Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
drie, althans een of meerdere kassalade(s) met inhoud en/of een hoeveelheid muntrollen en/of een portemonnee met inhoud, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of
zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [naam bedrijf] en/of [medewerker 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van
geweld en/of bedreiging met geweld tegen [medewerker 2] en/of [medewerker 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of
andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hieruit bestond(en) dat hij,
verdachte en/of zijn mededader(s):
- donker gekleed en/of met een capuchon over het hoofd en/of met gezichtsbedekkende kleding voornoemd winkelbedrijf is/zijn binnen gedrongen en/of
- twee, althans een of meerdere mes(sen), althans (een) (scherp(e) en/of puntig(e)) voorwerp(en) in de richting van die [medewerker 2] en/of [medewerker 1] heeft/hebben gewezen, althans zichtbaar voor die [medewerker 2] en/of [medewerker 1] twee, althans een of meerdere mes(sen), althans (een) (scherp(e) en/of puntig(e)) voorwerp(en) bij zich heeft/hebben gedragen, en/of
- die [medewerker 1] en/of [medewerker 2] heeft/hebben beetgepakt en/of meegenomen naar het magazijn en/of
- tegen die [medewerker 1] (meermalen) (op dwingende en/of dreigende toon) heeft/hebben gezegd “maak de kluis open” en/of “maak open” en/of
- tegen die [medewerker 2] en/of [medewerker 1] (op dwingende en/of dreigende toon) heeft/hebben gezegd dat zij op haar/hun buik op de grond moest(en) gaan liggen en/of
- de handen van die [medewerker 2] en/of [medewerker 1] heeft/hebben vastgebonden met tie-wraps;
3.Bewijsoverwegingen
drie kassalades met inhoud en een hoeveelheid muntrollen en een portemonnee met inhoud,
toebehorendeaan [naam bedrijf] en [medewerker 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om
dezezich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen [medewerker 2] en [medewerker 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hieruit bestonden dat hij, verdachte en zijn mededader:
- donker gekleed en met een capuchon over het hoofd en/of met gezichtsbedekkende kleding voornoemd winkelbedrijf zijn binnen gedrongen en
- met twee messen, in de richting van die [medewerker 2] en [medewerker 1] hebben gewezen, en
- die [medewerker 1] en [medewerker 2] hebben beetgepakt en meegenomen naar het magazijn en
- tegen die [medewerker 1] meermalen ) hebben gezegd “maak de kluis open” en “maak open” en
- tegen die [medewerker 2] en [medewerker 1] hebben gezegd dat zij op hun buik op de grond moesten gaan liggen en
- de handen van die [medewerker 2] en [medewerker 1] hebben vastgebonden met tie-wraps;
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
7.De vordering van de benadeelde partij [medewerker 1]
8.De vordering van de benadeelde partij [naam bedrijf 2]
9.De inbeslaggenomen goederen
10.De toepasselijke wetsartikelen
11.De beslissing
30 (dertig) maanden;
6 (zes) maanden, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
gedeeltelijk toeen veroordeelt de verdachte
hoofdelijkom tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan [medewerker 1] een bedrag van
€ 3.123,95, bestaande uit € 3.000 immateriële schade en € 123,95 materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente daarover:
immateriële schadevoor het overige
af;
materiële schadevoor het overige
niet ontvankelijk;
gedeeltelijk toeen veroordeelt de verdachte
hoofdelijkom tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan [naam bedrijf 2] een bedrag van
€ 3.231,25,vermeerderd met de wettelijke rente daarover voor een bedrag van € 1.000,- met ingang van 30 maart 2020 en voor een bedrag van € 2.231,25 met ingang van 1 juni 2020, tot aan de dag van de algehele voldoening;
niet ontvankelijkis in de vordering tot schadevergoeding;