ECLI:NL:RBDHA:2020:11375
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van Jemenitische statushouder in Griekenland niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 oktober 2020 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Jemenitische nationaliteitdrager, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag echter bij besluit van 7 september 2020 niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser al internationale bescherming had gekregen in Griekenland, zoals blijkt uit het Eurodac-systeem.
Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, maar is niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft de argumenten van eiser, die stelde dat hij in Griekenland geen gebruik kan maken van zijn klachtrecht, niet gevolgd. Eiser had onvoldoende bewijs geleverd dat hij daadwerkelijk problemen ondervond bij het indienen van klachten bij de Griekse autoriteiten. De rechtbank oordeelde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij niet in staat was om zijn klachten te uiten of dat zijn aangiftes niet serieus werden genomen.
De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door rechter K.M. de Jager en griffier A.S. Hamans, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.