ECLI:NL:RBDHA:2020:1174
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering van militair invaliditeitspensioen wegens gebrek aan dienstverband en arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 februari 2020 uitspraak gedaan in het geschil tussen eiser, een voormalig majoor bij de Koninklijke Landmacht, en de staatssecretaris van Defensie. Eiser had een arbeidsongeschiktheidspensioen aangevraagd, maar de staatssecretaris weigerde dit op basis van het feit dat eiser niet in aanmerking kwam voor een militair invaliditeitspensioen. Eiser was sinds 2013 arbeidsongeschikt door ziekte en had in 2017 een eervol ontslag gekregen wegens blijvende ongeschiktheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris op goede gronden heeft geconcludeerd dat de psychische aandoening van eiser, een bipolaire stoornis type I, niet in overwegende mate het gevolg was van de uitoefening van de militaire dienst. Eiser had aangevoerd dat zijn aandoening was ontstaan door werkgerelateerde omstandigheden, maar de rechtbank oordeelde dat de omstandigheden waaronder hij had gewerkt niet als buitengewoon of vergelijkbaar konden worden gekwalificeerd. De rechtbank heeft de weigering van het invaliditeitspensioen dan ook bevestigd, omdat er geen verband was aangetoond tussen de arbeidsongeschiktheid en de militaire dienst. Eiser had ook verzocht om een deskundige in te schakelen voor nader onderzoek, maar de rechtbank zag hier geen aanleiding toe. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard.