Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Het verzoek tot verbetering
6juni 2016 in plaats van 15 juni 2016 is genoemd als de datum waarop de verjaringstermijn is verstreken en dat zij voornemens is deze kennelijke (schrijf)fout ambtshalve te verbeteren.
2.De beoordeling
6juni 2016 in plaats van 15 juni 2016 genoemd als de datum waarop de verjaringstermijn is verstreken. In 4.6 is als volgt overwogen:
“De vordering van [eiser] is gebaseerd op onrechtmatige rechtspraak. De verjaringstermijn voor de op die juridische grondslag gebaseerde rechtsvordering is gaan lopen de dag nadat het arrest onherroepelijk is geworden, dus de dag na het arrest van de Hoge Raad van 14 juni 2011, oftewel op 15 juni 2011. Vanaf dat moment was [eiser] immers bekend met de schade die hij vanwege de gestelde onrechtmatige rechtspraak leed en met de Staat als de op grond van die rechtspraak aansprakelijke persoon. De verjaringstermijn is vijf jaar later verstreken, dus op 16 juni 2016. Omdat [eiser] voordien de verjaring niet heeft gestuit, is zijn vordering verjaard.”
De verjaringstermijn is vijf jaar later verstreken, dus op 16 juni 2016” komt te luiden: “
De verjaringstermijn is vijf jaar later verstreken, dus op 15 juni 2016”
.
3.De beslissing
De verjaringstermijn is vijf jaar later verstreken, dus op 16 juni 2016”
De verjaringstermijn is vijf jaar later verstreken, dus op 15 juni 2016”,