ECLI:NL:RBDHA:2020:12215
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van lesbische Servische vrouw en de beoordeling van veilig land van herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 november 2020 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Servische vrouw die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond, met een inreisverbod van twee jaar. De eiseres, geboren in 1969, heeft aangevoerd dat zij in Servië niet veilig is vanwege haar lesbische geaardheid, haar Joodse achtergrond en haar medische problemen. Tijdens de zitting op 26 oktober 2020 is eiseres gehoord via telehoren vanuit detentiecentrum Zeist, en is er een tolk aanwezig geweest. De rechtbank heeft de verklaringen van eiseres over haar identiteit en seksuele geaardheid geloofwaardig geacht, maar niet de stelling dat zij geen toegang heeft tot medische voorzieningen in Servië. De rechtbank oordeelt dat Servië als veilig land van herkomst kan worden beschouwd, met uitzondering van specifieke situaties voor journalisten en LHBTI-personen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij bij terugkeer naar Servië een reëel risico loopt op ernstige schade. De rechtbank heeft het bestreden besluit gedeeltelijk vernietigd, omdat het opleggen van het inreisverbod onterecht was, en heeft de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van eiseres.