ECLI:NL:RBDHA:2020:11103

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 november 2020
Publicatiedatum
4 november 2020
Zaaknummer
20-2529
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omzetting van terbeschikkingstelling met voorwaarden naar terbeschikkingstelling met dwangverpleging wegens niet-naleving van voorwaarden en hoog recidiverisico

Op 3 november 2020 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een terbeschikkinggestelde die eerder ter beschikking was gesteld met voorwaarden. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling om te zetten naar een terbeschikkingstelling met dwangverpleging toegewezen. De terbeschikkinggestelde, geboren in 1991 en verblijvende in P.I. Grave, had zich niet gehouden aan de opgelegde voorwaarden, waaronder deelname aan een time-out in een forensisch psychiatrisch centrum en openheid over zijn relaties. De rechtbank concludeerde dat de terbeschikkinggestelde niet in staat was om zich aan de voorwaarden te houden, mede door zijn verstandelijke beperking en persoonlijkheidsstoornis. Er waren meerdere incidenten geweest tijdens zijn opname in de kliniek, en de reclassering had geadviseerd om over te gaan tot dwangverpleging.

De rechtbank oordeelde dat de terbeschikkinggestelde niet de nodige behandeling kon ondergaan binnen het kader van de terbeschikkingstelling met voorwaarden. Ondanks officiële waarschuwingen van de officier van justitie, bleef de terbeschikkinggestelde zich onbehandelbaar opstellen. De rechtbank achtte het gevaarscriterium voldaan, gezien het hoge recidiverisico en de ernst van de overtredingen. De rechtbank wees het verzoek van de raadsvrouw om de behandeling van de vordering aan te houden af en besloot tot omzetting naar een ongemaximeerde terbeschikkingstelling met dwangverpleging, waarbij de totale duur van de maatregel meer dan vier jaar kan bedragen. De beslissing is gebaseerd op artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Strafrecht
Parketnummer: 09/730175-18
Raadkamernummer: 20/2529

Beslissing van 3 november 2020

Beslissing van de rechtbank Den Haag, rechtdoende in strafzaken, op de vordering van de officier van justitie van 21 september 2020 om alsnog de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege te bevelen, in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde] ,

geboren op [geboortedag] 1991 te [geboorteplaats] ,
thans verblijvende in penitentiaire inrichting (P.I.) Grave,
hierna: de terbeschikkinggestelde,
die bij vonnis van deze rechtbank 24 september 2019 ter beschikking is gesteld met voorwaarden.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken die zijn vermeld in de
bijlage.

De procedure

Bij vonnis van deze rechtbank van 24 september 2019 is de terbeschikkinggestelde ter zake van poging tot verkrachting veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden en de maatregel terbeschikkingstelling met voorwaarden. Deze voorwaarden, waarvan is bevolen dat deze dadelijk uitvoerbaar zijn, houden – voor zover hier van belang – in dat de terbeschikkinggestelde:
- (4) meewerkt aan een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC), Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK), Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA) of andere instelling, als de reclassering dat nodig vindt. Deze time-out duurt maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar. De terbeschikkinggestelde houdt zich aldaar aan de aanwijzingen van de behandelaar en/of de reclassering. Het innemen van medicatie kan onderdeel zijn van de behandeling;
- (6) zich laat opnemen in een FPK, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. Hij houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de terbeschikkinggestelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
- (12) openheid geeft over seksualiteit en het aangaan van relaties. Mocht er sprake zijn van een (eventuele) partnerrelatie, dan geeft de terbeschikkinggestelde toestemming aan de reclassering om een kennismakingsgesprek te arrangeren en zijn partner op de hoogte te brengen van zijn huidige tbs-status en de daaraan gekoppelde voorwaarden.
De terbeschikkingstelling met voorwaarden is op 10 februari 2020 aangevangen.
Op 22 september 2020 heeft de rechter-commissaris, op vordering van de officier van justitie, de voorlopige verpleging van de terbeschikkinggestelde bevolen omdat er aanwijzingen zijn dat de terbeschikkinggestelde zich niet heeft gehouden aan de voorwaarden 4, 6 en 12 die hem in het kader van de terbeschikkingstelling met voorwaarden zijn opgelegd.
De rechtbank heeft de vordering om alsnog de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege (hierna ook: dwangverpleging) te bevelen op 20 oktober 2020 ter zitting behandeld.
De terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. L.M. Oldenburg, is gehoord. Tevens is de officier van justitie mr. R. Klee gehoord.
Vanwege de landelijke maatregelen die door de rechtspraak in verband met het COVID-19 virus zijn getroffen, is de deskundige M. van Heuveln, reclasseringswerker TBS bij Verslavingszorg Noord Nederland, reclassering Drenthe, per videoconferentie – waarbij sprake is van een directe beeld- en geluidsverbinding met de rechtbank – ter zitting gehoord.

Het advies van de reclassering

In het “advies aan opdrachtgever toezicht omzetting in tbs met dwangverpleging” d.d.
21 september 2020 adviseert de reclassering omzetting naar terbeschikkingstelling met dwangverpleging. De terbeschikkinggestelde verbleef van februari tot juni bij de kliniek Veldzicht, waar de opname moeizaam verliep. Op 9 juni 2020 verhuisde de terbeschikkinggestelde naar kliniek Trajectum en werd hij opgenomen op zedenafdeling de Boswilg. Op 13 juli 2020 is hij overgeplaatst naar de observatie- en crisisafdeling de Kurkeik. De terbeschikkinggestelde heeft vier officiële waarschuwingen gekregen van de reclassering dat hij zich niet houdt aan de aan hem opgelegde voorwaarden.
Anders dan ten tijde van de voorbereidende onderzoeken voor het opleggen van de terbeschikkingstelling met voorwaarden, ontbreekt het bij de terbeschikkinggestelde aan interne (behandel)motivatie. Sinds zijn plaatsing binnen Trajectum is geen sprake geweest van een effectieve behandeling omdat de stagnerende samenwerking, het grensoverschrijdende gedrag en ernstige incidenten voortdurend op de voorgrond stonden. De terbeschikkinggestelde functioneert onvoldoende stabiel om hem te plaatsen op de zedenafdeling. Daarnaast moet eerst de medicatie zijn effect bereiken. De terbeschikkinggestelde geeft geen openheid over zijn bezigheden buiten de kliniek, zoals het onderhouden van contacten met meerdere vrouwen. Hij stelt zich onbegeleidbaar, devaluerend en grensoverschrijdend op naar de kliniek en de reclassering.
De risicofactoren met betrekking tot de kans op recidive hangen sterk samen met de verstandelijke beperking en de persoonlijkheidsstoornis van de terbeschikkinggestelde. Daarnaast wordt het hoge recidiverisico gevoed door de verslavingsproblematiek en psychosociale instabiliteit van de terbeschikkinggestelde, in die zin dat zijn toch al gebrekkige zelfregulering nog verder onder druk komt te staan als hij onder invloed is van middelen. Het ontbreken van stabiele huisvesting, dagbesteding en een sociaal vangnet staan in de weg aan het opbouwen van een (langdurig) stabiele leefsituatie.
Volgens de reclassering is het huidige kader niet passend om het hoge recidiverisico beheersbaar te houden. Zelfs binnen de huidige setting is voortdurend sprake van ontregeling en grensoverschrijding. Gelet op de houding en het gedrag van de terbeschikkinggestelde, in het licht van het feit dat Trajectum binnen het huidige kader een voor hem geïndiceerde behandelplek is, acht de reclassering onderzoek naar eventuele opnamemogelijkheden in een andere kliniek in het huidige kader niet aan de orde.
In de ontslagbrieven van Trajectum van 17 september 2020 en 2 oktober 2020 wordt een uitgebreide beschrijving gegeven van het verloop van de opname van de terbeschikkinggestelde. De terbeschikkinggestelde neemt regelmatig een dreigende en dwingende houding aan en is grensoverschrijdend in zijn contact met de vrouwelijke begeleiding. Hij was betrokken bij een vechtpartij en heeft op het toilet heimelijk (seksueel) contact gehad met een medecliënte, met wie hij – ook vanuit de P.I. – contact blijft zoeken.
Bij de terbeschikkinggestelde is achterdocht waargenomen en er was sprake van psychotische belevingen met een seksuele gepreoccupeerde inslag. In een gesprek met de reclassering op 14 september 2020 heeft de terbeschikkinggestelde kenbaar gemaakt dat hij geen enkele openheid wilde gaan geven over zijn relatie en seksualiteit. Verder heeft hij desgevraagd bevestigd dat hij al langere tijd zijn medicatie niet inneemt. Hoewel nog geen PCL-R onderzoek is verricht, zijn er op basis van een screening wel sterke aanwijzingen voor de aanwezigheid van psychopathie. Vanuit Trajectum wordt geadviseerd om de terbeschikkinggestelde verder te laten behandelen in het kader van terbeschikkingstelling met dwangverpleging. Daarbij wordt opgemerkt dat de terbeschikkinggestelde met een hoge psychopathiescore niet behandelbaar is binnen Trajectum en aangewezen zal zijn op een hoog beveiligde setting op niveau 4.
In het aanvullend advies van 13 oktober 2020 heeft de reclassering verwezen naar de ontslagbrief van Trajectum van 2 oktober 2020, waaruit blijkt hoe zorgelijk en onhanteerbaar het gedrag van de terbeschikkinggestelde in de kliniek is geweest en nog steeds is in de P.I. De reclassering heeft gepersisteerd bij het advies tot omzetting naar terbeschikkingstelling met dwangverpleging.
Deskundige [naam] heeft, in aanvulling op het advies, ter zitting naar voren gebracht dat de afgelopen periode herhaaldelijk met de terbeschikkinggestelde is besproken dat hij – voordat hij op een behandelafdeling kan worden geplaatst – eerst moet stabiliseren en moet worden ingesteld op medicatie. De terbeschikkinggestelde heeft zich niet aan de regels gehouden en liet zich niet aanspreken op zijn gedrag. Er is sprake van een optelsom van incidenten, grensoverschrijdend gedrag, destabilisatie en het overtreden van de voorwaarden. De vele officiële waarschuwingen in korte tijd hebben geen effect gehad. Als hij het ergens niet mee eens was, ging de terbeschikkinggestelde herhaaldelijk in beklag zonder eerst zijn bezwaren bij het behandelteam bespreekbaar te maken. Hij heeft geen openheid gegeven over zijn contacten buiten de kliniek en hij heeft pas nadat hij was betrapt verklaard over het incident op het toilet met de medecliënte. Het is in dit verband uiterst zorgelijk dat de terbeschikkinggestelde zelfs vanuit de P.I. (schriftelijk) contact met haar blijft zoeken. Het aangaan van een samenwerkingsverband met de terbeschikkinggestelde is niet mogelijk gebleken. Dat zal ook – binnen het huidige kader – in een andere kliniek niet lukken. Deze mogelijkheid om het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie, werkeenheid indicatiestelling Forensische Zorg (NIFP/IFZ) in te schakelen om plaatsing in een andere kliniek te onderzoeken is overigens wel herhaaldelijk in het TCO besproken. Nu er geen basis is voor behandeling in het huidige kader, blijft de deskundige bij het advies tot omzetting in terbeschikkingstelling met dwangverpleging.

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouw

De terbeschikkinggestelde heeft ter zitting zijn bezwaren geuit over het feit dat hij acht maanden heeft moeten wachten op zijn behandeling en therapie. Volgens de terbeschikkinggestelde was het misschien allemaal niet zo ver gekomen als hij de afgelopen maanden de juiste behandeling en therapie had gekregen. Hij heeft zich na zijn overplaatsing van de zeden- naar de crisisafdeling onveilig gevoeld omdat zijn zedenachtergrond bekend was bij medecliënten. Het is uit de hand gelopen toen hij door twee medecliënten werd uitgedaagd. Over het incident met een medecliënte is de terbeschikkinggestelde open en eerlijk geweest naar de begeleiding. Hij ziet achteraf in dat het fout is geweest om op eigen houtje te stoppen met zijn medicatie. De terbeschikkinggestelde is van plan hoger beroep in te stellen tegen een eventuele beslissing tot omzetting in terbeschikkingstelling met dwangverpleging.
De raadsvrouw heeft ter zitting een uitspraak van de klachtencommissie van Trajectum van 15 september 2020 overgelegd. Zij heeft naar voren gebracht dat de terbeschikkinggestelde op de zedenafdeling goed functioneerde. De overplaatsing naar de observatieafdeling heeft bij hem tot veel onduidelijkheid geleid. Daar komt bij dat de terbeschikkinggestelde zich daar onveilig heeft gevoeld door zijn zedenachtergrond. Zonder af te doen aan de ernst van de incidenten, stelt de raadsvrouw zich op het standpunt dat omzetting in terbeschikkingstelling met dwangverpleging niet de aangewezen consequentie zou moeten zijn. De raadsvrouw trekt de aanname met betrekking tot de aanwezigheid van psychopathie in twijfel, zeker nu hier in de dubbelrapportage in het kader van de strafzaak geen aanwijzingen voor werden gezien. Het is niet aan de reclassering om de haalbaarheid van een nieuwe behandelpoging in een andere kliniek te beoordelen. De raadsvrouw heeft op grond van het voorgaande verzocht de behandeling van de vordering van de officier van justitie aan te houden, met de opdracht aan de reclassering om het NIFP/IFZ alsnog te benaderen om de mogelijkheden van het voorzetten van de behandeling van de terbeschikkinggestelde binnen het huidige kader in een andere kliniek te onderzoeken.

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft ter zitting gepersisteerd bij de vordering. Uit de incidenten van de afgelopen periode blijkt de onmogelijkheid om binnen de huidige setting tot een samenwerking te komen met de terbeschikkinggestelde en de behandeling vorm te geven. Vanuit een kader van terbeschikkingstelling met voorwaarden is het onvoldoende mogelijk om de voor de terbeschikkinggestelde noodzakelijke behandeling te bieden en de bescherming van maatschappij te waarborgen.

Het oordeel van de rechtbank

Artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) bepaalt dat de rechter op vordering van het openbaar ministerie, indien één of meer van de gestelde voorwaarden niet worden nageleefd of anderszins het belang van de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen zulks eist, kan bevelen dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
Op grond van de voormelde stukken en de behandeling ter zitting – waardoor de rechtbank zich voldoende voorgelicht acht – stelt de rechtbank vast dat de terbeschikkinggestelde zich niet aan de voorwaarden heeft gehouden die aan hem zijn opgelegd. Gedurende de voorwaardelijke terbeschikkingstelling hebben zich in de kliniek diverse incidenten voorgedaan. Gebleken is dat de persoonlijkheidsproblematiek van de terbeschikkinggestelde in combinatie met zijn verstandelijke beperking hem zodanig parten speelt, dat hij in het minder vergaande kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden niet de nodige behandeling kan ondergaan. Ook na officiële waarschuwingen van de officier van justitie op 23 april 2020, 6 augustus 2020, 19 augustus 2020 en 16 september 2020 is de terbeschikkinggestelde er niet in geslaagd zich aan de voorwaarden te houden en zich behandelbaar op te stellen. Daarnaast is gebleken dat de terbeschikkinggestelde na het incident met een medecliënte op het toilet, tegen de (huis)regels in – zelfs na zijn ontslag bij Trajectum, vanuit de P.I. – contact met haar is blijven zoeken.
De rechtbank is van oordeel dat de mogelijkheden om de terbeschikkinggestelde binnen het kader van de terbeschikkingstelling met voorwaarden te behandelen, zijn uitgeput. De ernst van de overtredingen rechtvaardigt een omzetting naar een terbeschikkingstelling met dwangverpleging en voortzetting van de behandeling – die naar verwachting langdurig zal zijn – in een hoog beveiligde setting.
Aan het gevaarscriterium is bovendien voldaan, nu het belang van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de omzetting van de maatregel in een terbeschikkingstelling met dwangverpleging eist. Het al dan niet bestaan van (aanwijzingen voor) psychopathie bij de terbeschikkinggestelde staat hier los van, nu uit het in de stukken weergegeven en ter zitting toegelichte totaalbeeld blijkt dat het huidige kader ontoereikend is om het hoge recidiverisico beheersbaar te houden.
Uit het voorgaande volgt dat de rechtbank in het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden geen behandelmogelijkheid ziet omdat dit kader bedoeld is voor personen die zich aan de voorwaarden
kunnenhouden. De terbeschikkinggestelde kan mede gelet op zijn verstandelijke beperking en persoonlijkheidsstoornis niet in staat geacht worden zich aan de hem opgelegde voorwaarden te houden, zo is gebleken. Naar het oordeel van de rechtbank bestaat er dan ook geen aanleiding om de mogelijkheden in het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden binnen een andere kliniek door NIFP/IFZ te laten onderzoeken. Bij gebrek aan belang zal de rechtbank het verzoek van de raadsvrouw om de behandeling van de vordering voor een dergelijk onderzoek aan te houden, dan ook afwijzen.
De rechtbank zal, gelet op het vorenstaande, de vordering van de officier van justitie ex artikel 6:6:10 Sv toewijzen.
Voor wat betreft de duur van de terbeschikkingstelling heeft de rechtbank in haar vonnis van 24 september 2019 het volgende overwogen:
De rechtbank overweegt voorts dat, wanneer de verdachte zich niet aan de voorwaarden houdt, de TBS met voorwaarden kan worden omgezet in een ongemaximeerde TBS met dwangverpleging omdat de maatregel is opgelegd ter zake van misdrijven die zijn gericht tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Gelet op deze overweging is sprake van een ongemaximeerde terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege, als bedoeld in artikel 38e Sr. Derhalve kan de totale duur van deze maatregel een periode van vier jaar te boven gaan.

De toepasselijke wetsartikelen

Deze beslissing is gebaseerd op artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering.

Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek van de raadsvrouw tot aanhouding van de vordering van de officier van justitie af;
wijst de vordering van de officier van justitie tot omzetting van een terbeschikkingstelling met voorwaarden in een terbeschikkingstelling met dwangverpleging toe en beveelt dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
Aldus beslist te Den Haag door:
mr. M.P.M. Loos, voorzitter,
mr. A.J. Japenga, rechter,
mr. F.X. Cozijn, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. E. Noorlander, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 3 november 2020.

Bijlage

De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
  • het vonnis van de rechtbank Den Haag van 24 september 2019, waarbij de terbeschikkingstelling met voorwaarden werd gelast;
  • de officiële waarschuwingen van de reclassering d.d. 23 april 2020, 6 augustus 2020, 19 augustus 2020 en 16 september 2020;
  • de brieven d.d. 17 september 2020 en 2 oktober 2020 van Trajectum;
  • het “advies aan opdrachtgever toezicht, omzetting in tbs met dwangverpleging” d.d. 21 september 2020 van GGZ Verslavingszorg Noord Nederland Assen;
  • het proces-verbaal van aanhouding van de terbeschikkinggestelde als verdachte d.d. 21 september 2020;
  • het proces-verbaal van het verhoor van de terbeschikkinggestelde bij de rechter-commissaris d.d. 22 september 2020;
  • het bevel van de rechter-commissaris tot het voorlopig alsnog van overheidswege verplegen d.d. 22 september 2020;
  • de “voortgangsverslagen toezicht aan opdrachtgever” van de reclassering 13 mei 2020 en 11 augustus 2020;
  • het “advies aan opdrachtgever TBS toezicht, aanvullend advies” van de reclassering van 13 oktober 2020;
  • de uitspraak van de klachtencommissie Trajectum van 15 september 2020;
  • de vorderingen van de officier van justitie tot (voorlopige) verpleging, ingekomen op 21 september 2020.