ECLI:NL:RBDHA:2020:11001
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete opgelegd wegens overtredingen van het Arbeidstijdenbesluit vervoer
Op 4 november 2020 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak tussen een Hongaarse eiseres en de minister van Infrastructuur en Waterstaat. De eiseres had een bestuurlijke boete van € 3.000,- opgelegd gekregen wegens twee overtredingen van artikel 2.5:1, tweede lid, van het Arbeidstijdenbesluit vervoer. De rechtbank oordeelde dat de boete terecht was opgelegd, omdat de chauffeurs van de eiseres hun wekelijkse rusttijd in het voertuig hadden doorgebracht, wat in strijd is met de geldende regelgeving. De eiseres betoogde dat er geen overtreding was, omdat de chauffeurs niet continu in het voertuig verbleven en dat de regelgeving onduidelijk was. De rechtbank verwierp deze argumenten en stelde vast dat de overtreding voldoende duidelijk was, zoals bevestigd door het Hof van Justitie. De rechtbank oordeelde ook dat de eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat zij alles had gedaan om de overtreding te voorkomen. De opgelegde boete werd als evenredig beschouwd, en het beroep van de eiseres werd ongegrond verklaard.