ECLI:NL:RBDHA:2020:12909

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 augustus 2020
Publicatiedatum
17 december 2020
Zaaknummer
NL20.13880
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid België

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 21 augustus 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een asielzoekster. De verzoekster, die Guinese nationaliteit claimt, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Echter, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had deze aanvraag niet in behandeling genomen, met als reden dat België verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 18 augustus 2020, waar verzoekster werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. L.M. Straver, en een tolk, mevrouw J.P.M. Olsthoorn. De vertegenwoordiger van de Staatssecretaris was ook aanwezig. Tijdens de zitting werd de zaak NL20.13879 behandeld, die verband hield met het verzoek om voorlopige voorziening. De rechtbank heeft in de bodemzaak, die op dezelfde dag werd behandeld, het beroep gegrond verklaard, wat betekende dat de voorlopige voorziening niet meer nodig was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen.

Desondanks heeft de voorzieningenrechter de Staatssecretaris veroordeeld tot betaling van de proceskosten van verzoekster, vastgesteld op € 525,-. Dit bedrag is gebaseerd op de kosten voor rechtsbijstand, aangezien verzoekster een toevoeging had ontvangen. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL20.13880
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoekster], verzoekster V-nummer: [V-nummer] (gemachtigde: mr. L.M. Straver),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. A. Dijcks).

Procesverloop

Bij besluit van 10 juli 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat België verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL20.13879, plaatsgevonden op 18 augustus 2020. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen mevrouw J.P.M. Olsthoorn. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Verzoekster stelt dat zij de Guinese nationaliteit heeft en dat zij is geboren op [1991]
Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.13879, heeft de rechtbank het beroep in de bodemzaak waarover dit verzoek om voorlopige voorziening gaat gegrond verklaard. De voorzieningenrechter wijst daarom het verzoek om voorlopige voorziening af. Omdat de rechtbank het beroep gegrond heeft verklaard, is namelijk geen voorlopige voorziening meer nodig
Gelet op de uitkomst van de bodemzaak veroordeelt de voorzieningenrechter verweerder wel in de door verzoekster gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een
derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 525,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 525,- en een wegingsfactor 1). Omdat aan verzoekster een toevoeging is verleend, moet verweerder de proceskostenvergoeding betalen aan de rechtsbijstandverlener.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van € 525,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A. Vranken, griffier.
Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken..
De uitspraak is gedaan op:
21 augustus 2020

Documentcode: [documentcode]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.