Uitspraak
Rechtbank den haag
1.VGZ Zorgverzekeraar N.V.,
IZA Zorgverzekeraar N.V.,
N.V. Zorgverzekeraar UMC,
N.V. Univé Zorg,
Coöperatie VGZ U.A.,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
verplichtingtot continuering willen opnemen. Dat blijkt niet alleen uit het gebrek aan nadere invulling van de betekenis van die intentie, maar ook uit de omstandigheid dat die intentie is opgenomen ná de uitdrukkelijke vermelding van de mogelijkheid voor VGZ om de overeenkomst drie maanden voor het einde van de contractperiode op te zeggen. Zou VGZ zich in enige mate tot continuering – eventueel: onder voorwaarden – hebben willen verplichten, dan zou het voor de hand hebben gelegen dat partijen daarvoor een nadere afspraak of procedure in de overeenkomst hadden opgenomen. Dat is niet gebeurd.
misbruikwordt gemaakt van een economische machtspositie. Daar komt bij dat ook niet duidelijk is geworden hoe dat standpunt zich verhoudt tot de vorderingen.