ECLI:NL:RBDHA:2020:11126
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 oktober 2020 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie om een zorgmachtiging te verlenen op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De betrokkene, een vrouw geboren in 1974, is gediagnosticeerd met een psychische stoornis, waaronder schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en depressieve-stemmingsstoornissen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn, waardoor verplichte zorg noodzakelijk is. De mondelinge behandeling vond plaats via een telefonische zitting, waarbij de betrokkene niet aanwezig was en niet bereikbaar bleek. De rechtbank heeft de situatie van de betrokkene, die dakloos is en in slechte omstandigheden leeft, in overweging genomen. De spv-er heeft verklaard dat de betrokkene een zorgmachtiging voor zes maanden nodig heeft, terwijl de advocaat van de betrokkene verzocht om afwijzing van het verzoek of een beperking van de machtiging tot drie maanden. De rechtbank heeft uiteindelijk de zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van voeding, medicatie en toezicht. De beschikking is vastgesteld op 5 november 2020 en tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.