Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 november 2020 in de zaak tussen
GAIA Westland B.V., te Den Haag, eiseres 1
Procesverloop
Overwegingen
“Het parkeren wordt op eigen terrein opgelost, zodat het openbaar gebied zo veel mogelijk vrij wordt gehouden van auto’s. Uitzonderingen vormen de interne bedrijfslanen en –straten, waar incidenteel (en tijdelijk) op de stoepen geparkeerd kan worden. Deze plaatsen zijn uitsluitend bedoeld voor bezoekers en mogen niet worden meegeteld in de vereiste parkeernorm van de aanliggende bedrijven."Door nu alsnog een parkeerverbod in te voeren, zal verwarring ontstaan. Voorts betogen eisers dat de bedoelde stroken grond geen trottoirs zijn, hetgeen ook door de politie is aangegeven in hun advies, dan wel dat het niet duidelijk is dat het zou gaan om trottoirs. Er is geen sprake van een traditionele wegindeling, zoals verweerder stelt. De politie heeft dan ook negatief geadviseerd met betrekking tot het parkeerverbod. Een aanvullend advies waarnaar verweerder heeft verwezen is bij eisers niet bekend en ook de bezwaarschriftencommissie heeft daarvan geen kennis genomen. Ook voor de bezwaarschriftencommissie was het onvoldoende duidelijk of er sprake is van trottoirs. De betreffende stroken behoren tot de wegen en worden ook als zodanig gebruikt. De bezwaarschriftencommissie heeft voorts ongemotiveerd aangenomen dat er sprake is van trottoirs. Eisers hebben daardoor onvoldoende de gelegenheid gehad om in bezwaar te reageren op het standpunt van verweerder waar een trottoir aan dient te voldoen.