ECLI:NL:RBDHA:2020:11205
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- J.J. Catsburg
- T.R. Oosterhoff - Vos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met verwijzing naar verantwoordelijkheidscriteria Zwitserland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 18 augustus 2020 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, kreeg te horen dat zijn aanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Zwitserland verantwoordelijk was voor de behandeling van zijn asielverzoek. Dit besluit was genomen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 15 juli 2020. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 11 augustus 2020, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. J. Bravo Mougán, en een tolk, I. Jalloh. De Staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. K. Elias. Tijdens de zitting werd het verzoek om een voorlopige voorziening besproken, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat een voorlopige voorziening alleen mogelijk is als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Aangezien er op dezelfde dag ook uitspraak werd gedaan in een andere zaak (NL20.14116), was het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer mogelijk.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, in aanwezigheid van griffier mr. T.R. Oosterhoff - Vos. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.