgevonden op 10 december 2020. Eiser is, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Overwegingen

1. Uit verweerders brief met bijlage van 9 december 2020, blijkt dat eiser met onbekende bestemming is vertrokken. Uit de bijlage blijkt verder dat de gemachtigde van eiser aan verweerder heeft gemeld dat hij geen contact meer heeft met eiser.
2. De rechtbank stelt vast dat eiser noch zijn gemachtigde is verschenen ter zitting. Uit al deze omstandigheden moet worden afgeleid dat eiser geen prijs meer stelt op internationale bescherming van Nederland. Dat betekent dat eiser geen belang meer heeft bij de beoordeling van het beroep.
3. Er is geen aanleiding voor proceskosten.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 10 december 2020 door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van mr. N.M.L. van der Kammen, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking van dit proces-verbaal.