ECLI:NL:RBDHA:2020:1087

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 februari 2020
Publicatiedatum
11 februari 2020
Zaaknummer
NL20.1200
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel voor Algerijnse eiser op grond van veilig land van herkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 februari 2020 uitspraak gedaan in een procedure over de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel door een eiser afkomstig uit Algerije. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 9 januari 2020 het verzoek van de eiser afgewezen, waarbij het besluit als kennelijk ongegrond werd aangemerkt. De eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. Tijdens de zitting, die plaatsvond in Middelburg, hebben beide partijen zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. De rechtbank heeft na de behandeling van de zaak onmiddellijk uitspraak gedaan.

De rechtbank overweegt dat Algerije op de lijst van veilig landen van herkomst staat, wat betekent dat er vanuit wordt gegaan dat het land zijn internationale verplichtingen nakomt. De eiser heeft echter niet kunnen aantonen dat zijn situatie anders is en dat Algerije niet als veilig kan worden aangemerkt. De rechtbank wijst op de economische motieven van de eiser om Algerije te verlaten, waarbij de eiser zelf heeft verklaard dat hij vanwege armoede is vertrokken. De rechtbank concludeert dat de aanvraag terecht is afgewezen en verklaart het beroep ongegrond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan door rechter K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier A.E. Paulus.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.1200
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam] , eiser

v-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. E. Sahin),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. R. Jonkman).

ProcesverloopBij besluit van 9 januari 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL20.1201, plaatsgevonden op 5 februari 2020. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

1. Eiser is afkomstig uit Algerije. Algerije staat op de lijst met veilig landen van herkomst. Als uitgangspunt geldt dan ook dat Algerije zijn internationale verplichtingen nakomt.
2. Het is aan eiser om aannemelijk te maken dat Algerije in zijn situatie niet als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt. Eiser heeft niet met stukken onderbouwd dat Algerije ten aanzien van hem zijn verdragsverplichtingen niet nakomt. Verweerder heeft terecht gewezen op de economische motieven van eiser om Algerije te verlaten. Zo heeft eiser tijdens zijn gehoor verklaard:
Ik ben vertrokken vanwege de armoedeen
Als ik geld had, dan was ik daar zeker gebleven.Tot slot heeft eiser nogmaals bevestigend geantwoord op de vraag of hij Algerije enkel heeft verlaten vanwege de financiële situatie in Algerije.
3. De aanvraag is terecht afgewezen als kennelijk ongegrond. Het beroep is ongegrond.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. A.E. Paulus, griffier, op 5 februari 2020.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking van dit proces-verbaal.