ECLI:NL:RBDHA:2020:12537
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verlenging van voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke procedure inzake omgevingsvergunning
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 november 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoek is ingediend door Commandeur, de objectvergunninghouder van de Nieuwe Haven, en de Staatssecretaris van Defensie, vertegenwoordigd door hun gemachtigden. De voorzieningenrechter heeft eerder op 13 augustus 2020 een voorlopige voorziening toegewezen, waarbij het bestreden besluit en het primaire besluit tot 1 januari 2021 zijn geschorst. Dit was noodzakelijk om het overleg tussen partijen over de omgevingsvergunningsaanvraag de ruimte te geven.
Tijdens de mondelinge behandeling op 16 november 2020 is gebleken dat het overleg tussen partijen nog gaande is en dat een oplossing voor de ontstane situatie niet vóór 1 januari 2021 zal zijn bereikt. Gezien deze omstandigheden heeft de voorzieningenrechter besloten om de schorsing van het bestreden besluit en het primaire besluit te verlengen tot 1 mei 2021. Dit biedt partijen de gelegenheid om hun overleg voort te zetten en tot een oplossing te komen.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing. De voorzieningenrechter, mr. D.R. van der Meer, heeft de beslissing in aanwezigheid van de griffier, mr. L.F.A. Bouwens-Bos, genomen. De uitspraak is van belang voor de betrokken partijen en biedt duidelijkheid over de voortgang van de procedure en de status van de omgevingsvergunning.