ECLI:NL:RBDHA:2020:12131

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 augustus 2020
Publicatiedatum
27 november 2020
Zaaknummer
NL20.14015
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na ongegrondverklaring hoofdzaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, op 14 augustus 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielprocedure. Verzoekster, die ook optreedt namens haar minderjarige dochter, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen op 9 juli 2020, waarbij het besluit als kennelijk ongegrond werd aangemerkt op basis van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder d, van de Vreemdelingenwet 2000. Tevens werd er een inreisverbod voor twee jaar opgelegd aan verzoekster.

Verzoekster heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 7 augustus 2020, waarbij verzoekster werd bijgestaan door haar waarnemend gemachtigde en een tolk. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de hoofdzaak, er geen grond is voor het treffen van de gevraagde voorlopige voorziening. Het verzoek is dan ook afgewezen.

De uitspraak is gedaan door mr. M. Ramsaroep, in aanwezigheid van griffier mr. A.E. van Gestel. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL20.14015
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoekster 1](verzoekster), mede namens haar minderjarige dochter
[verzoekster 2], verzoeksters
V-nummers: [V-nummer] en [V-nummer]
(gemachtigde: mr. B.W.M. Toemen), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. E.M. van de Kamp).

Procesverloop

Bij besluit van 9 juli 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoekster, mede gedaan ten behoeve van haar dochter [verzoekster 2] , tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de afgewezen als kennelijk ongegrond op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder d, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw). Daarbij is tegen verzoekster een inreisverbod uitgevaardigd voor de duur van twee jaren.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van het door verzoekster ingediende beroep, geregistreerd onder zaaknummer NL20.14014, plaatsgevonden op
7 augustus 2020. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door mr. R.P. van Empel-Bouman, zijnde de waarnemer van haar gemachtigde. Als tolk is verschenen S.M. Razaghi in de bron- en doeltalen Farsi en Nederlands. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag heeft de rechtbank het beroep, geregistreerd onder zaaknummer NL20.14014, ongegrond verklaard. Gegeven de beslissing in de hoofdzaak is er geen grond voor het treffen van de gevraagde voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Ramsaroep, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.E. van Gestel, griffier.
Als gevolg van maatregelen rondom het Coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
14 augustus 2020

Documentcode: [documentcode]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.