7.5Het oordeel van de rechtbank
Overweging over het verzoek van de raadsman
De omstandigheid dat de verdachte weinig geld heeft, kan niet meewegen in het oordeel van de rechtbank over het (eventuele) toewijzen van schadevergoeding. Als er schade is, moet deze schade immers vergoed worden door de verdachte als sprake is van een bewezenverklaard feit. Bovendien kan niet uitgesloten worden dat de verdachte in de toekomst wel over voldoende middelen zal kunnen beschikken. De rechtbank gaat dus aan dit verzoek voorbij.
Algemene overweging over de immateriële schade:
Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan worden vastgesteld dat de benadeelde partijen rechtstreeks immateriële schade hebben geleden door het onder 1 bewezen verklaarde feit. Vaststaat dat deze brand voor alle betrokkenen een heftige gebeurtenis is geweest. De rechtbank zal de geleden immateriële schade voor alle benadeelde partijen naar billijkheid vaststellen op een bedrag van € 1.500,-. Voor zover de benadeelde partij om een hogere vergoeding had verzocht zal de vordering voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard.
Materiële schade
De rechtbank zal nu per vordering waarbij materiële schade is gevorderd, bespreken welk bedrag toewijsbaar is.
Vordering [slachtoffer 1]
De post eigen risico zorgverzekering (€289,37) is voldoende onderbouwd en zal worden toegewezen. De post vervangende huurauto is tot een bedrag van € 514,92, namelijk met een factuur, voldoende onderbouwd en zal daarom tot dat bedrag worden toegewezen. Het meerdere van deze schadepost zal worden afgewezen.
De post zonnebril (€ 320,-) is niet onderbouwd. De posten beveiligingscamera’s (€ 810,-) en verhuiskosten (€ 3.202,50) zijn naar het oordeel van de rechtbank niet rechtstreekse schade van het bewezenverklaarde onder 1. De benadeelde partij zal voor deze posten niet-ontvankelijk worden verklaard.
Er zal een totaalbedrag aan materiële schade van € 804,29 worden toegewezen.
Vordering [benadeelde 1]
Dat deze benadeelde partij rechtstreekse schade heeft door het onder 1 bewezenverklaarde feit staat vast. Alhoewel er weinig onderbouwing is voor de waarde van de auto (de Fiat Punto) en de andere posten, begroot de rechtbank de omvang van de schade naar billijkheid op € 3.000,- en bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige in dit deel van de vordering niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
Vordering [slachtoffer 2]
De post niet door verzekeraar vergoede schade (€ 150,-) voor de Opel Agila (feit 3) is weliswaar niet onderbouwd, maar de rechtbank begroot de omvang van de schade naar billijkheid op € 150,-. Vaststaat immers dat deze benadeelde partij rechtstreekse schade heeft geleden door het onder 3 bewezen verklaarde feit.
Vordering [benadeelde 2]
Dat deze benadeelde partij rechtstreekse schade heeft door het onder 1 bewezenverklaarde feit staat vast. Op basis van de aangeleverde informatie schat de rechtbank de omvang van de schade naar billijkheid op € 3.000,- en bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
Vordering [benadeelde 11]
De benadeelde partij zal voor dit deel van de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat de schadeposten onvoldoende zijn onderbouwd.
Vordering [benadeelde 13]
De post eigen risico zorgverzekering (€ 385,-) is voldoende onderbouwd en zal worden toegewezen.
Vordering [benadeelde 14]
De post lening gemeente bijzondere bijstand (€ 1.718,32) is voldoende onderbouwd en zal worden toegewezen.
De post diverse matrassen, bedden, dekbedden, bedbanken en hoofdkussens (€ 875,-) is onvoldoende onderbouwd, omdat onvoldoende inzicht is gegeven waarom de lening bijzondere bijstand daarvoor niet afdoende was. De benadeelde partij zal in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard.
Vordering [benadeelde 21]
De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat de schadepost ‘eigen risico’ onvoldoende is onderbouwd.
Vordering [benadeelde 22]
De post schoonmaakkosten eigen woning (€ 500,-) is onvoldoende onderbouwd. De posten extra energiekosten woning schoonfamilie jan/feb 2020 (€ 131,-) en verhuiskosten
(€ 5.000,-) zijn geen rechtstreekse schade van het onder 1 bewezenverklaarde feit. De benadeelde partij zal voor dit deel van de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard.
Conclusie
De rechtbank zal (gedeeltelijk) toewijzen de vorderingen van:
[slachtoffer 1] : € 2.304,92, bestaande uit € 804,29 aan materiële schade en € 1.500,- aan immateriële schade.
[benadeelde 1] : € 4.500,-, bestaande uit € 3.000,- aan materiële schade en € 1.500,- aan immateriële schade.
[slachtoffer 2] : € 1.650,-, bestaande uit € 150,- aan materiële schade en € 1.500,- aan immateriële schade.
[benadeelde 2] : € 4.500,-, bestaande uit € 3.000,- aan materiële schade en € 1.500,- aan immateriële schade.
[benadeelde 3] : € 1.500,- bestaande uit immateriële schade.
[benadeelde 4] : € 1.500,- bestaande uit immateriële schade.
[benadeelde 5] (2010): € 1.500,- bestaande uit immateriële schade.
[benadeelde 6] (2012): € 1.500,- bestaande uit immateriële schade.
[benadeelde 7] (2018): € 1.500,- bestaande uit immateriële schade.
[benadeelde 8] : € 1.500,- bestaande uit immateriële schade.
[benadeelde 9] : € 1.500,- bestaande uit immateriële schade.
[benadeelde 10] : € 1.500,- bestaande uit immateriële schade.
[benadeelde 11] : € 1.500,- bestaande uit immateriële schade.
[benadeelde 12] : € 1.500,- bestaande uit immateriële schade.
[benadeelde 13] : € 1.885,-, bestaande uit € 385,- aan materiële schade en € 1.500,- aan immateriële schade.
[benadeelde 14] : € 3.218,32, bestaande uit € 1.1718,32 aan materiële schade en € 1.500,- aan immateriële schade.
[benadeelde 15] : € 1.500,- bestaande uit immateriële schade.
[benadeelde 16] : € 1.500,- bestaande uit immateriële schade.
[benadeelde 17] : € 1.500,- bestaande uit immateriële schade.
[benadeelde 18] : € 1.500,- bestaande uit immateriële schade.
[benadeelde 19] : € 1.500,- bestaande uit immateriële schade.
[benadeelde 20] : € 1.500,- bestaande uit immateriële schade.
[benadeelde 22] : € 1.500,- bestaande uit immateriële schade.
[benadeelde 23] : € 1.500,- bestaande uit immateriële schade.
[benadeelde 24] : € 1.500,- bestaande uit immateriële schade.
De rechtbank wijst het (eventuele) meer gevorderde af of verklaart het niet-ontvankelijk wegens eerder genoemde redenen. De benadeelde partijen die gedeeltelijk niet-ontvankelijk zijn verklaard, kunnen dat deel van de vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Nu de vorderingen van de benadeelde partijen (deels) worden toegewezen, dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen tot aan deze uitspraak in verband met hun vorderingen hebben gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partijen ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moeten maken.
De rechtbank zal voorts de gevorderde wettelijke rente toewijzen vanaf 1 januari 2020.
Nu de verdachte jegens de benadeelde partijen naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade als gevolg van de door hem gepleegde strafbare feiten is toegebracht en de verdachte voor deze feiten zal worden veroordeeld, zal de rechtbank aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag ter hoogte van de voornoemde toegewezen bedragen, vermeerderd met de wettelijke rente daarvoor vanaf 1 januari 2020, tot aan de dag waarop deze vorderingen zijn voldaan.
Als de verdachte niet het volledige bedrag betaalt en/of niet het volledige bedrag op hem kan worden verhaald, kan gijzeling worden toegepast voor de duur van één dag per € 50,- met een maximum van 365 dagen voor alle vorderingen tezamen. Het toepassen van gijzeling ontslaat de verdachte niet van zijn betalingsverplichting aan de Staat.
De vordering van [benadeelde 21] wordt niet-ontvankelijk verklaard, vanwege onvoldoende onderbouwing. Zij kan deze vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Nu deze vordering niet-ontvankelijk wordt verklaard, dient de benadeelde partij te worden veroordeeld in de kosten die de verdachte in verband met de vordering heeft gemaakt en nog zal maken, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil.