ECLI:NL:RBDHA:2020:11402
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Op 3 november 2020 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 14 oktober 2020 een verzoek ingediend voor een zorgmachtiging ten aanzien van een betrokkene, geboren in 1981 in de Sovjet-Unie, die momenteel verblijft in een accommodatie. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij de betrokkene en zijn advocaat zijn gehoord. De advocaat heeft verzocht om de machtiging af te wijzen of de termijn van opname te beperken tot drie maanden. De behandelaar heeft verklaard dat de betrokkene lijdt aan een bipolaire stoornis en verslavingsproblemen, en dat hij recentelijk weer is opgenomen na een terugval in drugsgebruik. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend, met inbegrip van verschillende vormen van verplichte zorg, en deze machtiging geldt tot en met 3 mei 2021. De beschikking is gegeven door rechter J.C. van den Dries, bijgestaan door griffier K.D. van den Berg, en is uitgesproken ter openbare zitting.