De rechtbank heeft op basis van het proces-verbaal het volgende vastgesteld.
De goederen zijn aangetroffen in een door een medeverdachte van eiser (de medeverdachte) gehuurde ruimte. Eiser kent de medeverdachte en ook andere medeverdachten persoonlijk en heeft met de medeverdachten telefonisch contact gehad en is in hun aanwezigheid geweest.
Bij doorzoeking van eisers woning zijn documenten aangetroffen, die betrekking hebben op de voor het opzetten van een tabaksfabriek benodigde machines, grondstoffen en ander materiaal, alsmede berekeningen van kosten en opbrengsten.
Tevens is bij eiser aangetroffen een oppasovereenkomst voor het object [weg 1] [huisnummer 2] te [plaats 2] , plaatselijk ook bekend als de [objectnaam] . Eiser is door de huurder van een loods aan de [weg 1] [huisnummer 3] te [plaats 2] (dit is een ander gebouw dan de [objectnaam] ) bij die loods aangetroffen en heeft volgens de huurder gezegd dat hij van een derde persoon toestemming had gekregen om de loods te gebruiken. Het proces-verbaal bevat op 21 november 2017 in de loods genomen foto’s. Deze foto’s zouden zijn gemaakt tijdens een inspectie. Uit het proces-verbaal kan niet worden afgeleid wie deze inspectie heeft uitgevoerd, of uit hoofde van welke bevoegdheid deze werd uitgevoerd. Op de foto’s is te zien dat in de loods kartonnen dozen staan en dat één van deze dozen op een pompwagen staat.
In de ruimte aan de [straat] [huisnummer 1] te [plaats 1] zijn stapels lege dozen, een grote kartonnen doos en een pompwagen aangetroffen.
Op 5 december 2017 zijn op naam van een B.V., waarvan de medeverdachte de DGA is, bij een autoverhuurbedrijf twee Volkswagens Crafter en een Volkswagenbusje gehuurd. Eiser was aanwezig toen de huurovereenkomst werd getekend en de auto’s werden opgehaald. Eiser heeft bij die gelegenheid op een tablet een handtekening gezet.
De medeverdachte heeft met de gebruiker van het perceel [weg 2] [huisnummer 4] te ’ [plaats 3] afgesproken dat het perceel gebruikt kon worden voor het overladen van goederen. Op 6 december 2017 is bij dit perceel een vrachtwagen met een [buitenlands] kenteken gearriveerd. Op dat moment stonden de op 5 december 2017 gehuurde Crafters op dit perceel. De lading uit de vrachtwagen was verpakt in grote kartonnen dozen. De dozen zijn overgeladen in de Crafters. De vrachtwagen is vertrokken en de Crafters zijn tot 10 december 2017 op het perceel aan de [weg 2] [huisnummer 4] te ’ [plaats 3] blijven staan. De gebruiker van het perceel heeft tegenover de FIOD verklaard dat er volgens hem tabak in de dozen zat. Uit de GPS-gegevens van de Crafters blijkt dat deze op 10 december 2017 van de [weg 2] [huisnummer 4] te ’ [plaats 3] naar de [straat] in [plaats 1] zijn gereden en, na enige tijd te hebben stilgestaan, van het laatst genoemde adres naar de [weg 1] in [plaats 2] en na weer enige tijd stilstand weer terug naar [plaats 1] zijn gereden. De Crafters zijn op 11 december 2017 weer bij het verhuurbedrijf ingeleverd. Het Volkswagenbusje is bij de inval op 12 december 2017 aangetroffen in de loods aan de [straat] [huisnummer 1] te [plaats 1] .
Uit de gps-gegevens van een telefoon van eiser blijkt dat hij op 9 december 2017 in de omgeving van de [weg 1] in [plaats 2] was en op 10 december 2017 in de omgeving van de [straat] in [plaats 1] .
Het proces-verbaal bevat een overzicht van de financiële situatie van eiser.
Het proces-verbaal vermeldt tenslotte het volgende: “
Op 13 maart 2018 werd door het NFI een 1e rapport onderzoek naar de dactyloscopische sporen opgemaakt. In dat rapport is te lezen, dat op 13 maart 2019 door de FIOD duct tape was aangeleverd om te onderzoeken of op deze duct tape dactyloscopische sporen aanwezig zijn.(…) [nummer onderzoeksmateriaal]
De duct tape werd aangetroffen op een beveiligingscamera, die boven in de hoek was geplaatst in de loods aan de [straat] [huisnummer 1] te [plaats 1] .(…) [foto’s]
Door het NFI werd op 02 mei 2018 een tweede rapport opgemaakt.
In dit rapport wordt het onderzoek beschreven met betrekking tot de aanwezigheid van humane biologische sporen en DNA op drie over elkaar geplakte stroken tape,(…) [nummer onderzoeksmateriaal].
Tijdens dit onderzoek werd vastgesteld, dat op de stroken tape dactyloscopische sporen aanwezig waren en dat het een DNA-profiel is van een man, dat afkomstig kan zijn van verdachte[naam] (rb:eiser).
(…)
Op 18 april 2018 werd door TMFI een rapport Forensisch DNA-onderzoek opgemaakt. Op pagina 3 van het rapport staat vermeld, dat er een match werd gevonden met het DNA-profiel afkomstig van verdachte[naam] (rb:eiser).
Op de bijlage, die bij dit rapport werd gevoegd, wordt verwezen naar NFI-zaaknummer[nummer]
en betreft het onderzoek aan de duct tape, onderzoeksmateriaal[nummer].”