In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 november 2020 uitspraak gedaan in een geschil over een omgevingsvergunning die was verleend voor het slopen van meerdere panden aan de Gedempte Gracht en het Spui in Den Haag, en de daaropvolgende nieuwbouw. De vergunninghoudster, Sistra B.V., had op 18 mei 2020 een omgevingsvergunning aangevraagd, die door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag was verleend. Eiseres, Stichting SOS Den Haag, heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij zij aanvoerde dat de procedure niet correct was verlopen en dat er onvoldoende rekening was gehouden met de cultuurhistorische waarden van het gebied.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunninghoudster de aanvraag voor de omgevingsvergunning tijdig had ingediend en dat de procedure rondom de vergunningverlening correct was verlopen. De rechtbank oordeelde dat de negatieve adviezen van de Welstands- en Monumentencommissie niet onterecht waren genegeerd, aangezien de commissie uiteindelijk positief had geadviseerd over het gewijzigde bouwplan. De rechtbank concludeerde dat de belangen van de vergunninghoudster en de noodzaak voor nieuwbouw in de binnenstad zwaarder wogen dan de bezwaren van eiseres.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geoordeeld dat de verleende omgevingsvergunning niet in strijd was met de geldende bestemmingsplannen en dat de cultuurhistorische waarden voldoende waren gewaarborgd. De uitspraak benadrukt de afweging die gemaakt moet worden tussen de noodzaak voor ontwikkeling en de bescherming van cultuurhistorische waarden in een rijksbeschermd stadsgezicht.