ECLI:NL:RBDHA:2020:12192

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 november 2020
Publicatiedatum
30 november 2020
Zaaknummer
C/09/570408 / FA RK 19-2084, C/09/587595 / FA RK 20-364
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheiding met nevenvoorzieningen en opname ouderschapsplan

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 november 2020 een beschikking gegeven in een echtscheidingsprocedure tussen de vrouw, vertegenwoordigd door mr. D.C.H. Berris-Donkersloot, en de man, vertegenwoordigd door mr. M. Roggeveen. De rechtbank ontving het verzoek tot echtscheiding op 15 maart 2019. Tijdens de procedure zijn verschillende verzoekschriften en formulieren ingediend, waaronder een ouderschapsplan dat door beide partijen was ondertekend. De rechtbank heeft op 1 oktober 2020 een digitale zitting gehouden, waarbij beide partijen aanwezig waren en hun pleitnotities hebben voorgedragen. Na de zitting hebben partijen overeenstemming bereikt over de verzoeken die aan de rechtbank waren voorgelegd.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het huwelijk van partijen duurzaam ontwricht is en heeft de echtscheiding uitgesproken. Tevens is het ouderschapsplan, dat afspraken bevat over de zorg en opvoeding van de kinderen, in de beschikking opgenomen. De rechtbank heeft bepaald dat de gemeenschappelijke auto aan de vrouw wordt toegedeeld en dat de man een bedrag van € 50.000,- aan de vrouw zal betalen ter afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden. De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd, gezien de aard van de procedure. De beschikking is uitgesproken in een openbare zitting en is uitvoerbaar bij voorraad, met uitzondering van het uitspreken van de echtscheiding.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige Kamer
Rekestnummers: FA RK 19-2084 (echtscheiding)
FA RK 20-364 (afwikkeling huwelijkse voorwaarden)
Zaaknummers: C/09/570408 (echtscheiding)
C/09/587595 (afwikkeling huwelijkse voorwaarden)
Datum beschikking: 12 november 2020

Echtscheiding met nevenvoorzieningen

Beschikking op het op 15 maart 2019 ingekomen verzoek van:

[X]

de vrouw,
wonende te [woonplaats 1]
advocaat: nu mr. D.C.H. Berris-Donkersloot te Gouda (voorheen mr. H.J. Roetman).
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[Y] ,

de man,
wonende te [woonplaats 2]
advocaat: mr. M. Roggeveen te Amsterdam.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift van de zijde van de vrouw;
  • het F9-formulier van 21 maart 2019, met bijlagen, van de zijde van de vrouw;
  • het F9-formulier van 8 april 2019, met bijlage, van de zijde van de vrouw;
  • het F9-formulier van 11 april 2019 van de zijde van de vrouw;
  • de brief van 2 september 2019, met het ouderschapsplan als bijlage, van de zijde van de man;
  • het verweerschrift tevens inhoudende zelfstandige verzoeken van 21 november 2019 van de zijde van de man;
  • de brief van 25 november 2019, met het formulier verdelen en verrekenen als bijlage, van de zijde van de man;
  • het verweer tegen de zelfstandige verzoeken tevens inhoudende aanvullende verzoeken van 19 januari 2020 van de zijde van de vrouw;
  • het faxbericht van 18 februari 2020, met het formulier verdelen en verrekenen als bijlage, van de zijde van de vrouw;
  • het verweerschrift op de aanvullende verzoeken van 13 maart 2020 van de zijde van de man;
  • het F9-formulier van 18 september 2020, met bijlagen in een ordner, van de zijde van de vrouw;
  • de brief van 21 september 2020 inhoudende aanvullende verzoeken van de zijde van de vrouw;
  • de brief van 30 september 2020 inhoudende de gedeeltelijke intrekking van een
subsidiair verzoek van de zijde van de vrouw;
- het F9-formulier van 30 september 2020, met bijlage, van de zijde van de man.
De kinderrechters hebben op 1 oktober 2020 telefonisch gesproken met [minderjarige kind] .
Op 1 oktober 2020 is de zaak (via Skype voor Bedrijven) ter zitting van de meervoudige kamer van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de man en de vrouw bijgestaan door hun advocaten. Tijdens de zitting zijn zowel van de zijde van de man als van de zijde van de vrouw pleitnotities (gedeeltelijk) voorgedragen. De rechtbank heeft – omdat het een digitale zitting betrof – met de advocaten afgesproken dat de pleitnotities na de zitting per e-mail aan de rechtbank zouden worden toegestuurd.
De rechtbank heeft partijen verder in de gelegenheid gesteld om na de zitting te proberen in onderling overleg tot overeenstemming te komen.
De rechtbank heeft vervolgens de volgende stukken ontvangen:
  • de e-mail van 2 oktober 2020, met de pleitnotities als bijlage, van de zijde van de vrouw;
  • de e-mail van 2 oktober 2020, met de pleitnotities als bijlage, van de zijde van de man;
  • het F9-formulier van 28 september 2020 met bijlagen van de zijde van de man, bij de rechtbank ingekomen op 5 oktober 2020;
  • de brief van 30 oktober 2020 van de zijde van de vrouw;
  • het e-mailbericht van 30 oktober 2020 van de zijde van de man.
Uit de berichten van 30 oktober 2020 blijkt dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de aan de rechtbank voorgelegde verzoeken.

Feiten

- De man en de vrouw zijn gehuwd op [huwelijksdatum] 1996 te [huwelijksplaats] .
De man en de vrouw zijn gehuwd onder huwelijkse voorwaarden.
- Zij zijn de ouders van de volgende kinderen:
- [kind 1] geboren op [geboortedatum] 1999 te [geboorteplaats] ;
- [kind 2] geboren op [geboortedatum] 2001 te [geboorteplaats] ;
- [minderjarige kind] geboren op [geboortedatum] 2003 te [geboorteplaats] .
- De kinderen wonen bij de man.
- De ouders oefenen het gezamenlijk gezag over de minderjarige [minderjarige kind] uit.

Verzoek

De man en de vrouw verzoeken de rechtbank nu om een beschikking af te geven en daarbij:
  • tussen partijen de echtscheiding uit te spreken;
  • de inhoud van het door hen in augustus 2019 ondertekende ouderschapsplan in te lassen in de beschikking;
  • te bepalen dat de gemeenschappelijke auto Citroën DS4 met kenteken [kenteken] aan de vrouw wordt toegedeeld, zonder nadere verrekening;
  • te bepalen dat de man uit hoofde van de afwikkeling van de tussen partijen bestaande huwelijkse voorwaarden ter finale kwijting een bedrag van € 50.000,- aan de vrouw zal betalen; € 35.000,- voor 31 december 2020 en € 15.000,- voor 1 mei 2021.
Partijen hebben alle overige verzoeken ingetrokken

Beoordeling

Echtscheiding

Ontvankelijkheid
Nu aan de wettelijke formaliteiten zoals genoemd in artikel 815 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is voldaan, zal de rechtbank de vrouw en de man ontvangen in hun verzoek tot echtscheiding.
Inhoudelijke beoordeling
Tussen partijen staat vast dat hun huwelijk duurzaam ontwricht is. De daarop steunende, over en weer gedane, verzoeken tot echtscheiding zijn als op de wet gegrond voor toewijzing vatbaar.
Ouderschapsplan
De man en de vrouw hebben afspraken gemaakt over de hoofdverblijfplaats van de kinderen, de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken en de kosten van de kinderen. Zij hebben deze afspraken vastgelegd in een ouderschapsplan dat zij op 5 augustus 2019 respectievelijk op 19 augustus 2019 hebben ondertekend. De rechtbank zal conform het verzoek bepalen dat het ouderschapsplan deel uitmaakt van deze beschikking en zij zal een kopie van het ouderschapsplan aan de beschikking hechten. De rechtbank merkt hierbij op dat de afspraken over de hoofdverblijfplaats en de zorgregeling nu nog enkel gelden voor de minderjarige [minderjarige kind] , omdat inmiddels zowel [kind 1] als [kind 2] jong-meerderjarig zijn.
De rechtbank merkt hiernaast over de zorgregeling nog op dat de ouders in het ouderschapsplan hebben afgesproken dat [minderjarige kind] wekelijks contact heeft met zijn moeder en dat het hem te allen tijde vrij staat om tijd bij zijn moeder door te brengen als hij dat wil. [minderjarige kind] heeft in het gesprek met de kinderrechters aangegeven dat hij het fijn zou vinden om zijn moeder vaker te zien dan op dit moment feitelijk het geval is. De rechtbank heeft dit tijdens de zitting op 1 oktober 2020 ook met de ouders besproken en zij gaat ervanuit dat de ouders dit samen mogelijk zullen maken voor [minderjarige kind] .
Afwikkeling huwelijksvermogen
De man en de vrouw hebben blijkens de brief van 30 oktober 2020 overeenstemming bereikt over de afwikkeling van het huwelijksvermogen. De rechtbank zal de afspraken zoals hiervoor weergegeven opnemen in het dictum van de beschikking.
Proceskosten
Gelet op het feit dat het hier een procedure van familierechtelijke aard betreft, zal de rechtbank de proceskosten compenseren als hierna vermeld.

Beslissing

De rechtbank:
*
spreekt de echtscheiding uit tussen de man en de vrouw, gehuwd op [huwelijksdatum] 1996 te [huwelijksplaats] ;
*
bepaalt dat de tussen de man en de vrouw gemaakte afspraken, neergelegd in het (in kopie) aan deze beschikking gehechte ouderschapsplan, deel uitmaken van deze beschikking;
*
bepaalt dat de gemeenschappelijke auto Citroën DS4 met kenteken [kenteken] aan de vrouw wordt toegedeeld, zonder nadere verrekening;
*
bepaalt dat de man uit hoofde van de afwikkeling van de tussen partijen bestaande huwelijkse voorwaarden ter finale kwijting een bedrag van € 50.000,- aan de vrouw zal betalen, waarvan € 35.000,- voor 31 december 2020 en € 15.000,- voor 1 mei 2021;
*
verklaart deze beschikking tot zover – met uitzondering van het uitspreken van de echtscheiding – uitvoerbaar bij voorraad;
*
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mrs. M.J. Alt-van Endt, J.Th.W. van Ravenstein en
T.M. Coppes, rechters, tevens kinderrechters, in samenwerking met mr. M. Verkerk als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 12 november 2020.