ECLI:NL:RBDHA:2020:11490

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 september 2020
Publicatiedatum
13 november 2020
Zaaknummer
NL20.15385
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag wegens verantwoordelijkheid Duitsland

Op 8 september 2020 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, had deze aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag. De verzoeker, die stelt de Guinese nationaliteit te hebben, heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De rechtbank heeft vastgesteld dat geen van de partijen gebruik heeft gemaakt van het recht om ter zitting te worden gehoord, waardoor het onderzoek ter zitting verder achterwege is gelaten. Op 3 september 2020 is het onderzoek gesloten. De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak van 13 november 2020 geoordeeld dat, gezien de eerdere uitspraak in de zaak met nummer NL20.15384, een voorlopige voorziening niet meer nodig is.

Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. L.M. Kos, in aanwezigheid van griffier mr. S. Pirs. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze, indien nodig, later openbaar worden uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.15385

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker,

V-nummer: [#]
(gemachtigde: mr. E.H. Bokhorst),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

Procesverloop

Bij besluit van 12 augustus 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van
verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in
behandeling genomen op de grond dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling
daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de
voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen
Omdat geen van de partijen, nadat zij zijn gewezen op hun recht ter zitting te worden
gehoord, heeft verklaard dat zij gebruik wil maken van dit recht, heeft de rechtbank bepaald
dat het onderzoek ter zitting verder achterwege blijft. De rechtbank heeft op 3 september
2020 het onderzoek gesloten.

Overwegingen

Eiser stelt de Guinese nationaliteit te hebben en te zijn geboren op [geboortedatum] .
Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.15384, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijs het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. LM. Kos, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.
S. Pirs, griffier.
Als gevolg van de maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken
op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt
deze uitspraak, voor zover nodig, in het openbaar uitgesproken.

Rechtsmiddel