ECLI:NL:RBDHA:2020:122

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 januari 2020
Publicatiedatum
9 januari 2020
Zaaknummer
C/09/574769 / HA ZA 19-603
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overeenkomst tussen aannemer en zonweringspecialist over demonteren en terugplaatsen van bouwkundige luifels met onvoorziene kostenverhogende situatie

In deze zaak gaat het om een overeenkomst tussen JTD PROJECTS B.V. en ZON-COMFORT B.V. voor het demonteren en terugplaatsen van bouwkundige luifels aan een bedrijfspand. Na demontage bleek dat de bestaande luifels niet veilig teruggeplaatst konden worden, wat leidde tot onvoorziene kosten. JTD PROJECTS B.V. vorderde schadevergoeding van ZON-COMFORT B.V. op basis van wanprestatie, omdat de luifels niet teruggeplaatst waren ondanks meerdere sommaties. ZON-COMFORT B.V. voerde aan dat er sprake was van overmacht, omdat de luifels in een staat verkeerden die niet meer voldeed aan de veiligheidseisen van het bouwbesluit. De rechtbank oordeelde dat de onvoorziene situatie niet aan ZON-COMFORT B.V. kon worden toegerekend, omdat zij niet verantwoordelijk was voor de schade die voortvloeide uit de ouderdom en de staat van de luifels. De rechtbank wees de vordering van JTD PROJECTS B.V. af en veroordeelde haar in de proceskosten van ZON-COMFORT B.V.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/574769 / HA ZA 19-603
Vonnis van 8 januari 2020 (bij vervroeging)
in de zaak van
JTD PROJECTS B.V.te Ridderkerk,
eiseres,
advocaat mr. J.A. Huijgen te Den Haag,
tegen
ZON-COMFORT B.V.te Den Haag,
gedaagde,
advocaat mr. J.A. Dullaart te Den Haag.
Partijen worden hierna ‘JTD’ en ‘Zon-Comfort’ genoemd.

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 20 mei 2019 met producties;
  • de conclusie van antwoord met producties;
  • het vonnis van 31 juli 2019, waarin een comparitie van partijen is bevolen;
  • het buiten aanwezigheid van partijen opgemaakte proces-verbaal van comparitie van 10 december 2019 en de daarin genoemde stukken.
1.2.
Ten slotte is de datum voor het wijzen van vonnis bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
JTD realiseert projecten met name op het gebied van interieurbouw. JTD heeft in 2018 een opdracht aangenomen voor de uitwendige en inwendige renovatie van een bedrijfspand aan de Molenvliet 1 in Zwijndrecht (hierna: ‘het gebouw’). De opgedragen werkzaamheden bestonden onder anderen uit het schilderen van de gevel en het vervangen van de ramen. Omdat JTD vooral gespecialiseerd is in interieurbouw heeft JTD voor de werkzaamheden aan de buitengevel [A] (hierna: ‘ [A] ’) ingeschakeld als bouwkundig adviseur.
2.2.
Op de twee verdiepingen van het gebouw waren, als zonwering, twee vaste aluminium buitenluifels gemonteerd, ieder met een lengte van meer dan 60 meter en een diepte van 1,8 meter (hierna: ‘de luifels’). De luifels bestonden uit aluminium lamellen, kantlijsten en aluminium dragers. De luifels waren bevestigd aan een stalen constructie en stalen dragers. De luifels waren in 2018 tussen de 20 en 30 jaar oud.
2.3.
Om de renovatiewerkzaamheden aan het gebouw uit te kunnen voeren, moesten de luifels verwijderd worden en na afronding van de renovatiewerkzaamheden weer worden teruggeplaatst. JTD heeft aan [A] gevraagd om een partij te vinden die dit werk zou kunnen uitvoeren.
2.4.
Zon-Comfort is een bedrijf dat is gespecialiseerd in zonwering. [A] heeft aan Zon-Comfort gevraagd een offerte uit te brengen voor het demonteren en het monteren van de luifels. Zon-Comfort heeft op 15 februari 2018 een offerte uitgebracht voor een prijs van € 8.420,- (exclusief btw). Op 6 april 2018 is, na een door Zon-Comfort gegeven korting van € 420,-, een overeenkomst tot stand gekomen voor een bedrag van € 8.000,- (exclusief btw). Voor dit bedrag is afgesproken dat Zon-Comfort in de periode juni-juli 2018 de luifels (dat wil zeggen de lamellen, kantlijsten en aluminium dragers) zal demonteren en in de periode september-oktober 2018 weer zal monteren.
2.5.
Zon-Comfort heeft de luifels gedemonteerd. Op instructie van de uitvoerder van JTD heeft Zon-Comfort de gedemonteerde onderdelen op een daarvoor aangewezen gedeelte van het parkeerterrein van het gebouw opgeslagen. Daarbij heeft Zon-Comfort onder meer de onderdelen genummerd en met tiewraps bij elkaar gebonden.
2.6.
JTD heeft een bedrag van € 4.000,- voor het uitvoeren van het demontagewerk betaald.
2.7.
Zon-Comfort heeft bij het demonteren geconstateerd dat een deel van de gedemonteerde lamellen vervangen moest worden. Zon-Comfort is hierover in contact getreden met een leverancier (hierna: ‘Hunter Douglas’). Hunter Douglas heeft aan Zon-Comfort medegedeeld dat terugplaatsing van de luifels op de oude wijze niet verantwoord was en in strijd zou zijn met het huidige bouwbesluit. Hunter Douglas heeft geadviseerd naast nieuwe lamellen ook extra dragers te plaatsen.
2.8.
Zon-Comfort heeft JTD van het advies van Hunter Douglas op de hoogte gebracht. Zon-Comfort heeft dit bij brief van 25 november 2018 nogmaals aan JTD bevestigd. In de brief schrijft Zon-Comfort onder meer:
“Bij het demonteren bleken de delen niet in zijn geheel gedemonteerd te kunnen worden, de lamellen zijn los uitgeklikt. Tevens bleken diverse dragers en lamellen beschadigd te zijn. (…) Het toegepaste systeem is binnen de huidige windbelasting berekeningen niet meer geschikt en kan gevaarlijk zijn. Zeker na het demonteren, uitklikken van de lamellen, waarbij een deel van de spanning in de lamellen is verdwenen. Het is naar ons idee en onze huidige leverancier (..) gevaarlijk om de lamellen, zonder hier een specialist in te betrekken terug te monteren. Onze verzekering dekt eventuele schade welke zou ontstaan niet. Wij willen de luifel op dit moment niet terug monteren zonder hier zekerheid over te hebben.”
2.9.
JTD heeft eind 2018 contact opgenomen met Henneke Zonwering & Rolluiken Techniek B.V. (hierna: ‘Henneke’). Henneke heeft kennis van en ervaring met bouwkundige luifels. Henneke heeft op 13 december 2018 onder meer het volgende aan JTD geschreven:
“Wij hebben het werk nogmaals ter plekke bekeken en zijn tot de conclusie gekomen dat het ons inziens onverantwoord is om deze spullen voor zover mogelijk nog aan de gevel terug te plaatsen. De luifel is niet gedemonteerd maar min of meer er af gesloopt, behoorlijk beschadigd en overal verspreid over het terrein neergegooid. Ondertussen zijn er auto’s etc. overheen gereden en is een behoorlijk deel rijp voor de sloop. (…) Wij zijn echt na 28 jaar echt wel wat gewend maar dit is een te groot risico in uitvoering en duurzaamheid, (lees mensen die er onderdoor lopen etc.).”
2.10.
Bij brief van 28 december 2018 heeft de advocaat van JTD Zon-Comfort gesommeerd om binnen 14 dagen de luifels volgens de eisen van deugdelijk en zorgvuldig vakmanschap terug te plaatsen. Zon-Comfort heeft bij brief van 3 januari 2018 geantwoord dat er van haar kant geen onwil is om niet tot montage over te gaan, maar dat de luifel in de huidige staat en vorm niet geschikt is om veilig terug te monteren.
2.11.
Bij brief van 1 april 2019 heeft JTD Zon-Comfort nogmaals gesommeerd om de luifels terug te plaatsen. Zon-Comfort heeft dat niet gedaan.
2.12.
In opdracht van JTD heeft Henneke nieuwe luifels gemonteerd aan het gebouw, tegen een prijs van € 83.875,- (exclusief btw). Henneke heeft bij de gemonteerde luifels extra dragers geplaatst. De opdrachtgever van JTD heeft een derde van de kosten van Henneke (dat wil zeggen € 27.958,-) aan JTD betaald.
2.13.
JTD heeft in de dagvaarding de overeenkomst met Zon-Comfort gedeeltelijk ontbonden, namelijk ten aanzien van het gedeelte dat ziet op het terugplaatsen van de luifels.

3.Het geschil

3.1.
JTD vordert dat de rechtbank Zon-Comfort bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad veroordeelt € 51.917,- aan haar te betalen, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
JTD legt aan haar vordering wanprestatie ten grondslag. Partijen zijn overeengekomen dat Zon-Comfort de luifels zou demonteren en monteren. Zon-Comfort is de overeenkomst niet nagekomen. Zon-Comfort heeft de luifels, ondanks meerdere sommaties, niet gemonteerd. Zon-Comfort is toerekenbaar tekortgekomen in de nakoming van haar verplichtingen. Zon-Comfort is op grond van de wet aansprakelijk voor de schade die JTD hierdoor heeft geleden (art. 6:74 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW)). De schade van JTD bestaat uit de kosten van Henneke om de luifels terug te plaatsen, verminderd met het gedeelte (een derde) dat de opdrachtgever van JTD van deze kosten heeft betaald en verminderd met de € 4.000,- die JTD nog aan Zon-Comfort had moeten betalen als Zon-Comfort de luifels wel deugdelijk en tijdig zou hebben terugbetaald, aldus JTD.
3.3.
Zon-Comfort heeft verweer gevoerd.

4.De beoordeling

4.1.
Partijen zijn het erover eens dat de opdracht van JTD aan Zon-Comfort was beperkt tot het demonteren en monteren van de luifels. Ook staat buiten discussie dat het tweede deel van de overeenkomst niet is uitgevoerd. Zon-Comfort heeft de luifels niet teruggeplaatst. In zoverre staat dan ook vast dat Zon-Comfort haar verplichtingen uit de overeenkomst niet is nagekomen.
4.2.
Dat betekent echter nog niet dat Zon-Comfort ook aansprakelijk is tegenover JTD. Op grond van de wet verplicht niet elke tekortkoming in de nakoming van een contractuele verbintenis een partij tot schadevergoeding. Als de tekortkoming de schuldenaar niet kan worden toegerekend, bestaat er geen schadevergoedingsplicht (art. 6:74 lid 1 BW). Een tekortkoming is niet toerekenbaar, wanneer er sprake is van overmacht. De vereisten voor een geslaagd beroep op overmacht zijn opgenomen in art. 6:75 BW. Dit artikel bepaalt dat een tekortkoming de schuldenaar niet kan worden toegerekend, indien zij niet is te wijten aan zijn schuld en ook niet op grond van de wet een rechtshandeling (zoals een bepaling in een contract) of op grond van de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt.
Overmacht
4.3.
De kern van het geschil spitst zich toe op het antwoord op de vraag of Zon-Comfort zich geslaagd op overmacht kan beroepen. Meer concreet houdt partijen verdeeld of Zon-Comfort, zoals zij stelt, de oorspronkelijk overeengekomen verbintenis (het terugplaatsen van de luifels) niet meer kon nakomen, omdat een aantal lamellen moest worden vervangen en de leverancier had laten weten dat het terugplaatsen van de luifels (die 20 tot 30 jaar oud waren) een potentieel gevaarlijke situatie kon opleveren en in strijd was met de huidige veiligheidseisen van het bouwbesluit. Er moesten extra maatregelen worden genomen, zoals het plaatsen van extra dragers, aldus Zon-Comfort. Volgens Zon-Comfort volgt hieruit dat er geen sprake is van onwil, maar van overmacht.
4.4.
JTD betwist het bestaan van overmacht. JTD voert daartoe als belangrijkste argument aan dat Zon-Comfort een deskundige is op het gebied van zonwering, althans dat Zon-Comfort zich als zodanig naar buiten toe presenteert. JTD heeft op de deskundigheid van Zon-Comfort vertrouwd en heeft Zon-Comfort gevraagd een passende offerte te maken.
Zon-Comfort had JTD voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst
ofwelmoeten waarschuwen dat de luifel mogelijk niet meer zonder extra aanpassingen (met bijbehorende kosten) kon worden teruggeplaatst,
ofwelmoeten waarschuwen dat zij op het gebied van deze specifieke (bouwkundige) luifels onvoldoende deskundigheid had. In dat geval had JTD voor het sluiten van de overeenkomst nader advies kunnen inwinnen bij een gespecialiseerde partij (zoals Henneke) en was JTD er tijdig van op de hoogte gekomen dat het demonteren en monteren van de luifels tot aanzienlijke kosten kon leiden. Nu is JTD, zo begrijpt de rechtbank haar standpunt, in een ver stadium van de opdracht geconfronteerd met aanzienlijk hogere kosten. Het ontstaan van de onvoorziene situatie (en de financiële gevolgen daarvan) komt volgens JTD voor rekening en risico van Zon-Comfort, omdat Zon-Comfort niet aan de hiervoor genoemde waarschuwingsplicht heeft voldaan.
4.5.
De rechtbank oordeelt hierover als volgt. Op zichzelf staat tussen partijen als onvoldoende weersproken vast dat er na het demonteren van de luifel een situatie is ontstaan, die partijen bij het sluiten van de overeenkomst niet hadden voorzien. Zon-Comfort heeft onweersproken gesteld dat bij demontage bleek dat een aantal lamellen oud, vuil, geoxideerd of verbogen was en moest worden vervangen. JTD heeft aangevoerd dat deze schade is ontstaan doordat Zon-Comfort de lamellen eraf heeft gesloopt, maar die stelling is niet nader onderbouwd (niet door JTD en ook niet in de e-mail van Henneke van 13 december 2018, waarnaar JTD verwijst). Bovendien staat vast dat er ook onderdelen van de luifel zijn beschadigd tijdens de tijdelijke opslag op het parkeerterrein van het gebouw. Die schade komt voor rekening en risico van JTD, omdat JTD (in overleg met haar opdrachtgever) de plek heeft aangewezen waar de gedemonteerde onderdelen moesten worden opgeslagen. De onderdelen vielen gedurende de opslag onder de verantwoordelijkheid van JTD.
4.6.
Niet is komen vast te staan dat Zon-Comfort bij de demontage onzorgvuldig heeft gehandeld. Vaststaat dat de noodzaak tot vervangen van een deel van de lamellen verband hield met de ouderdom van de luifel, verbuiging, corrosie en (aanrij)schade op het parkeerterrein.
4.7.
Partijen zijn het in essentie er ook over eens dat Zon-Comfort zich vervolgens, na contact met Hunter Douglas over het vervangen van lamellen, op goede gronden op het standpunt heeft gesteld dat nakoming van de oorspronkelijke verbintenis (het terugplaatsen van de luifels, al dan niet met vervanging van enkele lamellen) niet mogelijk was en ook niet aanvaardbaar meer was. Immers: dat wat Zon-Comfort - in het voetspoor van Hunter Douglas - heeft gesteld, wordt feitelijk bevestigd door Henneke. Ook Henneke, wiens deskundigheid tussen partijen niet ter discussie staat, schrijft in haar e-mail van 13 december 2017 dat terugplaatsing van de bestaande luifel met de bestaande onderdelen, zonder extra maatregelen, een te groot risico is, ook voor de veiligheid van personen die onder de luifel doorlopen (zie 2.9). Henneke heeft uiteindelijk (in opdracht van JTD) nieuwe luifels geplaatst met extra dragers, zoals destijds eerder ook door Hunter Douglas was geadviseerd.
4.8.
Aldus staat vast dat er sprake was van een onvoorziene gebeurtenis die nakoming van de oorspronkelijke verbintenis in de weg stond. Om de luifels volgens de eisen van goed en deugdelijk vakmanschap te monteren, waren nadere aanpassingen nodig. Tussen partijen is niet in geschil dat de aan die aanpassingen verbonden kosten, in verhouding tot de oorspronkelijke beperkte opdracht, omvangrijk waren.
4.9.
De rechtbank is van oordeel dat het optreden van deze onvoorziene situatie en de gevolgen daarvan niet voor rekening van Zon-Comfort, maar voor rekening van JTD komt. De rechtbank volgt JTD niet in haar stelling dat de geopenbaarde kostenverhogende omstandigheden voor rekening van Zon-Comfort dienen te komen, omdat Zon-Comfort hiervoor vooraf, als deskundige partij, had moeten waarschuwen. Daarvoor is het volgende redengevend.
4.10.
JTD heeft het benaderen van een opdrachtnemer voor het demonteren en het monteren van de luifels bewust overgelaten aan [A] , die door JTD was ingeschakeld als bouwkundig adviseur voor de buitengevel (een terrein waarop JTD, als interieurbouwspecialist, minder kennis had). Tussen partijen is niet in geschil dat [A] een ervaren bouwkundig adviseur is, met kennis op het gebied van buitengevels. [A] heeft namens JTD [B] (adviseur-verkoper van Zon-Comfort; hierna: [B] ) benaderd voor het uitvoeren van de opdracht. Niet in geschil is dat [A] en [B] elkaar al ruim twintig jaar kenden en eerder tot ieders tevredenheid hadden samengewerkt.
4.11.
Ook staat buiten discussie dat de opdracht betrekking had op zogeheten bouwkundige luifels.
4.12.
Tussen partijen is wel in geschil of en in hoeverre Zon-Comfort zich naar buiten toe ook als een deskundige partij op het gebied van bouwkundige luifels heeft gepresenteerd. JTD stelt dat dit vertrouwen is gewekt en beroept zich daartoe op de tekst op de website van Zon-Comfort, waarop Zon-Comfort zich als deskundige presenteert op het gebied van “alle soorten buitenjaloezieën”.
4.13.
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit de voorgaande advertentietekst nog niet zonder meer dat Zon-Comfort ook een deskundige is op het gebied van bouwkundige luifels. De rechtbank betrekt daarin ook de (onvoldoende weersproken) stelling van Zon-Comfort dat bouwkundige luifels meestal door een gevelbouwer of een aannemer worden gemaakt en dat er onder de zonweringsbedrijven maar twee of drie partijen zijn die ook deskundig zijn op het gebied van bouwkundige luifels, zoals Henneke. Bovendien heeft Zon-Comfort gesteld – en heeft JTD niet (gemotiveerd) weersproken – dat bij [A] bekend was dat Zon-Comfort geen bijzondere expertise had op het vlak van bouwkundige luifels. Nu dat bekend mocht worden verondersteld, hoefde Zon-Comfort niet voor dit gebrek aan expertise te waarschuwen.
4.14.
Zon-Comfort heeft tevens onweersproken gesteld dat [A] een offerte voor een zeer beperkte opdracht aan Zon-Comfort vroeg, namelijk alleen voor het demonteren en later weer monteren van de luifels die bij het gebouw bestonden. Niet is gesteld of blijkt ergens uit dat Zon-Comfort om nader advies is gevraagd. Naar het oordeel van de rechtbank hoefde Zon-Comfort onder deze omstandigheden geen rekening te houden met bijzondere kostenverhogende omstandigheden zoals die later aan het licht zijn gekomen. Zon-Comfort hoefde daarnaar vooraf ook geen nader onderzoek te doen. Omdat [A] een offerte voor alleen het demonteren en het monteren vroeg, mocht Zon-Comfort ervan uitgaan dat [A] al voldoende onderzoek had gedaan naar de luifels. Daarbij is van belang dat [A] ruime relevante ervaring had en de bij [A] bekend veronderstelde wetenschap dat Zon-Comfort geen bijzondere expertise had op het vlak van bouwkundige luifels. Ook hoefde Zon-Comfort er niet van uit te gaan dat zich bij de uitvoering van de opdracht bijzondere omstandigheden zouden voordoen, anders dan het na het demonteren vervangen van enkele lamellen of andere onderdelen, wat – zo heeft [B] tijdens de zitting onweersproken toegelicht – gebruikelijk is bij het vervangen en terugplaatsen van zonwering en ook met [A] is besproken.
4.15.
Onder deze omstandigheden kan niet aan Zon-Comfort worden toegerekend dat na het demonteren, na contact met Hunter Douglas, (onvoorzien) aan het licht is gekomen dat de bestaande luifels, omwille van de veiligheid, niet zonder nadere aanpassingen en extra maatregelen konden worden teruggeplaatst.
4.16.
Daaraan kan niet afdoen of het werk wel of niet voor het sluiten van de overeenkomst door [B] en [A] samen is bezichtigd. Het aanbod van JTD om [A] als getuige over het plaatsvinden van een voorafgaande bezichtiging bij het gebouw te horen, wordt dan ook gepasseerd, want dat is niet doorslaggevend voor het oordeel in deze zaak.
Slotsom
4.17.
Uit het voorgaande volgt dat het beroep op overmacht aan de kant van Zon-Comfort slaagt. Het is niet aan Zon-Comfort toe te rekenen dat de door haar aangenomen verbintenis (het monteren van de luifels) niet is nagekomen. Zon-Comfort heeft zich terecht erop beroepen dat onvoorzien was gebleken dat terugplaatsen van de luifels zonder nadere aanpassingen niet verantwoord was en niet van Zon-Comfort kon worden gevraagd. Het optreden van deze onvoorziene omstandigheid is niet aan Zon-Comfort te verwijten en komt onder de gegeven omstandigheden ook niet voor haar risico.
4.18.
De rechtbank komt dan ook tot de slotsom dat er aan de kant van Zon-Comfort geen verplichting tot schadevergoeding bestaat, omdat er geen toerekenbare tekortkoming is. De sommaties van JTD van 28 april 2018 en 1 april 2019 hebben geen doel getroffen, omdat JTD geen onverkorte nakoming van de aangenomen verplichting tot terugplaatsing van de bestaande luifels kon vorderen, althans niet zonder een aanbod tot betaling van de kosten van de noodzakelijke, door Henneke en Hunter Douglas geadviseerde aanpassingen, maar niet gesteld en ook nergens blijkt uit dat JTD een dergelijk aanbod heeft gedaan. Er is aan de kant van Zon-Comfort dan ook geen sprake van verzuim.
Proceskosten
4.19.
De vordering van JTD wordt afgewezen. JTD heeft geen gelijk. Daarom moet JTD de proceskosten van Zon-Comfort betalen. Deze worden begroot op € 4.140,- waarvan € 1.992,- aan griffierecht en € 2.148,- aan salaris advocaat (twee punten à € 1.074,- volgens tarief IV), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis. Voor de nakosten is geen afzonderlijke veroordeling vereist. De nakosten worden wel begroot in overeenstemming met het gevorderde liquidatietarief.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt JTD in de proceskosten, aan de zijde van Zon-Comfort begroot op € 4.140,- aan proceskosten tot op heden en op € 131,- aan nog te maken nakosten, in geval van betekening te vermeerderen met € 68,-;
5.3.
bepaalt dat de bovenstaande proceskosten zullen worden vermeerderd met de wettelijke rente van artikel 6:119 BW, indien de proceskosten niet uiterlijk na veertien dagen na betekening van dit vonnis zijn betaald.
5.4.
verklaart de kostenveroordeling onder 5.2 en 5.3 uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. van Harten en in het openbaar uitgesproken op 8 januari 2020.