Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 augustus 2020 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
Leyestaete B.V., te Den Haag,
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 augustus 2020 uitspraak gedaan in een geschil over de mate van arbeidsongeschiktheid van eiseres, die een WGA-loonaanvullingsuitkering ontvangt. Eiseres, die eerder als secretarieel medewerkster werkte, had een ZW-uitkering ontvangen na uitval in 2010. De mate van arbeidsongeschiktheid was eerder vastgesteld op 80 tot 100%, maar na een herbeoordeling door de verzekeringsarts b&b, werd deze vastgesteld op 52,32%. Eiseres kwam hierdoor niet in aanmerking voor een IVA-uitkering, omdat zij niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt werd geacht.
De rechtbank heeft de procedure gevolgd waarin eiseres bezwaar maakte tegen het besluit van het Uwv, dat de WGA-loonaanvullingsuitkering niet zou wijzigen. Tijdens de zitting, die via een videoverbinding plaatsvond, heeft eiseres haar bezwaren toegelicht, waaronder de claim dat het medisch onderzoek niet zorgvuldig was uitgevoerd en dat haar klachten niet goed waren meegenomen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de medische rapportage van de arts b&b zorgvuldig tot stand was gekomen en dat de conclusies over de beperkingen van eiseres niet onjuist waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de arts b&b de beperkingen in de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) had aangepast op basis van een uitgebreid onderzoek, en dat de door eiseres geclaimde klachten niet voldoende medisch objectiveerbaar waren. De rechtbank concludeert dat eiseres in staat is om met arbeid meer te verdienen dan 20% van haar maatmaninkomen, en dat zij daarom niet kan worden aangemerkt als volledig en duurzaam arbeidsongeschikt. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.