In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 november 2020 een beschikking gegeven in een echtscheidingsprocedure tussen de vrouw, vertegenwoordigd door mr. D.C.H. Berris-Donkersloot, en de man, vertegenwoordigd door mr. M. Roggeveen. De rechtbank ontving het verzoek tot echtscheiding op 15 maart 2019. Tijdens de procedure zijn verschillende verzoekschriften en formulieren ingediend, waaronder een ouderschapsplan dat door beide partijen was ondertekend. De rechtbank heeft op 1 oktober 2020 een digitale zitting gehouden, waarbij beide partijen aanwezig waren en hun pleitnotities hebben voorgedragen. Na de zitting hebben partijen overeenstemming bereikt over de verzoeken die aan de rechtbank waren voorgelegd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het huwelijk van partijen duurzaam ontwricht is en heeft de echtscheiding uitgesproken. Tevens is het ouderschapsplan, dat afspraken bevat over de zorg en opvoeding van de kinderen, in de beschikking opgenomen. De rechtbank heeft bepaald dat de gemeenschappelijke auto aan de vrouw wordt toegedeeld en dat de man een bedrag van € 50.000,- aan de vrouw zal betalen ter afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden. De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd, gezien de aard van de procedure. De beschikking is uitgesproken in een openbare zitting en is uitvoerbaar bij voorraad, met uitzondering van het uitspreken van de echtscheiding.