ECLI:NL:RBDHA:2020:13006

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 oktober 2020
Publicatiedatum
18 december 2020
Zaaknummer
AWB 20/1915
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering uitstel van vertrek op grond van artikel 64 Vw wegens ontbrekende toestemmingsverklaring

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 oktober 2020 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, een Iraakse vreemdeling, had verzocht om uitstel van vertrek op basis van artikel 64 van de Vreemdelingenwet (Vw) vanwege zijn gezondheidstoestand. Het primaire besluit, genomen op 17 september 2019, weigerde dit uitstel. Eiser had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het bestreden besluit van 6 maart 2020 verklaarde het bezwaar kennelijk ongegrond.

De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet de vereiste volledig ingevulde toestemmingsverklaring heeft overgelegd, die noodzakelijk is voor het verkrijgen van een medisch advies van het Bureau Medische Advisering (BMA). Ondanks dat eiser in de bezwaarfase een toestemmingsverklaring heeft ingediend, ontbrak de toestemming voor het doorgeleiden van het medisch advies, waardoor het BMA niet om advies kon worden gevraagd. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris niet verplicht was om het BMA om advies te vragen, gezien het ontbreken van de benodigde documenten.

De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was, omdat de relevante medische informatie niet volledig was aangeleverd. Eiser had weliswaar ernstige medische problematiek, maar zonder de juiste toestemmingsverklaringen kon de staatssecretaris geen gebruik maken van de medische adviezen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 20/1915

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 oktober 2020 in de zaak tussen

[eiser] eiser, V-nummer: […]

gemachtigde: mr. C.G. Matze,
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
gemachtigde: mr. E. van Hoof.

Procesverloop

Bij besluit van 17 september 2019 (het primaire besluit) heeft verweerder ambtshalve besloten om aan eiser geen uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vw [1] te verlenen.
Bij besluit van 6 maart 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser tegen het primaire besluit kennelijk ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De behandeling van het beroep heeft plaatsgevonden in Breda op 17 september 2020. Eiser is ter zitting verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Tevens was aanwezig tolk Y. E-Rramdani. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser is geboren op [geboortedatum] en bezit de Iraakse nationaliteit. Op 13 december 2015 heeft hij een asielaanvraag ingediend. Bij besluit van 8 februari 2019 heeft verweerder deze aanvraag afgewezen. Daarbij is aan eiser, in afwachting van een beslissing over de toepassing van artikel 64 van de Vw, voorlopig uitstel van vertrek verleend op grond van artikel 64 van de Vw voor de periode van 8 februari 2019 tot 8 augustus 2019, of zoveel korter tot het moment waarop ambtshalve is beslist.
2. In een afzonderlijk brief van 8 februari 2019 heeft verweerder aangegeven dat voor verdere besluitvorming onderzoek door BMA [2] noodzakelijk is. Ten behoeve van dat onderzoek heeft verweerder eiser verzocht het formulier ‘Bijlage Toestemmingsverklaring medische gegevens’ in te vullen en ondertekend op te sturen. Eiser heeft vervolgens twee toestemmingsverklaringen overgelegd, waarna BMA informatie heeft opgevraagd bij de daarop aangegeven behandelaars. BMA heeft geen informatie van de behandelend internist ontvangen. In een nota van 10 mei 2019 komt BMA daarom tot de conclusie dat er onvoldoende medische informatie aanwezig is om tot een zorgvuldig medisch advies te komen.
3. Verweerder heeft eiser daarop bij brief van 16 mei 2019 in de gelegenheid gesteld om de informatie aan te vullen. Eiser heeft vervolgens een brief van de behandeld internist van 21 mei 2019 overgelegd. Verweerder heeft dit stuk voorgelegd aan BMA, waarna BMA de zaak opnieuw heeft beoordeeld. In een nota van 4 juni 2019 heeft BMA aangegeven naar aanleiding van de eerder ontvangen informatie van eisers huisarts aanvullende informatie op te willen vragen bij psychiater F. Felix, maar dat een toestemmingsverklaring voor deze behandelaar ontbreekt. Voor een medisch onderzoek is deze verklaring noodzakelijk.
4. Daarop heeft verweerder eiser bij brief van 4 juni 2019 in de gelegenheid gesteld de ontbrekende toestemmingverklaring over te leggen. Daarbij is aangegeven dat er geen medisch advies aan BMA kan worden gevraagd als deze verklaring niet wordt toegezonden. Op 20 en 25 juni 2019 heeft eiser toestemmingsverklaringen overgelegd.
5. Bij besluit van 7 augustus 2019 heeft verweerder het verleende uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vw verlengd van 8 augustus 2019 tot 8 februari 2020, of zoveel korter tot het moment waarop ambtshalve is beslist.
6. Bij het primaire besluit, gehandhaafd bij het bestreden besluit, heeft verweerder ambtshalve besloten om aan eiser geen uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vw te verlenen. Verweerder heeft zich daarbij op het standpunt gesteld dat BMA niet om een medisch advies kan worden gevraagd, omdat een volledig ingevulde toestemmingsverklaring die ziet op psychiater Felix ontbreekt.
Wettelijk kader & beleidskader
7.1
Op grond van artikel 64 van de Vw blijft uitzetting achterwege zolang het gelet op de gezondheidstoestand van de vreemdeling of die van een van zijn gezinsleden niet verantwoord is om te reizen.
7.2
Volgens paragraaf A3/7.2.4 van de Vc [3] overlegt de vreemdeling bij zijn aanvraag om uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vw in ieder geval, voor zover hier relevant, een ingevulde en ondertekende toestemmingsverklaring met vermelding van de behandelaars en relevante medische gegevens.
Volgens paragraaf A3/7.2.5 van de Vc, voor zover hier relevant, vraagt de IND de vreemdeling of zijn gemachtigde in ieder geval om aanvullende informatie of bewijsmiddelen als de relevante medische gegevens of overige bewijsmiddelen niet volledig zijn of in het geheel ontbreken. Het BMA beoordeelt in dit kader of de relevante medische gegevens zijn aangeleverd. Als het BMA oordeelt dat de vreemdeling niet alle relevante medische gegevens heeft overgelegd, dan meldt het BMA dit bij de IND. De IND geeft schriftelijk aan de vreemdeling aan, welke gegevens ontbreken. De eerder ingestuurde medische stukken hoeft de vreemdeling niet opnieuw naar de IND te sturen. Als deze medische stukken ouder zijn geworden dan drie maanden dan moet de vreemdeling zorgen voor een actualisering van de medische stukken en deze naar de IND zenden.
Volgens paragraaf A3/7.2.6 van de Vc verzoekt de IND het BMA in ieder geval niet om een advies uit te brengen als de vreemdeling incomplete of ontbrekende bewijsmiddelen als genoemd in paragraaf A3/7.2.4 Vc overlegt en deze niet heeft aangevuld, ondanks dat de IND hem daartoe in de gelegenheid heeft gesteld.
Beoordeling
8. In de nota van 4 juni 2019 heeft BMA aangegeven aanvullende vragen te willen stellen aan psychiater Felix, maar dat de daarvoor vereiste toestemmingsverklaring ontbreekt. Verweerder heeft eiser daarop bij brief van diezelfde datum in de gelegenheid gesteld deze verklaring alsnog in te leveren. De toestemmingsverklaringen die eiser op 20 en 25 juni 2019 heeft overgelegd, zien echter niet op psychiater Felix. Volgens het hiervoor genoemde beleid, dat de rechtbank niet onredelijk acht, heeft verweerder het BMA daarom niet om advies hoeven vragen.
9. Eiser stelt dat hij het verzuim hierna heeft hersteld, door in de bezwaarfase op 23 oktober 2019 alsnog een toestemmingsverklaring die ziet op psychiater Felix over te leggen. Tussen partijen is niet in geschil dat eiser punt 4 van die verklaring (over de toestemming voor het doorgeleiden van het medisch advies) niet heeft ingevuld of ondertekend. Zoals verweerder ter zitting nader heeft toegelicht is deze toestemming noodzakelijk, omdat een door BMA uitgebracht medisch advies anders niet doorgeleid kan worden aan verweerder. Verweerder kan dan geen gebruik maken van het advies van BMA. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder BMA daarom niet alsnog om advies hoeven vragen.
10. Niet ter discussie staat dat er bij eiser sprake is van ernstige medische problematiek, zoals ook duidelijk blijkt uit de door hem overgelegde stukken. Zoals verweerder in zijn verweerschrift echter terecht aangeeft, maakt het ontbreken van een volledig ingevulde toestemmingsverklaring dat de in de beroepsfase overgelegde medische informatie over eisers gezondheidstoestand niet voorgelegd wordt aan BMA. De dag voor de zitting heeft eiser ook nog twee volledig ingevulde toestemmingsverklaringen overgelegd, waaronder een verklaring die ziet op D. Lam, de huidige behandelend psychiater van eiser. Met verweerder is de rechtbank van oordeel dat dit stuk in deze procedure niet tot een ander oordeel kan leiden. Er loopt inmiddels een nieuwe procedure waarin alle medische informatie, voorzien van de volledig ingevulde toestemmingsverklaringen die zien op eisers behandelaars, ingebracht kan worden en ter verdere beoordeling voorgelegd kan worden aan BMA.
11. Het beroep is ongegrond.
12. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.A. Karsten-Badal, rechter, in aanwezigheid van mr. A.J.J. Sterks, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 22 oktober 2020.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Voetnoten

1.Vreemdelingenwet 2000
2.Bureau Medische Advisering
3.Vreemdelingencirculaire 2000