Uitspraak
Vonnis van de kantonrechter in de zaak:
Procedure
- de dagvaarding d.d. 4 december 2019;
- de mondelinge conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek,
- de door partijen overgelegde producties.
Rechtbank Den Haag
In deze civiele procedure heeft Q-Park Operations Netherlands B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De zaak betreft een boete die Q-Park heeft opgelegd aan de gedaagde voor het niet correct gebruik van de parkeerfaciliteiten in de garage van Q-Park te Amsterdam-De Bijenkorf. De gedaagde heeft op 25 augustus 2019 haar voertuig geparkeerd in de garage en is deze op een onrechtmatige wijze, door 'treintje rijden', verlaten zonder gebruik te maken van een geldig parkeerbewijs. Q-Park vorderde een totaalbedrag van € 500,--, bestaande uit een boete en bijkomende kosten, en heeft haar vordering gematigd na een sommatie aan de gedaagde.
De gedaagde heeft verweer gevoerd door te stellen dat zij zelf niet de bestuurder was van het voertuig op het moment van het verlaten van de garage, aangezien zij in Polen was en net bevallen van een dochter. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat het de verantwoordelijkheid van de gedaagde was om de identiteit van de bestuurder kenbaar te maken aan Q-Park. Aangezien de gedaagde dit heeft nagelaten en de auto op haar naam geregistreerd staat, heeft de kantonrechter de vordering van Q-Park toegewezen.
De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 500,-- aan Q-Park, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft de gedaagde ook in de proceskosten veroordeeld. Dit vonnis is uitgesproken op 23 juli 2020 door kantonrechter mr. P.M. Frinking.