ECLI:NL:RBDHA:2020:11869

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 november 2020
Publicatiedatum
20 november 2020
Zaaknummer
C/09/601619 / FA RK 20-7633
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 november 2020 een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel voor een vrouw, geboren in 1956 in Suriname. De officier van justitie had op 28 oktober 2020 een verzoek ingediend tot voortzetting van de crisismaatregel, die eerder op 27 oktober 2020 was opgelegd. De rechtbank heeft de zaak behandeld in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Tijdens de zitting heeft de betrokkene, bijgestaan door haar advocaat, haar verzet tegen de voortzetting van de maatregel geuit. De advocaat betoogde dat er geen sprake was van een psychische stoornis en dat de situatie van betrokkene niet acuut gevaarlijk was. De officier van justitie daarentegen stelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing, en dat de betrokkene niet in staat was om voor zichzelf en haar kinderen te zorgen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende aanwijzingen waren voor de aanwezigheid van een psychische stoornis en dat de situatie van betrokkene onhoudbaar was. De rechtbank heeft daarom besloten om de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel te verlenen, met een geldigheidsduur van drie weken. De beschikking is gegeven door rechter M.L. Sandberg-Crommelin, bijgestaan door griffier A.E. Babulall-Balkaran, en is uitgesproken ter openbare zitting.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/601619 / FA RK 20-7633
Datum beschikking: 02 november 2020

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel

Beschikkingnaar aanleiding van het op 28 oktober 2020 door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de vrouw]

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1956 te [geboorteplaats] , Suriname,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats]
advocaat: mr. K. Lammers-Roselaar te Rotterdam.

Procesverloop

Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 28 oktober 2020, heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op 27 oktober 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Delft tot het nemen van de crisismaatregel;
  • een op 27 oktober 2020 ondertekende medische verklaring van D.H.D. Maij, psychiater, die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij haar behandeling betrokken was;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een afschrift van de politiemutaties.
De rechtbank heeft voorts kennisgenomen van:
-het emailbericht van de advocaat met bijlagen van 30 oktober 2020;
-het emailbericht van de officier van justitie met bijlage van 30 oktober 2020.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 02 november 2020.
Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen gelijktijdig telefonisch gehoord door de rechtbank omdat het houden van een fysieke zitting vanwege de geldende veiligheidsmaatregelen met betrekking tot het coronavirus niet mogelijk was:
- betrokkene;
- de advocaat;
- de [psychiater 2] in het bijzijn van betrokkene;
- de officier van justitie mr. J.F.C. Janssen.
Allen werken mee aan deze wijze van horen.

Standpunten ter zitting

Betrokkene heeft verklaard dat zij het totaal niet eens is met het verzoek. Het verhaal van de advocaat De Jonge, waarnaar in de mail van 30 oktober jl. wordt verwezen, klopt niet. Het is voor betrokkene schokkend om te horen wat de psychiater ter zitting verklaart. Betrokkene is het er niet mee eens en ze legt zich erbij neer. Betrokkene heeft vaak bloed laten prikken. Het is een plan van de mensen van de instelling om zo met mensen om te gaan. Betrokkene doet een beroep op haar zwijgrecht.
De advocaat heeft afwijzing van het verzoek bepleit. Zij verzet zich tegen een machtiging ter observatie van betrokkene. Er is geen sprake van een psychische stoornis en het causaal verband ontbreekt. Het probleem dat betrokkene heeft rondom financiering van zorg aan haar beide dochters die een verstandelijke beperking hebben is al jaren aan de gang.
De advocaat licht toe dat betrokkene al 12 jaar in gevecht is met instanties. Betrokkene denkt dat er sprake is van machtsmisbruik en dat de instanties tegen haar zijn. Op 26 oktober 2020 is er door zeven instanties in een multidisciplinair overleg ook gesproken over de Wzd ten aanzien van de dochters. Een dag later is de crisismaatregel in werking gezet, toen betrokkene zelf de ambulance belde vanwege somatische klachten die zij had, te weten druk op haar borst. De voortzetting van de crisismaatregel is disproportioneel en moet afgewezen worden. De verzochte vormen van verplichte zorg moeten ook afwezen worden.
De advocaat heeft betrokkene in 2012 ook bijgestaan. Toen was sprake van een gelijke situatie. De buurman had geklaagd over geluidsoverlast. Het was toen onvoldoende duidelijk of sprake was van een psychiatrisch beeld. Datzelfde verhaal speelt nu weer. Er is mogelijk sprake van een psychiatrisch beeld maar dit is niet duidelijk. Er is heel lang een probleem met haar en haar kinderen maar of het een psychiatrische reden heeft, is ook nu niet duidelijk. Uit de stukken die de advocaat op voorhand heeft verzonden, blijkt dat mr. De Jonge betrokkene heeft bijgestaan en op 14 oktober een brief heeft geschreven naar het Zorgkantoor - waarmee al jaren wordt geprocedeerd -, waarin deze advocaat aangaf dat de spanningen bij [dochter] opliepen en de klachten daarover bij betrokkene veel spanning veroorzaakte. De huisarts, die de thuissituatie van betrokkene al jaren kent en ook die van de dochters, heeft nooit aan de bel getrokken met zorgen of anderszins over betrokkene. Bij een voortzetting van een crisismaatregel moet er een vermoeden zijn van een psychiatrische stoornis en een onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Of aan deze criteria wordt voldaan is in deze zaak niet duidelijk geworden. Betrokkene heeft veel stress. Ook is gebleken dat ze somatische klachten heeft en ze heeft om die reden uit zich zelf aan de bel getrokken. Dit kwam het Veiligheidshuis wel goed uit. Het was al besproken bij de aanvraag voor de crisismaatregel op 24 juli 2020, toen politie de woning in is gegaan. Daarvan is een mutatie opgemaakt maar er bleek geen reden voor een crisismaatregel of iets dergelijks voor betrokkene, of anderszins ingrijpen. De advocaat benadrukt dat betrokkene voorafgaand aan de crisismaatregel nu zelf aan bel heeft getrokken in verband met eigen lichamelijke klachten. Er is geen gevaar voor haar kinderen. Ook de officier heeft gezegd dat er nu niks acuuts is gebeurd. Betrokkene is de enige die goed voor haar kinderen kan zorgen. Een zus van betrokkene is nu in haar woning en zorgt voor de kinderen, maar de kinderen zijn zeer gehecht aan betrokkene. Ze zijn al eerder uit huis geplaatst en zijn toen mishandeld. Dit was traumatiserend voor hun. Betrokkene heeft nu bij de thuisverzorging van haar dochters wel hulp nodig. Daarvoor is geld nodig en daarover is een jarenlange strijd gaande. Recentelijk is het bij de CRvB tot een schikking met het Zorgkantoor gekomen en hopelijk leidt dat tot uitbetaling over achterliggende jaren. Betrokkene staat er in die strijd alleen voor en dat is soms teveel voor haar. Om haar met de nu getroffen maatregel weg te houden van haar dochters is niet zoals het hoort te gaan. Aan de eisen voor een voortzetting van de crisismaatregel wordt niet voldaan. De advocaat heeft voorts begrepen dat betrokkene sinds de opname zich goed heeft gedragen en steeds meewerkend is geweest.
Voor wat betreft de verzochte vormen van verplichte zorg: betrokkene heeft hulp nodig. Somatische behandeling kan ook vrijwillig, daartoe is betrokkene bereid. Betrokkene moet naar huis en kan vanuit daar verder behandeld worden. De instanties moeten haar helpen in plaats van tegen haar ingaan. De informatie van het Veiligheidshuis is eenzijdig en klopt niet.
De arts heeft verklaard niet bekend te zijn met het feit dat betrokkene verwikkeld is in veel toestanden. Hij hoorde dat er voordat de crisismaatregel plaatsvond een veiligheidsgesprek heeft plaatsgevonden van de regio Rotterdam. Er werd gezegd dat er door een psychiater gekeken moest worden of er redenen waren voor een zorgmachtiging. Dinsdag jl. is tot de crisismaatregel besloten. De arts zegt zich in die beslissing wel te kunnen vinden. Gebleken is dat betrokkene niet goed in staat is om georganiseerd over te komen. Het lijkt of ze te veel stress heeft. Als betrokkene met de arts in gesprek is en een uiteenzetting van de gebeurtenissen geeft is dit voor hem lastig te volgen. Ze is het met niets van wat ze hoort eens, maar kan niet specifiëren hoe zij het ziet. Ze kan ook niet goed aangeven wat zij graag zou willen. Er is veel miscommunicatie en ook op de afdeling wordt betrokkene veel heel verkeerd begrepen. Betrokkene kan goed prediken en dat doet ze ook veelvuldig.
Bepaalde gedragingen die betrokkene laat zien passen zonder meer bij een in de basis ontremde psychose. Daarbij vragen wij ons af in hoeverre ook haar cognitief vermogens grenzen hebben met betrekking tot hoe ze dingen begrijpt en communiceert en hoe de omgeving reageert. Omdat we die vraag nog onbeantwoord hebben willen we nadere onderzoek bij betrokkene kunnen doen. Als betrokkene in deze toestand naar huis gaat, zal direct weer een vergelijkbare hectische situatie ontstaan als voorafgaand aan de opname. Er moet gekeken worden naar welke zorgbehoefte er is. De eerlijkheid gebiedt ook te zeggen dat sinds de opname afgelopen dinsdag wij als psychiatrisch ziekenhuis onze aandacht die dag, alsook de woensdag en donderdag erna, primair uit moest laten gaan naar het behandelen van de veel te hoge bloeddruk waarmee betrokkene werd binnengebracht. Ze moest, om acuut gevaar voor zich zelf te voorkomen, zelfs naar het ziekenhuis worden gestuurd. De psychische problemen zijn ook hierdoor nog niet alle in kaart gebracht kunnen worden. Er staan voor komende week onderzoeken gepland. Bij observatie op psychiatrisch gebied wordt veel hectiek gezien. Het vermoeden op een psychiatrisch beeld is er beslist wel. Het valt niet uit te sluiten dat de somatische toestand van betrokkene ook een rol heeft gespeeld bij haar gemoedstoestand, verwarring en miscommunicatie. Een hele hoge bloeddruk geeft namelijk veel gejaagdheid in het lichaam. Betrokkene heeft voor zover ons bekend ook een parotis carcinoom. De psychiatrische setting van nu waarborgt rust voor haar. Wat gezegd kan worden vanuit psychiatrisch oogpunt over de huidige toestand van betrokkene op basis van onze observaties vanaf vorige week dinsdag is, dat de verpleging in het weekend bij betrokkene een vergelijkbaar beeld heeft gezien als bij opname, terwijl haar somatiek rustiger werd en haar bloeddruk goed is. Vandaag ter zitting ziet de arts voor het eerst dat betrokkene in staat is om te luisteren. Dat was daarvoor niet het geval. De observatie van nu biedt hoop voor de toekomst. Afhankelijk van de hoogte van de bloeddruk en wat er uit de bloedonderzoeken komt, zullen er misschien nog nadere somatische onderzoeken verricht moeten worden. Of die al gepland staat is bij de arts niet bekend. De ontslagbrief van het ziekenhuis moet nog beoordeeld worden om te kijken of er voldoende aandacht is geweest voor de lichamelijke conditie van betrokkene. Daarvoor is de crisismaatregel niet bedoeld. De arts wijst erop dat het afgelopen jaren niet is gelukt om naar zijn mening noodzakelijke zorg te bieden aan betrokkene.
De officier van justitie heeft verklaard dat er na het overlast-incident en thuisbezoek van de politie in juli 2020 geen crisismaatregel is aangevraagd, omdat de psychiater het toen niet een crisiswaardige situatie vond. De thuishulp moest het zelf oplossen. Veilig Thuis is toen onderzoek gaan doen. Vorige week was het een toevallige samenloop van omstandigheden. Het Openbaar Ministerie was bezig om te kijken of een psychiater naar betrokkene wilde gaan om haar met het oog op het aanvragen van een zorgmachtiging te onderzoeken. Betrokkene had toen zelf al 112 gebeld omdat ze pijn op haar borst had. Toen is alles in een stroomversnelling gekomen. Vanuit de GGZ is niks gebeurd. In het plan van aanpak is een zorgmachtiging besproken maar er is ook gezegd dat de situatie onhoudbaar is. Er wordt dan puur naar de gezondheid van betrokkene en haar kinderen gekeken. Een zorgmachtiging werd nodig geoordeeld. Het overzicht van de politie dat de officier van justitie als aanvullend stuk heeft ingediend, is teruglopend in tijd.
De officier van justitie begrijpt dat betrokkene onzeker is en argwaan heeft ten aanzien van de nu genomen crisismaatregel, maar het enige wat het OM met het voorliggende verzoek beoogt is goede zorgverlening voor betrokkene en niets anders. Er spelen een hoop dingen in het leven van betrokkene maar voor wat betreft de voortzetting van de crisismaatregel moet getoetst worden of sprake is van een psychiatrische stoornis. In de medische verklaring staat vermeld: manie dan wel manische psychose, eventuele onderliggende oorzaken dienen uitgesloten te worden. Men weet nog niet of het psychiatrisch gedrag dat betrokkene laat zien voortkomt uit lichamelijke problematiek of misschien van middelengebruik. Het gedrag is volgens de officier wel psychiatrisch gekleurd. Er is sprake van grootheidswanen en dysfoor gedrag. Betrokkene is veel met het geloof bezig en dat lijkt verder te gaan dan alleen maar geloofsbeleving. Er is volgens de officier sprake van een psychische stoornis.
De officier van justitie verklaart voorts dat getoetst moet worden of sprake is van een onmiddellijk ernstig nadeel dat optreedt als betrokkene niet meer in de zorghanden van de GGZ is. Betrokkene belde zelf 112 en de officier leest over erbarmelijk omstandigheden; er zijn zorgen om medicatie, de zorg en woning waarin betrokkene woont met haar kinderen. De woning is niet veilig en vies. De beide dochters worden opgesloten in kamers in huis, omdat het niet anders kan. Betrokkene kan geen leven leiden van wat normaal en rustig is.
Betrokkene heeft al een tijd te maken met conflicten in de buurt. Men klaagt over overlast. Er is een proces-verbaal van politie: het probleem met dit gezin speelt al ruim tien jaar. De laatste jaren is er meer gebonk en overlast. Het is zeer moeilijk om met betrokkene te communiceren en men vraagt zich echt af of men wel met haar kan communiceren. Dat kan onmiddellijk en ernstig nadeel oproepen. Betrokkene krijgt het zelf niet langer voor elkaar de situatie nog langer zonder hulp het hoofd te bieden. Ook is sprake van ernstige verwaarlozing en hoe betrokkene met haar dochters in een vervuild huis leeft en moet leven. Het is noodzakelijk dat er goed wordt gekeken wat er aan de hand is en welke zorg nodig is. Dat kan de komende drie weken.
De officier is er stellig in: er is sprake van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, namelijk van maatschappelijke teloorgang en ernstige verwaarlozing. Dat zijn de twee hoofdpijlers. Daar steunt het verzoek op. En de verzochte verlenging is nodig en dus proportioneel. Er zijn al allerlei instanties betrokken bij betrokkene en het is nu de bedoeling dat de meest geschikte zorg verleend kan gaan worden en daarvoor is geen minder verstrekkend alternatief meer voorhanden. De officier ziet het verzoek graag gehonoreerd.
Ten aanzien van de verzochte vormen van verplichte zorg heeft de officier van justitie verklaard welke vormen van zorg thans nog noodzakelijk zijn.

Beoordeling

Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige materiële schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- ernstig verstoorde ontwikkeling voor of van betrokkene of een ander;
- de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept;
- de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, te weten manie dan wel manische psychose
.De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
De rechtbank is van oordeel dat uit de medische verklaring en de verklaring van de arts ter zitting voldoende naar voren is gekomen om vast te stellen dat er een vermoeden is van de aanwezigheid van een psychische stoornis. Ook is sprake van een onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Er is bij betrokkene vermoedelijk sprake van een onderliggend psychiatrische stoornis gepaard met heel veel stress en somatische problemen. Het lukt betrokkene op dit moment niet om de situatie waarin zij verkeert georganiseerd te krijgen; zij krijgt haar gemoedstoestand en haar lichamelijke gezondheidstoestand niet meer onder controle. Dat bracht haar de afgelopen dagen in levensgevaar en maakte het noodzakelijk in te grijpen. De lichamelijke toestand van betrokkene is sinds kort wat beter maar nog bepaald niet stabiel te noemen. Ook is sprake van een verwaarloosde toestand thuis, waardoor terugkeer op dit moment onverantwoord is, ook omdat betrokkene onder een dak verblijft met haar dochters die een verstandelijke beperking hebben en die heel afhankelijk van haar zijn. In de toestand waarin zij nu verkeert is zij niet in staat om die situatie al het hoofd te bieden. Betrokkene is ook nog niet opgewassen tegen een voortzetting van contact met de buren en de, zo is gebleken, daarmee gepaard gaande problemen. Verlenging van de maatregel is nodig om erger te voorkomen en is op dit moment proportioneel en doelmatig. Een minder verstrekkend alternatief is er niet. De zorg moet op dit moment geboden kunnen worden.
De rechtbank is van oordeel dat, anders dan de in de crisismaatregel genoemde zorg, de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- opnemen in een accommodatie.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
De voorgestelde verplichte zorg is bovendien evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt verder dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van:

[de vrouw]

geboren op [geboortedag] 1956 te [geboorteplaats] , Suriname,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 23 november 2020;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.L. Sandberg-Crommelin, rechter, bijgestaan door A.E. Babulall-Balkaran als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 02 november 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 13 november 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.