Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het procesverloop
- het verzoekschrift ex artikel 7:681 BW, ter griffie ingekomen op
- het verweerschrift met producties tevens houdende een zelfstandig tegenverzoek, ter griffie ingekomen op 12 oktober 2020;
- het aanvullend verzoekschrift, ter griffie ingekomen op 22 oktober 2020.
2.De feiten
€ 59.616,00 bruto;
€ 2.484,00 bruto;
4.Het verweer en het zelfstandig tegenverzoek
5.De beoordeling
1 januari 2020 (minimaal) twee jaar in dienst is. In die gevallen is de oude ketenregeling van toepassing en geldt de laatste arbeidsovereenkomst als te zijn aangegaan voor onbepaalde tijd.
1 september 2019, derhalve voor 1 januari 2020, twee jaar in dienst was bij werkgever. Op 1 september 2019 is de arbeidsovereenkomst voortgezet. Deze laatste arbeidsovereenkomst geldt als aangegaan voor onbepaalde tijd, hetgeen verder ook niet wordt bestreden door werkgever. Dat werkgever zich dit niet heeft gerealiseerd, dient voor zijn rekening en risico te komen.
ernstig en duurzaamverstoord is zodanig dat in redelijkheid van werknemer niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst voort te zetten. In dit licht is het verwijt van werknemer aan werkgever dat door haar een onwerkbare situatie is ontstaan, onvoldoende gemotiveerd.
6.De beslissing
€ 2.484,00 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van opeisbaarheid tot aan de dag van algehele voldoening;