ECLI:NL:RBDHA:2020:12537

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 november 2020
Publicatiedatum
9 december 2020
Zaaknummer
AWB - 20 _ 4241 vovo2
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke procedure inzake omgevingsvergunning

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 november 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoek is ingediend door Commandeur, de objectvergunninghouder van de Nieuwe Haven, en de Staatssecretaris van Defensie, vertegenwoordigd door hun gemachtigden. De voorzieningenrechter heeft eerder op 13 augustus 2020 een voorlopige voorziening toegewezen, waarbij het bestreden besluit en het primaire besluit tot 1 januari 2021 zijn geschorst. Dit was noodzakelijk om het overleg tussen partijen over de omgevingsvergunningsaanvraag de ruimte te geven.

Tijdens de mondelinge behandeling op 16 november 2020 is gebleken dat het overleg tussen partijen nog gaande is en dat een oplossing voor de ontstane situatie niet vóór 1 januari 2021 zal zijn bereikt. Gezien deze omstandigheden heeft de voorzieningenrechter besloten om de schorsing van het bestreden besluit en het primaire besluit te verlengen tot 1 mei 2021. Dit biedt partijen de gelegenheid om hun overleg voort te zetten en tot een oplossing te komen.

De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing. De voorzieningenrechter, mr. D.R. van der Meer, heeft de beslissing in aanwezigheid van de griffier, mr. L.F.A. Bouwens-Bos, genomen. De uitspraak is van belang voor de betrokken partijen en biedt duidelijkheid over de voortgang van de procedure en de status van de omgevingsvergunning.

Uitspraak

REchtbank DEN Haag

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 20/4241
uitspraak van de voorzieningenrechter van 26 november 2020 op het verzoek om een voorlopige voorziening van
1. Commandeur [verzoeker, sub 1] ,objectvergunninghouder van de Nieuwe Haven,
2. de Staatssecretaris van Defensie,
verzoekers
hierna gezamenlijk ook te noemen ‘Defensie’,
(gemachtigde: mr. A. Collignon),
tegen

de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, verweerder.

(gemachtigde: mr. P.C. Cup, werkzaam bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT))

Procesverloop

Voor het procesverloop wordt verwezen naar de uitspraak van 13 augustus 2020. Bij die uitspraak heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen, in die zin dat het bestreden besluit en het primaire besluit tot 1 januari 2021 zijn geschorst.
Op 16 november 2020 heeft ten overstaan van de meervoudige kamer van deze rechtbank de mondelinge behandeling ter zitting van de bodemprocedure met zaaknummer SGR 20/4245 plaatsgevonden. Met instemming van partijen heeft de rechtbank het onderzoek ter zitting in die zaak geschorst tot 1 mei 2021.

Overwegingen

Met zijn uitspraak van 13 augustus 2020 heeft de voorzieningenrechter de in geding zijnde besluiten voor een relatief korte periode geschorst, en wel tot 1 januari 2021, dit met het oog op het gevoerde en te voeren overleg over het afronden van een omgevingsvergunningsaanvraag.
Uit het proces-verbaal schorsing van de zitting van 16 november 2020 in de bodemprocedure (SGR 20/4245) blijkt dat het overleg tussen partijen, dat thans is gericht op het vinden van een oplossing voor de ontstane situatie, nog niet vóór 1 januari 2021 zal zijn afgerond.
Nu dit overleg wordt voortgezet en het onderzoek ter zitting in de bodemprocedure is geschorst tot 1 mei 2021 ziet de voorzieningenrechter ambtshalve aanleiding de getroffen voorlopige voorziening te verlengen in die zin dat het bestreden besluit en het primaire besluit thans ook na 1 januari 2021 worden geschorst, en wel tot 1 mei 2021.
Beslissing
De voorzieningenrechter:
- verlengt de schorsing van het bestreden besluit en het primaire besluit tot
1 mei 2021.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.R. van der Meer, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. L.F.A. Bouwens-Bos, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 26 november 2020.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.