Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , eiseres
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
ProcesverloopBij besluit van 9 september 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Overwegingen
Eiseres stelt te zijn geboren op [geboortedag] 1986 en de Marokkaanse nationaliteit te hebben.
Eiseres heeft – samengevat weergegeven – aan haar asielaanvraag ten grondslag gelegd dat zij vreest te worden vermoord of verminkt door haar ex-partner [A] . Eiseres stelt dat haar ex-partner een drugsdealer is en dat hij haar tijdens hun relatie mishandelde. Eiseres zou door de mishandelingen een miskraam hebben gekregen en door hem zijn bedreigd toen zij aangaf bij hem weg te gaan. Toen eiseres bij haar nieuwe baan ervan op de hoogte werd gesteld dat vrienden van haar ex-partner naar haar op zoek waren op haar werkplek, is zij het land ontvlucht. Verder heeft zij problemen ondervonden met de kinderen van haar eerste ex-partner, [B] . Daarnaast is eiseres als kind opgegroeid in een tehuis waar twee maal is geprobeerd haar te verkrachten. Eiseres stelt op haar zeventiende het tehuis te hebben verlaten en te zijn verkracht op straat. Tot slot wordt zij vanwege haar afkomst gediscrimineerd bij sollicitaties.
- Nationaliteit, identiteit en herkomst;
- Problemen gedurende verblijf in tehuis als minderjarige;
- Problemen met de kinderen van ex-partner [B] ;
- Problemen met ex-partner [A] ;
- Discriminatie bij het vinden van werk vanwege afkomst.
Beslissing
mr. J.F.A. Bleichrodt, griffier.