In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 10 november 2020 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van vijf verzoekers tegen het college van burgemeester en wethouders van Teylingen. De verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen een omgevingsvergunning die op 14 april 2020 is verleend aan de gemeente Teylingen voor het uitvoeren van diverse werkzaamheden in het kader van het project Kagerzoom. Dit project omvat onder andere het vergraven van oevers, het aanleggen van een zonneweide, en het kappen van bomen op verschillende locaties in Warmond en Leiden.
De verzoekers, eigenaren van woonboten in de nabijheid van de geplande werkzaamheden, vrezen dat de verwijdering van bestaande hekken en de aanleg van een openbaar wandelpad hun eigendommen kwetsbaarder maakt voor inbraak en vernieling, en dat hun privacy wordt aangetast. Tijdens de zitting op 3 november 2020 is gebleken dat de verzoekers en de verweerder tijdens informeel overleg tot een gedeeltelijke overeenstemming zijn gekomen over een alternatief wandelpad.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de werkzaamheden waartegen de verzoekers bezwaar maken, geen omgevingsvergunning vereisen en dat de gemeente deze zonder vergunning kan uitvoeren. Hierdoor kon de voorzieningenrechter geen voorlopige voorziening treffen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, met de conclusie dat de bezwaren van de verzoekers niet opgaan tegen de verleende omgevingsvergunning.