Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.ZUIDELIJKE LAND EN TUINBOUWORGANISATIE, te Den Bosch,
[eisende partij sub 2], te [plaats 1] ,
[eisende partij sub 3], te [plaats 2] ,
[eisende partij sub 4], te [plaats 3] ,
[eisende partij sub 5a],
[eisende partij sub 5b], beiden te [plaats 4]
[eisende partij sub 6a] ,te [plaats 4] ,
[eisende partij sub 6b] ,te [plaats 4]
[eisende partij sub 7], te [plaats 5] ,
[eisende partij sub 8], te [plaats 6] ,
[eisende partij sub 9], te [plaats 7] ,
[eisende partij sub 10] ,te [plaats 8] ,
1.De procedure
- het tussenvonnis van de rechtbank van 15 juli 2020;
- de akte uitlating na tussenvonnis van 26 augustus 2020 van ZLTO c.s. met productie;
- de akte ‘uitlating belang eisers en overlegging producties’ van de Provincie van 26 augustus 2020 met producties.
2.De verdere beoordeling
coalitieakkoord/ wijziging Interim omgevingsverordening - regelwijziging 2
lees veehouders, rb) en de beoordeling daarvan. Als deze wijzigingen binnen afzienbare tijd worden doorgevoerd, is het de vraag welk belang de individuele eisers nog hebben bij verdere beoordeling van hun vorderingen. De rechtbank zal daarom partijen in de gelegenheid stellen zich bij – gelijktijdig te nemen – akte daarover uit te laten. Zij dienen zich ook, gelet op de verwachtte wijzigingen in de artikelen 2.66 en 2.67 IOV, uit te laten over de vraag of en hoe deze procedure moet worden voortgezet. Daartoe zal de procedure naar de rol worden verwezen.
3.De beslissing
10 februari 2021voor het nemen van een akte door ZLTO c.s. over hetgeen is vermeld onder 2.12, waarna de Provincie op de rol van zes weken daarna een antwoordakte kan nemen,