ECLI:NL:RBDHA:2020:11681

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 september 2020
Publicatiedatum
17 november 2020
Zaaknummer
8402944 RL EXPL 20-4768
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding door passagiers van vertraagde vlucht op basis van EU-verordening 261/2004

In deze zaak vorderden de eisers, passagiers van vlucht OR 278 van Tuifly van Zakinthos naar Amsterdam, een schadevergoeding van € 1.600,00 wegens vertraging van hun vlucht op 3 augustus 2019. De vlucht had een vertraging van meer dan drie uur, maar Tuifly verweerde zich door te stellen dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk beslissingen van de luchtverkeersleiding. De kantonrechter oordeelde dat de totale vertraging van de vlucht niet meer dan 2:35 uur bedroeg, wat onder de drempel van drie uur ligt voor schadevergoeding op basis van de EU-verordening 261/2004. De rechter concludeerde dat de eisers geen recht hadden op vergoeding omdat de vertraging niet voldeed aan de vereisten van de verordening. De vordering van de eisers werd afgewezen en zij werden veroordeeld in de proceskosten van Tuifly. Het vonnis werd uitgesproken op 22 september 2020.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats ‘s-Gravenhage
CB/c
Rolnummer: 8402944 RL EXPL 20-4768
22 september 2020
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[eiser 1] , wonende te [woonplaats] ,

2.
[eiseres 1], wonende te [woonplaats] ,
3.
[eiser 2], wonende te [woonplaats] ,
4.
[eiseres 2], wonende te [woonplaats] ,
eisende partijen,
hierna gezamenlijk te noemen: [eisers] of de passagiers,
gemachtigde: [gemachtigde] (Aviclaim),
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TUI Airlines Nederland B.V. mede h.o.d.n. Tuifly,
statutair gevestigd te Rijswijk,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Tuifly,
gemachtigde: mevr. mr. M. Lustenhouwer (AKD).

1.Het procesverloop

1.1
De kantonrechter heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
  • de dagvaarding van 16 maart 2020 met zeven producties (nrs. 1 tot en met 7);
  • de conclusie van antwoord van 10 juni 2020 met vijf producties (nrs. 1 tot en met 5);
  • de conclusie van repliek van 30 juni 2010 met vijf producties (nrs. 8 tot en met 12);
  • de conclusie van dupliek van 25 augustus 2020.
1.2
Aansluitend is vonnis bepaald op heden, van welke datum partijen schriftelijk bericht hebben gekregen van de griffier. Geen van partijen heeft naar aanleiding van de brief van de griffier en in het licht van artikel 134 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering nog te kennen gegeven te verlangen hun standpunten nog nader mondeling te willen toelichten.

2.De feiten

2.1
[eisers] hadden een boeking voor vlucht OR 278 van Tuifly van Zakinthos Airport (Griekenland) naar Amsterdam-Schiphol Airport op 3 augustus 2019. Volgens het oorspronkelijke schema zou deze vlucht vertrekken vanuit Zakinthos op 3 augustus 2019 om 14:10 uur en de aankomst op Schiphol was voorzien voor dezelfde dag om 16:40 uur (lokale tijden).
2.2
Vlucht OR 278 is feitelijk vertrokken uit Zakinthos op 3 augustus 2019 om 17:30 uur (UTC+3) en is feitelijk op Schiphol aangekomen op 3 augustus 2019 om 19:55 uur (UTC+2).
2.3
De vluchtafstand van Zakinthos naar Amsterdam bedraagt 2.047 km.

3.De vordering

3.1
[eisers] vorderen bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, (I.) Tuifly te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 1.600,00 te vermeerderen met de wettelijke rente ex art. 6:119 BW, te rekenen vanaf 3 augustus 2019, althans vanaf datum van de ingebrekestelling dan wel vanaf de datum van betekening van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening; (II.) Tuifly te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten ad € 240,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over de buitengerechtelijke incassokosten te rekenen vanaf 3 augustus 2019 althans vanaf de datum van betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening; (III.) Tuifly te veroordelen in de kosten van het geding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na de betekening van het te wijzen vonnis tot aan de dag der algehele voldoening; (IV.) Tuifly te veroordelen in de nakosten van het te wijzen vonnis.
3.2
Aan hun vordering leggen [eisers] ten grondslag dat Europese regelgeving en jurisprudentie, meer in het bijzonder de EU-verordening 261/2004 (hierna; ‘de Verordening’) en (onder meer) de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 22 december 2008 (C-549/07, Wallentin-Hermann-arrest), van 19 november 2009 (C-402/07, Sturgeon-arrest) hen recht geven op een vergoeding van -in dit geval- € 400,00 per persoon in verband met opgelopen vertraging van hun vlucht van Zakinthos naar Amsterdam. Meer in het bijzonder stellen dat de vertraging door slecht zicht bij vertrek niet kwalificeert als een buitengewone omstandigheid.

4.Het verweer

4.1
Tuifly heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de vordering van [eisers] Het verweer komt erop neer dat de heenvlucht met het betreffende vliegtuig als gevolg van beperkingen in het Europese luchtruim op de tijden dat deze vlucht uitgevoerd moest worden beperkt was, waardoor het vliegtuig op last van de luchtverkeersleiding met vertraging moest vertrekken. Het vliegtuig is met vertraging in Zakinthos aangekomen. Het vliegtuig zou met een vertraging van 3:20 uur weer kunnen vertrekken, maar door een verdere beperking op de route terug naar Amsterdam kreeg het vliegtuig pas om 17:32 uur (l.t.) toestemming te vertrekken. Deze vertraging heeft het vliegtuig niet meer volledig kunnen goedmaken. Tuifly is daarom niet gehouden een vergoeding wegens vertraging aan [eisers] te betalen.

5.De beoordeling

5.1
De Verordening en de daarop gebaseerde jurisprudentie beoogt de passagier als consument van door een luchtvaartmaatschappij aangeboden diensten bescherming te bieden tegen annulering van vluchten en de met annulering gelijkgestelde vertragingen, die een bepaalde tijdsduur overschrijden. Deze bescherming vertaalt zich in bepaalde gefixeerde schadevergoedingen en andere verplichtingen, zoals verzorging en, indien aan de orde, overnachtingen. Als uitgangspunt is de luchtvaartmaatschappij gehouden een bepaalde aan de vluchtafstand gerelateerde vergoeding aan de passagier te betalen in geval van een vertraging van meer dan drie uur. Deze verplichting lijdt uitzondering indien de luchtvaartmaatschappij zich met succes op een bijzondere omstandigheid kan beroepen, die als oorzaak voor de vertraging heeft te gelden, waarbij het aan de luchtvaartmaatschappij is aan te tonen dat de buitengewone omstandigheden hoe dan ook niet te voorkomen hadden kunnen worden door het treffen van redelijke maatregelen.
5.2
In het voorliggende geval verschillen partijen niet van mening dat sprake was van aan vertraging van meer dan 3 uur ten opzichte van de oorspronkelijke aankomsttijd van vlucht OR 278 in Amsterdam. Partijen verschillen wel van mening of sprake was van een buitengewone omstandigheid, die de vertraging heeft veroorzaakt.
5.3
De betreffende vlucht betrof een rotatievlucht van Amsterdam naar Zakinthos en vice versa. Van de terugvlucht van Zakinthos naar Amsterdam is bekend dat het vliegtuig klaar was voor vertrek om 17:20 uur (l.t.), maar dat het vliegtuig van de luchtverkeersleiding pas 12 minuten later, dus om 17:32 uur. Het vliegtuig is met een uiteindelijke vertraging van 3:15 uur in Amsterdam aangekomen. Als de vertraging van 12 minuten in Zakinthos van die vertraging zou worden afgetrokken dan zou het vliegtuig nog steeds met een vertraging van meer dan 3 uur, zij het nipt, in Amsterdam zijn aangekomen.
5.4
Omdat de vlucht een rotatievlucht betrof kan onder omstandigheden de vertraging op de heenvlucht doorwerken op de terugvlucht, mits de vertraging op de heenvlucht (ook) is veroorzaakt door buitengewone omstandigheden in de zin van de Verordening. De kantonrechter zal daarom onderzoeken of dat het geval is.
5.5
Wat betreft de heenvlucht is bekend dat Tuifly voornemens was de rotatievlucht uit te voeren met een van derden (GetJet) gehuurd vliegtuig met registratie LY-OWL. Dat vliegtuig was niet beschikbaar voor de betreffende vlucht(en). TuiFly heeft daarop een ander vliegtuig ingezet. Tuifly heeft gesteld dat het vervangen van het vliegtuig heeft geleid tot een vertraging van 2:35 uur. De vraag of het vervangen van het vliegtuig veroorzaakt werd door een technisch mankement aan het oorspronkelijke vliegtuig (zoals Tuifly lijkt te stellen) of het vervangen van het oorspronkelijke vliegtuig voor andere vluchten van Tuifly op de betreffende dag een buitengewone omstandigheid oplevert behoeft niet beantwoord te worden, omdat Tuifly voor de betreffende vertraging van 2:35 uur geen beroep doet op buitengewone omstandigheden.
5.6.
Wel stelt Tuifly dat het vliegtuig bij vertrek vanuit Amsterdam naar Zakinthos een nadere vertraging heeft opgelopen van 45 minuten als gevolg van beslissingen van de luchtverkeerleiding. Daardoor had het vliegtuig bij vertrek uit Amsterdam een vertraging van 3:10 minuten. Deze vertraging heeft het vliegtuig niet meer kunnen goedmaken.
5.7
Uit het voorgaande blijkt dat de totale vertraging als gevolg van beslissingen van de luchtverkeersleiding niet meer bedraagt dan 57 minuten. Maar daarmee komt wel de vraag in beeld of de verdere vertraging van 57 minuten het gevolg is van , hetgeen op grond van artikel 15 van de Verordening een buitengewone omstandigheid kan opleveren, onbeantwoord blijven. De kantonrechter is van oordeel dat het feit dat verdere vertraging is ontstaan inderdaad het gevolg is van een beslissing van de luchtverkeersleiding voor dit specifieke vliegtuig. Onweersproken is dat het aanbod van vliegtuigen in het Europese luchtruim op de route van een naar Zakinthos op het tijdstippen dat de heenvlucht voorafgaand aan vlucht OR 278 en vlucht OR 278 zelf gepland of uitgevoerd werden, groot was, waardoor het luchtverkeer beperkt moest worden in de zin dat vliegtuigen alleen ‘gedoseerd’ konden worden toegelaten op de betreffende route. Daarbij heeft de luchtverkeersleiding een zekere discretionaire bevoegdheid en zowel op de heen- als de terugvlucht betrof de beslissing de betreffende vluchten. Daarmee zijn deze beslissingen aan te merken als
besluiten van het luchtverkeerbeheer voor een specifiek vliegtuig op een specifieke dag.Als de luchtverkeerleiding op ofwel de heen- of terugweg een ander vliegtuig een beperking had opgelegd, hetgeen evengoed had gekund, dan was vlucht OR 278 met een vertraging van minder dan 3 uur in Amsterdam gearriveerd.
5.8
Deze beslissingen van de luchtverkeersleiding hebben tot gevolg dat de klok voor het meten van de vertraging in feite wordt stopgezet bij de reeds opgelopen vertraging van 2:35 uur als gevolg van de wisseling van vliegtuig en dat de verdere vertragingen, als veroorzaakt door buitengewone omstandigheden, niet meetellen voor het bepalen van de totale vertraging. Een vertraging van 2:35 uur is minder dan drie uur en de vordering van de passagiers zal aldus worden afgewezen.
5.9
Als de in het ongelijk gesteld partijen zullen de passagiers worden veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van Tuifly.
De beslissing
De kantonrechter:
- wijst de vordering van [eisers] af;
- veroordeelt [eisers] in de proceskosten aan de zijde van Tuifly, begroot op
€ , waarvan € 360,00 vanwege salaris gemachtigde;
- verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling van [eisers] uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door kantonrechter mr. C.W.D. Bom en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 september 2020, in tegenwoordigheid van de griffier.