ECLI:NL:RBDHA:2020:13029
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Zorgregeling voor minderjarige tijdens kerstvakantie met moeder in Italië
In deze zaak, behandeld door de voorzieningenrechter mr. J. Brandt op 17 december 2020, is een kort geding aanhangig gemaakt door de moeder van de minderjarige [de minderjarige], die in Italië woont. De moeder vordert dat de vader, die in Nederland woont, medewerking verleent aan de zorgregeling zodat [de minderjarige] tijdens de kerstvakantie van 19 december 2020 tot 3 januari 2021 naar Italië kan reizen. De vader verzet zich hiertegen en stelt dat de reis niet in het belang van [de minderjarige] is, gezien de coronamaatregelen en het reisadvies van de Nederlandse overheid. De voorzieningenrechter oordeelt dat de zorgregeling moet worden nagekomen, tenzij er feiten zijn die dit in het belang van [de minderjarige] niet langer rechtvaardigen. De voorzieningenrechter overweegt dat het voor de ontwikkeling van [de minderjarige] van groot belang is om contact te hebben met beide ouders, vooral in deze moeilijke tijden. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van de moeder deels toe en beveelt de vader om de nodige stappen te ondernemen voor de reis van [de minderjarige] naar Italië. Tevens worden er voorwaarden gesteld aan de moeder voor de terugreis van [de minderjarige] naar Nederland. De voorzieningenrechter legt een dwangsom op voor het geval de vader of de moeder niet aan de uitspraak voldoen. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad en de proceskosten worden gecompenseerd.