Uitspraak
Rechtbank den haag
1.Arriva Personenvervoer Nederland B.V. te Heerenveen,
Transdev Nederland Holding N.V.te Utrecht,
QBuzz B.V.te Utrecht,
Keolis Nederland B.V.te Doetinchem,
EBS Public Transportation B.V.te Amsterdam,
Federatie van Mobiliteitsbedrijven in Nederland (FMN)te Heerenveen,
1.Allrail VZW te Brussel (België),
Flixmobility Gmbhte München (Duitsland),
Flixbus B.V.te Amsterdam,
Intermodalidad de Levante S.A.te Valencia (Spanje),
Leo Express Global A.S.te Praag (Tsjechië),
MEV Eisenbahn-Verkehrsgesellschaft Mbhte Mannheim (Duitsland),
Regiojet A.S.te Brno (Tsjechië),
1.De procedure
2.Het incident tot voeging
3.De feiten en het juridisch kader
4.Het geschil
5.De beoordeling van het geschil
de modaliteitenwaaronder onderhandse gunning zal plaatsvinden feitelijk nog politiek ter discussie staan, waaronder de omvang van de concessie. Gelet hierop kan worden aangenomen dat de gekozen route voor onderhandse gunning, namelijk gunning op basis van artikel 5 lid 6 PSO-verordening, vaststaat en geen onderwerp meer is van politiek debat. Juist die juridische route (en de voor hen nadelige gevolgen ervan) worden door Arriva cs ter discussie gesteld in dit kort geding. Zij achten de beoogde gunning op basis van artikel 5 lid 6 PSO-verordening onwettig en zij stellen daarom een evident belang te hebben bij een snelle rechterlijke toetsing in kort geding.
op grond van artikel 5 lid 6 PSO-verordening. Bij die inhoudelijke beoordeling staat de vraag centraal of de opvolgende HRN-concessie vanaf 1 januari 2025 aan de NS kan worden verleend door middel van een onderhandse gunning op grond van artikel 5 lid 6 PSO-verordening. Volgens Arriva cs is dat niet het geval. Volgens de Staat is dat wel mogelijk, mits het formele besluit om te gunnen wordt genomen vóór 25 december 2023. Het geschil van partijen spitst zich toe op de uitleg van de in de PSO-verordening opgenomen overgangsregeling.
einddatum van een openbaredienstcontract na de einddatum van de overgangsregeling kan liggen, maar zegt niets over de ingangsdatum. In dit geval ligt de voorgenomen
aanvangsdatum van de concessie (1 januari 2025) ruim een jaar ná de einddatum van de overgangsregeling. Of dat laatste ook is toegestaan, volgt niet uit het door de Staat genoemde arrest.
in het kader van hun bewijspositiebelang te hebben bij afgifte van de informatie die zij hebben opgevraagd met hun Wob-verzoeken. Niet valt in te zien dat Arriva cs daar belang bij hebben in deze procedure, die eindigt met dit vonnis. Gesteld noch gebleken is dat Arriva cs voornemens zijn met behulp van de gevraagde informatie een nieuwe (bodem)procedure te entameren.