ECLI:NL:RBDHA:2020:12904
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de beslissing om het asielverzoek niet in behandeling te nemen op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel en de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, wordt de beslissing van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld om het asielverzoek van eiser niet in behandeling te nemen. De rechtbank heeft op 3 december 2020 uitspraak gedaan in de zaak, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. S.R. Kwee, en de staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. H.J. Metselaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van het asielverzoek, aangezien eiser eerder in Duitsland asiel heeft aangevraagd. Nederland heeft Duitsland verzocht eiser terug te nemen, wat door Duitsland is geaccepteerd.
Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris, waarbij hij aanvoert dat Nederland de verantwoordelijkheid voor zijn asielaanvraag moet nemen op basis van artikel 17 van de Dublinverordening. Eiser stelt dat er structurele tekortkomingen zijn in de asielprocedure en opvangvoorzieningen in Duitsland, en dat de rechtsbijstand voor vreemdelingen niet adequaat is. De rechtbank oordeelt echter dat Nederland op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel mag vertrouwen op de naleving van de Europese waarden door Duitsland. Eiser is er niet in geslaagd om aannemelijk te maken dat hij in Duitsland geen toegang heeft tot opvang en zorg.
De rechtbank concludeert dat er geen bewijs is dat de wijze waarop Duitsland rechtsbijstand verleent in strijd is met de Europese asielrichtlijnen. De enkele omstandigheid dat eiser mogelijk in vreemdelingenbewaring zal worden gezet, leidt niet tot de conclusie dat er sprake is van structurele tekortkomingen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gemaakt op 3 december 2020.