Uitspraak
Gezag, verdeling van de zorg- en opvoedingstaken c.q. omgang
Beschikking op het op 11 oktober 2019 ingekomen verzoek van:
[X] ,
[Y]
Procedure
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift tevens zelfstandig verzoek;
- het F9-formulier van 14 november 2019 van de zijde van de moeder, met bijlage;
- het F9-formulier van 11 februari 2020 van de zijde van de moeder, met bijlagen.
Feiten
- Partijen zijn met elkaar gehuwd geweest van [huwelijksdatum] 2012 tot [echtscheidingsdatum] 2016.
- Zij zijn de ouders van de volgende minderjarige kinderen:
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2013 te ’ [geboorteplaats]
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2014 te ’s [geboorteplaats]
- De kinderen hebben de hoofdverblijfplaats bij de moeder.
- De ouders oefenen het gezamenlijk gezag over de kinderen uit.
- Bij beschikking van 31 maart 2017 van deze rechtbank is – voor zover hier van belang – bepaald dat de kinderen de ene week van vrijdag 18.00 uur tot zondag 18.00 bij de vader zullen verblijven en de andere week van zaterdag 10.00 uur tot 18.00 uur, alsmede een gedeelte van de vakanties in onderling overleg tussen de ouders te bepalen.
- Op 19 januari 2019 heeft een incident plaatsgevonden bij de vader thuis tussen hem en zijn nieuwe partner. Veilig Thuis is hierover toen benaderd. De omgang is toen stop gezet en later weer voortgezet.
- Op 4 oktober 2019 heeft de moeder de omgang stopgezet.
- Op 11 oktober 2019 heeft de vader bij de politie aangifte gedaan van onttrekking aan het gezag tegen moeder.
- Op 11 oktober 2019 heeft de moeder het onderhavige verzoek ingediend.
- De vader heeft haar vervolgens in kort geding gedagvaard. Ter zitting van de voorzieningenrechter van 15 oktober 2019 zijn de ouders – voor zover hier van belang – overeengekomen dat de kinderen na 24 november 2019 weer bij de vader zullen zijn conform de zorgregeling zoals die in de beschikking van 31 maart 2017 is vastgesteld, dat de ouders hun medewerking zullen verlenen aan het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) en dat de vader zijn aangifte bij de politie tegen de moeder inzake onttrekking aan het ouderlijk gezag niet langer wenst te handhaven.
- In de kerstvakantie 2019 is weer onenigheid over de uitvoering van de zorgregeling ontstaan. Vervolgens heeft de moeder tegen de vader aangifte bij de politie inzake onttrekking aan het gezag gedaan.
- Op 23 januari 2019 heeft de advocaat van vader bericht dat vader de aangifte bij de politie heeft ingetrokken en heeft hij verzocht of het verzoek in deze bodemzaak wordt ingetrokken. De moeder heeft dat niet gedaan.
Verzoek en verweer
indien de verzoeken onder punt I en II niet worden toegewezen of indien deze verzoeken worden aangehouden: te bepalen dat de vader de kinderen bij zich zal hebben gedurende de thans bepaalde reguliere zorgregeling, met een concrete verdeling van vakanties en feestdagen op straffe van een dwangsom, waarbij de kinderen bij de vader zullen zijn:
Beoordeling
- is het in het belang van de kinderen om de gezagssituatie te wijzigen, aldus dat de moeder met het eenhoofdig gezag over de kinderen wordt belast?
- is het in het belang van de kinderen om de hoofdverblijfplaats te wijzigen, aldus dat de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vader wordt vastgesteld?
voorlopige,regeling voor de vakanties en feestdagen vaststellen.
Beslissing
1 september 2020 pro forma; uiterlijk op die datum dient de raad zo mogelijk zijn rapport met advies te hebben uitgebracht aan de rechtbank, met kopie aan beide ouders en hun advocaten;
voorlopigbij de vader zullen zijn:
- in de even jaren tijdens Oud en Nieuw, te beginnen in 2020;
- in de even jaren tijdens Pasen, te beginnen in 2020, en in de oneven jaren tijdens
- gedurende de verjaardagen van de kinderen in de oneven jaren, te beginnen in 2021;
- gedurende de verjaardagen van de vader, zijn huidige partner en zijn huidige kinderen;
- gedurende de eerste helft van de kerstvakantie;
- gedurende de eerste twee weken in de zomervakantie;
- gedurende de tweede helft van de herfst-, krokus- en meivakantie;
ten aanzien van het gezag, de hoofdverblijfplaats, de zorgregeling, de (voorlopige) ondertoezichtstelling en de proceskostenaan
tot 1 september 2020 pro forma.