3.4De beoordeling van de tenlastelegging
Op 20 augustus 2018 deed [naam vader slachtoffers] , de vader van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] aangifte van ontucht namens [slachtoffer 1] . Vader verklaarde daarin onder meer dat [slachtoffer 1] in november/december 2011 tegen [getuige] , de vriendin van vader, had verteld dat hij en [slachtoffer 2] bij de verdachte porno hadden gekeken. [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hebben dat daarna beiden ook aan vader verteld. Eind 2017 of begin 2018 sprak [slachtoffer 1] de vriendin van vader weer aan. Hij vertelde dat hij en [slachtoffer 2] bij de verdachte niet alleen porno hadden gekeken, maar dat hij en [slachtoffer 2] ook waren aangeraakt door de verdachte en dat de verdachte zich in hun bijzijn had afgetrokken onder de douche.
[getuige] de vriendin van [naam vader slachtoffers] , heeft verklaard dat [slachtoffer 1] op een zeker moment vreemde seksuele dingen zei tijdens het ontbijt. Hij vertelde haar vervolgens dat hij dingen had gezien op de website
[naam website]en dat hij daar altijd samen met de verdachte en met zijn broer [slachtoffer 2] naar keek. [getuige] heeft op die website expliciet seksueel beeldmateriaal aangetroffen. Een tijd erna vertelde [slachtoffer 1] dat hij met [slachtoffer 2] en de verdachte onder de douche had gestaan en dat [verdachte] zich toen had afgetrokken.
Tijdens het studioverhoor op 3 oktober 2018 verklaarde [slachtoffer 1] dat, toen hij nog jong was, hij en zijn broer [slachtoffer 2] meerdere keren bij de verdachte hebben gelogeerd. Hij verklaarde dat de verdachte op een laptop een pornosite opzocht en aan hem en [slachtoffer 2] pornofilmpjes liet zien waarop een man zijn penis in de vagina van een vrouw stopte. Ook liet de verdachte hem en [slachtoffer 2] een spelletje op de laptop spelen waarbij hij een nepfiguur moest aftrekken door met de muis heen en weer te gaan. Daarna ging de verdachte met [slachtoffer 2] en hemzelf douchen. De verdachte ging achter [slachtoffer 1] staan, raakte hem dan van voren aan en ging dan naar beneden met de handen. Hij raakte de piemel van [slachtoffer 1] aan. [slachtoffer 1] verklaart daarover letterlijk: “Hij heeft me, ja ja bij m'n piemel gepakt.” “En eh ik weet nou niet exact wat die ermee, wat die heeft gedaan of hoe die het heeft gedaan of.” Het ging door “totdat hij er klaar mee was.” Ook verklaarde [slachtoffer 1] dat de verdachte zichzelf onder de douche aftrok. Hij kwam in de douche klaar en spoelde vervolgens het sperma in de douchebak met de douchekop weg.
[slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum 2] ) heeft in eerste instantie alleen een getuigenverklaring afgelegd. Hij verklaarde dat hij zich dat de verdachte hem en [slachtoffer 1] seksspelletjes liet spelen op internet. Dat was op sites waarop je een poppetje kon besturen die een vrouw anaal, vaginaal of oraal kan bevredigen. Ook verklaarde hij dat de verdachte met [slachtoffer 1] douchte.
De moeder van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft in december 2018 verklaard dat de kinderen weleens bij de verdachte logeerden. Op een gegeven moment vertelde [slachtoffer 2] aan haar dat ze bij de verdachte naar beelden hadden gekeken waarop mensen seks met elkaar hadden en dat de verdachte die beelden voor hen had opgezet. [slachtoffer 1] vertelde dat hij een keer met de verdachte onder de douche had gestaan en dat er toen wit spul uit de piemel van de verdachte kwam. De kinderen wilden toen niet meer bij de verdachte logeren.
Uit de politiesystemen blijkt dat [naam moeder slachtoffers] , de moeder van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , op 22 oktober 2011 melding deed van ontucht gepleegd door de verdachte bij haar minderjarige kinderen. Zij meldde dat [slachtoffer 1] aan haar had verteld dat de verdachte zijn billen, rug en piemel had gemasseerd en dat beide kinderen met de verdachte onder de douche hadden gestaan.
De verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij de huisvriend was van de oma van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en een vriend van hun moeder. [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hebben vanaf 2010 of 2011 een aantal keer bij hem gelogeerd. De kinderen gingen ‘s avonds onder de douche en daarna masseerde hij hun rug en billen.Ter terechtzitting van 23 oktober 2020 heeft de verdachte bevestigd, naast de rug en de billen, ook de benen te hebben gemasseerd.
De rechtbank overweegt naar aanleiding van bovenstaande als volgt. Hoewel de verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] op een aantal punten niet volledig overeenkomen, hebben beide jongens gedetailleerd verklaard over hun ervaringen met de verdachte. Het dossier biedt geen enkele aanwijzing op grond waarvan zou moeten worden vermoed dat hun verklaring in strijd met de waarheid zou zijn afgelegd. Zo is bijvoorbeeld niet gebleken van enige beïnvloeding of van enig motief om de verdachte in diskrediet te brengen. Bovendien zijn de verklaringen van zowel [slachtoffer 1] als [slachtoffer 2] zeer specifiek, bijvoorbeeld daar waar het gaat om de beschrijving van de spelletjes die zij speelden op de computer en (in de verklaring van [slachtoffer 1] ) de wijze waarop de verdachte zich aftrok en klaar kwam. Ook dit komt de geloofwaardigheid van de verklaringen ten goede. Ten slotte acht de rechtbank het van belang dat met name [slachtoffer 1] al in 2011 een aantal hele specifieke ervaringen heeft gedeeld met zijn moeder, stiefmoeder en vader, zoals het aanraken en het aftrekken en klaar komen onder de douche, maar ook de website die de verdachte met hem en zijn broer bezocht. De leeftijd van [slachtoffer 1] destijds (7 jaar), maakt het voor de rechtbank zeer onaannemelijk dat hij dergelijke informatie zelf zou hebben bedacht. De verklaringen komen de rechtbank al met al dan ook als uiterst geloofwaardig voor en zij zal deze bezigen voor het bewijs.
De rechtbank is voorts van oordeel dat de verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] niet op zichzelf staan, maar op meerdere en specifieke onderdelen worden bevestigd door de verklaring van de verdachte. De verdachte heeft immers verklaard dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] bij hem thuis hebben gelogeerd, dat hij met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft gedoucht en dat hij hun billen en rug heeft gemasseerd. De verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] staan derhalve niet op zichzelf, maar zijn ingebed in een concrete context die bevestiging vindt in een andere bron.
TussenconclusieVoor de rechtbank staat op grond van de hierboven genoemde bewijsmiddelen buiten redelijke twijfel dat de verdachte in de periode van 1 januari 2010 tot en met 22 oktober 2011
- [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] tijdens een massage heeft aangeraakt bij rug, billen en benen, dat hij tijdens het douchen de piemel van [slachtoffer 1] heeft aangeraakt en dat hij zich in het bijzijn van [slachtoffer 1] heeft afgetrokken, en
- [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] pornofilms heeft laten kijken en hen seksueel getinte spelletjes heeft laten spelen op de computer.
Vervolgens dient te worden beoordeeld of deze handelingen ook opleveren het plegen van ontucht met de aan zijn zorg en of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige en/of het seksueel corrumperen, een en ander op de wijze zoals aan de verdachte is ten laste gelegd.
Ontucht
Het aanraken van de piemel van een kind tijdens een massage en onder de douche, het masseren van de billen van een kind en het zich aftrekken in het bijzijn van een minderjarige met de leeftijd die [slachtoffer 1] destijds had, zijn seksueel gerichte handelingen in strijd met de sociaal-ethische norm. Ook het masseren van de rug en benen is, bezien binnen de context van en in samenhang met die andere handelingen te zien als seksuele handelingen in strijd met diezelfde sociaal ethische norm. Naar het oordeel van de rechtbank zijn de handelingen daarom aan te merken als ontuchtige handelingen.
A
an zorg en/of waakzaamheid toevertrouwdNu de verdachte een huisvriend was van de oma van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en een vriend van hun moeder en de kinderen bij de verdachte kwamen logeren, is sprake geweest van een situatie waarbij [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] als minderjarigen aan de zorg en waakzaamheid van de verdachte werden toevertrouwd.
De rechtbank is, gelet op het voorgaande van oordeel dat het eerste alternatief/cumulatief ten laste gelegde feit wettig en overtuigend is bewezen, zij het voor een kortere periode. Ten aanzien van de periode voor 2010 zal de rechtbank de verdachte vrijspreken.
Het seksueel corrumperenDe vragen die de rechtbank voor een bewezenverklaring van het alternatief/cumulatief tenlastegelegde ‘seksueel corrumperen van een minderjarige’ moet beantwoorden, is of de hiervoor beschreven handelingen in dat kader onder de gegeven omstandigheden moeten worden beschouwd als het ertoe bewegen om getuige te zijn van seksuele handelingen en of dit met ‘ontuchtig oogmerk’ heeft plaatsgevonden. Om die vraag te beantwoorden acht de rechtbank het noodzakelijk eerst een inleidende beschouwing over artikel 248d Sr te maken.
Artikel 248d Sr.
Blijkens de wetsgeschiedenis van artikel 248d Sr is van strafbaar gedrag in het kader van dit artikel sprake als de verdachte voor zijn eigen seksueel gerief een minderjarige aanwezig laat zijn bij seksuele handelingen, dan wel indien de verdachte beoogt daardoor het kind zodanig te beïnvloeden dat die in de toekomst eerder geneigd zou zijn in te stemmen met het ondergaan van ontuchtige handelingen. Het artikel beoogt kinderen te beschermen tegen persoonlijke en seksuele scheefgroei die kan plaatsvinden op het moment dat zij worden bewogen tot het vrijwillig aanschouwen van seksueel misbruik of seksuele activiteiten waarvan zij op dat moment zelf de schadelijkheid mogelijk niet inzien. Wat onder seksuele handelingen exact moet worden verstaan is daarbij niet uitgewerkt, maar wel is overwogen dat met dit artikel een ernstiger feit wordt bestraft dan hetgeen strafbaar is gesteld in artikel 240a Sr, namelijk het tonen van schadelijk beeldmateriaal aan een minderjarige. Dit uit zich in een hoger strafmaximum voor artikel 248d Sr.
Naar het oordeel van de rechtbank impliceert dit dat artikel 248d Sr in beginsel niet beoogt te bestraffen het ‘indirect’ getuige zijn van seksuele handelingen (zoals bij pornografisch beeldmateriaal). Het artikel lijkt eerder te vereisen dat de minderjarige fysiek aanwezig is geweest bij seksuele handelingen die door een ander zijn verricht. Daarmee rijst de vraag of de onderhavige feitelijke handelingen van de verdachte die door de rechtbank worden bewezen, namelijk het laten bekijken van pornofilms op de computer van de verdachte en het daarop laten spelen van seksueel getinte spelletje, wel onder de reikwijdte van artikel 248d Sr vallen. De verdediging heeft deze vraag ontkennend beantwoord.
Ertoe bewegen getuige te zijn van seksuele handelingen
De rechtbank overweegt in dat verband dat de verdachte [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] deze handelingen samen heeft laten verrichten. Zij hebben dus niet alleen zelf naar pornografische beelden gekeken en spelletjes gespeeld, zij zijn er ook getuige van geweest dat de ander dat deed en wel op initiatief van de verdachte. En juist het er getuige van zijn dat een vertrouwd iemand als een broer of broertje ook dat soort dingen deed, zal er in de regel aan bijdragen dat een kind eerder vertrouwd zal raken met dergelijke handelingen en deze eerder normaal zal gaan vinden. Niet alleen is dus sprake van het getuige zijn van seksuele handelingen (door broer/broertje) in letterlijke zin, ook is sprake van gedrag dat leidt tot de schadelijke gevolgen voor kinderen waartegen artikel 248d Sr nu juist poogt te beschermen. Daarmee kan worden bewezen dat de verdachte [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] ertoe heeft bewogen om getuige te zijn van seksuele handelingen zoals ten laste gelegd.
Ook kan worden bewezen dat de verdachte dit heeft gedaan met ontuchtig oogmerk. Uit de omstandigheid dat de verdachte, na de handelingen op de computer, eerst ontucht met [slachtoffer 1] pleegde onder douche en daarna met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] tijdens het masseren, leidt de rechtbank af dat de verdachte heeft beoogd [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zodanig te beïnvloeden dat zij eerder geneigd zouden zijn in te stemmen met het ondergaan van deze ontuchtige handelingen.
Tenslotte moet de verdachte, alleen al gelet op de leeftijd van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] destijds, hebben geweten dat zij de leeftijd van zestien jaar nog niet hadden bereikt.
De rechtbank is, concluderend, van oordeel dat ook het tweede alternatief/cumulatief ten laste gelegde feit wettig en overtuigend is bewezen, zij het ook voor een kortere periode. Ten aanzien van de periode voor 2010 zal de rechtbank de verdachte vrijspreken.