ECLI:NL:RBDHA:2020:12693
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Nieuwe machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp
Op 24 november 2020 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. Het verzoek tot machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp is ingediend door Stichting Jeugdbescherming West Zuid-Holland, de gecertificeerde instelling. De kinderrechter heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder het verzoekschrift en de instemmingsverklaring van een gedragswetenschapper. De zaak is behandeld met gesloten deuren, waarbij de voormalig pleegmoeder niet is verschenen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [minderjarige] al lange tijd in een gesloten instelling verblijft en dat er ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen zijn die zijn ontwikkeling belemmeren. Ondanks de inspanningen om een geschikte vervolgplek te vinden, is dit tot op heden niet gelukt. De gecertificeerde instelling heeft aangegeven dat de veiligheidsrisico's te groot zijn om [minderjarige] buiten de gesloten setting te laten verblijven, gezien zijn problematiek en eerdere incidenten.
De kinderrechter heeft de situatie van [minderjarige] beoordeeld en geconcludeerd dat een nieuwe machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is om te voorkomen dat hij zich aan de benodigde jeugdhulp onttrekt. De kinderrechter heeft daarom besloten om de machtiging te verlenen voor de periode van 25 november 2020 tot 5 augustus 2021, met de hoop dat er in de tussentijd een geschikte vervolgplek voor [minderjarige] kan worden gevonden.