Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.Bewijsoverwegingen
centraal station)
(scooter)staat.
stelen, roven, jatten)?
(neef)
eentelefoon (merk iPhone Xs), door:
eenlaptop (merk Dell), door;
en
en
en
welkgoed geheel aan een ander dan aan verdachte toebehoorde, te weten aan [aangever 9] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
en
en
en
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
- dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht, waarvan 7 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en als bijzondere voorwaarde een meldplicht bij de reclassering;
- dat de rechtbank het geschorste bevel tot de voorlopige hechtenis van de verdachte bij uitspraak zal opheffen.
7.De vorderingen van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregelen
- gedeeltelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [aangever 1] tot een bedrag van € 900,00 en niet-ontvankelijkverklaring van de vordering van deze benadeelde partij voor het overige;
- gehele toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [aangever 2] ;
- gedeeltelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [aangever 4] tot een bedrag van € 700,00 en tot afwijzing van de vordering van deze benadeelde partij voor het overige;
- gehele toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] ;
- gehele toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2] ;
- gedeeltelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3] tot een bedrag van € 700,00 en tot afwijzing van de vordering van deze benadeelde partij voor het overige;
- gehele toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 4] ;
- afwijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 5] ;
- afwijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 6] ;
- gedeeltelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 7] tot een bedrag van € 500,00 (materiële schade) en € 10,64 (proceskosten), en tot niet-ontvankelijk verklaring van de vordering van deze benadeelde partij voor het overige;
- gehele toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 8] ;
- gehele toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 9] ;
- gedeeltelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 10] tot een bedrag van € 1.050,00 (materiële schade) en niet-ontvankelijkverklaring van de vordering van deze benadeelde partij voor het overige;
- gedeeltelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [aangever 5] tot een bedrag van € 1.100,00 (materiële schade) en niet-ontvankelijk verklaring van de vordering van deze benadeelde partij voor het overige;
- gedeeltelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [aangever 6] tot een bedrag van € 750,00 (materiële schade) en niet-ontvankelijk verklaring van de vordering van deze benadeelde partij voor het overige (immateriële schade).
- Diverse benadeelde partijen hebben een schadevergoeding verzocht voor het goed dat zij in het kader van een oplichtingsfeit hebben afgegeven. Slechts het bedrag dat deze benadeelde partijen overeen zijn gekomen voor de verkoop van dit goed, is voor toewijzing vatbaar;
- Een vordering van een benadeelde partij tot schadevergoeding dient te worden afgewezen ofwel niet-ontvankelijk te worden verklaard indien er geen factuur of ander aankoopbewijs aanwezig is van eerdergenoemd goed;
- De vergoeding die is gevorderd door enkele benadeelde partijen wegens immateriële schade, is niet voor toewijzing vatbaar wegens gebrek aan onderbouwing van deze schadepost;
- De vordering van de benadeelde partij [aangever 1] tot schadevergoeding dient daarnaast te worden afgewezen, althans niet-ontvankelijk te worden verklaard ten aanzien van de post “telefoonhoesje” wegens het ontbreken van een rechtstreeks verband tussen deze schade en de aangifte van [aangever 1] ;
- De vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 1] , [benadeelde 2] , [benadeelde 3] , [benadeelde 4] , [benadeelde 5] , [benadeelde 6] , [benadeelde 7] , [benadeelde 8] , [benadeelde 9] en [benadeelde 10] tot schadevergoeding dienen niet-ontvankelijk te worden verklaard, gelet onder meer op de door haar bepleite vrijspraak van feit 5 van dagvaarding I.
De benadeelde partij kan dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
8.De toepasselijke wetsartikelen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden;
2 (twee) jarenvastgestelde
proeftijdniet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
taakstrafvoor de tijd van
240 (tweehonderdveertig) uren;
120 (honderdtwintig) dagen;
aftrekovereenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht zal geschieden op
2 (twee) uren per dag;
- [aangever 1] een bedrag van € 900,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 13 juni 2019 tot aan de dag waarop deze vordering is betaald;
- [aangever 2] een bedrag van € 1.300,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 16 juni 2019 tot aan de dag waarop deze vordering is betaald;
- € 900,00 vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 13 juni 2019 tot de dag waarop dit bedrag is betaald ten behoeve van [aangever 1] ;
- € 1.300,00 vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 16 juni 2019 tot de dag waarop dit bedrag is betaald ten behoeve van [aangever 2] ;
- [aangever 4] een bedrag van € 700,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 19 mei 2019 tot aan de dag waarop deze vordering is betaald;
- [aangever 5] een bedrag van € 1.100,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 2 juli 2019 tot aan de dag waarop deze vordering is betaald;
- [aangever 6] een bedrag van € 750,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 6 augustus 2019 tot aan de dag waarop deze vordering is betaald;
- [aangever 8] een bedrag van € 2.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 28 augustus 2019 tot aan de dag waarop deze vordering is betaald;
- € 700,00 vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 19 mei 2019 tot de dag waarop dit bedrag is betaald ten behoeve van [aangever 4] ;
- € 1.100,00 vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 2 juli 2019 tot de dag waarop dit bedrag is betaald ten behoeve van [aangever 5] ;
- € 750,00 vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 6 augustus 2019 tot de dag waarop dit bedrag is betaald ten behoeve van [aangever 6] ;
- € 2.000,00 vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 28 augustus 2019 tot de dag waarop dit bedrag is betaald ten behoeve van [aangever 8] .