ECLI:NL:RBDHA:2020:1112

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 januari 2020
Publicatiedatum
12 februari 2020
Zaaknummer
C/09/587279 / FA RK 20-222
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 27 januari 2020 een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel voor een vrouw, geboren in 1979, die zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland verblijft. De officier van justitie had op 24 januari 2020 een verzoek ingediend tot verlenging van de crisismaatregel, die was opgelegd vanwege een manisch psychotisch toestandsbeeld van de betrokkene. Tijdens de mondelinge behandeling op 27 januari 2020 waren de betrokkene, haar advocaat, een psychiater, een semi-arts en een tolk aanwezig. De betrokkene verzet zich tegen de voortzetting van de crisismaatregel, maar de rechtbank oordeelt dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade. De rechtbank concludeert dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk is om het nadeel af te wenden en verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken. De beschikking is vastgesteld op 10 februari 2020 en tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/587279 / FA RK 20-222
Datum beschikking: 27 januari 2020
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikkingnaar aanleiding van het op 24 januari 2020 door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[de vrouw]
hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1979,
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland,
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats]
advocaat: mr. R. Menschaert te 's-Gravenhage.

1.Procesverloop

1.1
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 24 januari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 24 januari 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Den Haag tot het nemen van de crisismaatregel van 24 januari 2020;
  • een op 24 januari 2020 ondertekende medische verklaring van [psychiater 1] , die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij haar behandeling betrokken was.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 27 januari 2020.
1.3
Ter zitting waren de volgende personen aanwezig, die door de rechtbank zijn gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- de [psychiater 2] ;
- de [semi-arts]
- de [tolk] .
1.4
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet ter zitting verschenen.

2.Verweer

De betrokkene heeft ter zitting verweer gevoerd. De betrokkene vindt het niet nodig om langer in het psychiatrisch ziekenhuis te blijven. Ze heeft het recht om te weten waar haar zoon is en heeft niks verkeerds gedaan.
De advocaat heeft verklaard dat hij de wens van betrokkene om meteen het psychiatrisch ziekenhuis te verlaten, steunt.
De semi-arts heeft ter zitting verklaard dat de betrokkene afgelopen vrijdag is opgenomen, niet te corrigeren was in haar gedrag en gesepareerd moest worden waarbij ook noodmedicatie is gegeven. In het weekend is dit beeld niet veranderd. Het was niet mogelijk om de betrokkene op de afdeling te mobiliseren omdat ze onhandelbaar was. Zij is opnieuw gesepareerd en heeft weer noodmedicatie gekregen. De betrokkene vertoont een manisch psychotisch toestandsbeeld. De betrokkene kan niet voor zichzelf zorgen. Ze heeft geen huis. Het is de bedoeling om de betrokkene met medicatie stabiel te krijgen en daarna zal met haar gesproken worden over de toekomst.
De psychiater heeft ter zitting aangegeven dat er geen noodzaak bestaat voor het verlenen van een aantal van de door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg.

3.Beoordeling

3.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in:
-levensgevaar;
-ernstig lichamelijk letsel;
-ernstige psychische schade;
-ernstige verwaarlozing of acute maatschappelijke teloorgang.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, te weten een manisch psychotisch toestandsbeeld. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
Uit de verklaring van de semi-arts blijkt voorts dat het psychotisch toestandsbeeld sinds de opname niet is veranderd. De betrokkene kan momenteel niet voor zichzelf en voor haar zoon zorgen en heeft geen huis. Er is nog sprake van een onmiddellijk dreigend ernstig nadeel.
3.2.
De rechtbank is, na de toelichting van de psychiater, van oordeel dat, de hierna te noemen, anders dan de in de crisismaatregel genoemde, zorg noodzakelijk is om het nadeel af te wenden, te weten:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- opnemen in een accommodatie.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
3.3
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
3.4
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

4.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van:
[de vrouw]
geboren op [geboortedag] 1979,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie voor de duur van drie weken;
- verrichten medische controles voor de duur van drie weken;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen voor de duur van drie weken;
- beperken van de bewegingsvrijheid voor de duur van drie weken;
- insluiten voor de duur van drie weken;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene voor de duur van drie weken;
- onderzoek aan kleding of lichaam voor de duur van drie weken;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen voor de duur van drie weken;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen voor de duur van drie weken;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen voor de duur van drie weken;
- opnemen in een accommodatie voor de duur van drie weken;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 17 februari 2020;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. O.F. Bouwman, rechter, bijgestaan door A.E. Babulall-Balkaran als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 27 januari 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 10 februari 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.